Bedragen onder toegekend/ geadviseerd 2021-2024, hebben betrekking op de programmeringsbijdrage per editie.
**Bedragen onder totaal toegekend 2021-2024 zijn per editie, inclusief organisatiebijdrage - rekening houdend met de verwachte bijdragen van de lokale overheden.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke positie als ruim voldoende.
Zeister Muziekdagen is een jaarlijks terugkerend, veertiendaags kamermuziekfestival. Het festival presenteert concerten op verschillende locaties in Zeist. Kenmerkend aan het festival is dat het inzet op het presenteren van zowel jonge als gearriveerde strijkkwartetten.
De commissie is van mening dat er een heldere artistieke visie aan het festival ten grondslag ligt. Zij is positief over de missie van Zeister Muziekdagen om de belangstelling, bekendheid en verspreiding van kamermuziek en vooral het strijkkwartet te stimuleren. Ook is de commissie van mening dat de visie om van jong talent tot gevestigd internationaal toptalent met het publiek te delen een helder uitgangspunt is.
De commissie vindt dat het festival een duidelijke structuur heeft. Zeister Muziekdagen bevat een aantal voor het publiek herkenbare, terugkerende onderdelen zoals de concerten van topensembles, concerten van jong talent, cross-overconcerten en het strijkkwartet in residence. Op die wijze is de artistieke visie volgens de commissie op een heldere wijze vertaald naar het programma. Het is haar duidelijk hoe de programmering tot stand komt en zij heeft waardering voor de jarenlange ervaring van artistiek leider Alexander Pavlovsky. Op basis hiervan, en door zijn grote internationale netwerk, heeft zij vertrouwen in de programmering van de komende jaren. De commissie vindt de kwaliteit van het concertprogramma in de afgelopen jaren van een hoog niveau, maar zij mist een motivering van de keuze van de genoemde ensembles of een toelichting op het programma dat zij gaan uitvoeren. De commissie plaatst een kritische kanttekening bij het feit dat de artistieke leiding al sinds lange tijd alleen in handen van Pavlovsky ligt. Zij mist hierop een reflectie. Ook plaatst zij een kanttekening bij het ontbreken van een aanpak om een bredere artistieke blik te richten op het veld van de strijkkwartetten, vooral met het oog op de toekomst van Zeister Muziekdagen.
De commissie waardeert de ambitie van Zeister Muziekdagen om traditie en vernieuwing in de programmering te combineren. In dit verband is zij bijvoorbeeld positief over de cross-overconcerten met Remy van Kesteren en Diamanda La Berge Dramm. Afgezien van deze voorbeelden ziet de commissie geen aanknopingspunten waarmee het festival vernieuwing zal weten te realiseren. Het aanbieden van filmconcerten en combinaties van muziek en literatuur vindt de commissie op zich niet vernieuwend. De commissie is wel te spreken over de rol die Zeister Muziekdagen speelt op het vlak van talentontwikkeling. Zij ziet dat jong strijkkwartettalent veel ruimte krijgt in de programmering van het festival. Daarnaast vindt de commissie de Musethicamethode interessant. Zij is vooral positief over het feit dat deze geen competitief element bevat, maar gericht is op het samenspelen. Musethica past volgens haar goed binnen de artistieke visie van Zeister Muziekdagen.
Ten aanzien van artistieke samenwerkingen is de commissie kritisch. Zij constateert dat het festival deze nagenoeg niet aangaat. Zij is van mening dat Zeister Muziekdagen mogelijkheden tot inhoudelijke samenwerkingen met producerende instellingen of festivals onbenut laat.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
Zij constateert dat het festival vooral klassiekemuziekliefhebbers bereikt die ouder zijn dan zestig jaar. Het festival bereikt verder veel terugkerende bezoekers die voor een groot deel afkomstig zijn uit Zeist en de provincie Utrecht. De commissie is positief over het feit dat Zeister Muziekdagen jaarlijks publieksonderzoek uitvoert. Zij is van mening dat de gedeelde informatie hierover inzicht biedt in de samenstelling van het publiek. Dat het publiek grotendeels bestaat uit liefhebbers van klassieke muziek die ouder zijn dan zestig jaar vindt zij passend bij de artistieke positie, hoewel zij hier ook een risico voor de toekomst ziet.
Op basis van de resultaten van publieksonderzoeken en het beschreven programma is de commissie er van overtuigd dat het vaste publiek de weg naar het festival weer zal weten te vinden. Zij vertrouwt erop dat deze doelgroep zich door de keuzes in het programma aangesproken zal voelen. Ook het hoge percentage herhaalbezoeken uit het verleden biedt haar hierin vertrouwen. De commissie vindt het positief dat het festival ook een nieuw en jonger publiek wil verwelkomen, aangezien momenteel slechts een klein deel van het potentiële publiek wordt bereikt. De commissie is op dit punt echter kritisch omdat het festival geen inzicht biedt in wie het precies bedoelt met nieuw en jonger publiek. Ook de manier waarop Zeister Muziekdagen daarop in het programma inspeelt, overtuigt de commissie niet. Zo leest zij dat het festival deze doelgroep wil bereiken met verrassende cross-overs. De commissie vindt het echter niet vanzelfsprekend dat het presenteren van cross-overs op zich een jonger publiek zal aanspreken. Een artistiek-inhoudelijke invulling van de cross-overs die aansluit op het beoogde publiek, ontbreekt volgens de commissie.
De commissie is in dit kader wel positief over de muziekeducatiemethode Musethica, waarmee een jonger publiek, namelijk beoefenaars van klassieke muziek, wordt bereikt. Zij mist echter een overtuigende onderbouwing van de aansluiting tussen het beoogde publiek en de rest van de programmering.
De commissie is kritisch over de concrete aanpak waarmee het festival de ambities op het vlak van publieksontwikkeling wil realiseren. Zij vindt de publieksbenadering in het plan te algemeen van aard. Zij leest diverse manieren waarop met het publiek wordt gecommuniceerd en er reuring wordt gecreëerd rondom het festival, maar zij mist een doelgerichte benadering voor specifieke publieksgroepen. De ambities om een jonger en ander publiek te interesseren voor de kamermuziek vindt zij weinig overtuigend vertaald in een strategisch marketingplan. Zo zijn er geen doelen geformuleerd en ontbreekt het aan specifieke op deze doelgroep gerichte acties. De commissie is van mening dat de beschreven middelen weliswaar effectief zullen zijn om het huidige publiek te behouden, maar overtuigen haar er niet van dat de beschreven ambities om tot verjonging en verbreding te komen worden gerealiseerd.
De commissie beoordeelt de inbedding als voldoende.
De commissie ziet in het plan dat het festival vooral culturele partners heeft in de vorm van presentatieplekken in Zeist die als locaties voor de concerten fungeren. Ook leest zij dat Zeister Muziekdagen is aangesloten bij het Utrechts Festival Overleg. De commissie constateert dat er geen artistiek-inhoudelijke samenwerkingsverbanden met partijen in de omgeving zijn toegelicht of uitgewerkt. Op basis van het plan vindt de commissie dat Zeister Muziekdagen zich beperkt heeft geworteld in de lokale culturele infrastructuur.
De commissie constateert dat Zeister Muziekdagen weliswaar masterclasses verzorgt op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag voor jeugdige beoefenaars in de klassieke muziek, maar dat er verder geen sprake is van samenwerkingen met onderwijsinstellingen in de omgeving. Er is volgens de commissie beperkt sprake van inbedding op educatief gebied.
De mate waarin Zeister Muziekdagen samenwerkt met maatschappelijke partners krijgt volgens de commissie vooral vorm in de educatief-maatschappelijke methode Musethica. De commissie waardeert het dat er in dit kader concerten worden gegeven op locaties voor publiek dat niet in gelegenheid is om een concertzaal te bezoeken. Verder constateert de commissie dat het festival kan rekenen op een trouwe poule vrijwilligers. Dit duidt volgens haar op draagvlak bij de inwoners van Zeist en omgeving. De commissie is van mening dat het festival mogelijkheden tot meer inbedding op maatschappelijk vlak onbenut laat.
De commissie vindt het positief dat Zeister Muziekdagen jaarlijks wordt ondersteund door de gemeente Zeist. Daarnaast geeft het festival aan dat het een bijdrage gaat aanvragen bij de provincie Utrecht. Omdat dit bedrag niet is meegenomen in de begroting en een overtuigende onderbouwing voor het ontvangen van deze bijdrage ontbreekt, vindt de commissie de lokale financiële bijdrage beperkt.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.