Bedragen onder toegekend/ geadviseerd 2021-2024, hebben betrekking op de programmeringsbijdrage per editie.
**Bedragen onder totaal toegekend 2021-2024 zijn per editie, inclusief organisatiebijdrage - rekening houdend met de verwachte bijdragen van de lokale overheden.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke positie als zeer goed.
SPRING organiseert jaarlijks twee festivals; het tiendaagse SPRING Performing Arts Festival (hierna: SPRING) in mei op verschillende podia en op buitenlocaties in Utrecht, en het driedaagse SPRING in Autumn in het najaar in de Stadsschouwburg Utrecht.
Het festival presenteert nieuwe ontwikkelingen in de internationale hedendaagse podiumkunsten met een focus op de cross-over tussen dans, theater en performance en op kunst in de openbare ruimte.
De commissie is van mening dat de aanvrager helder beschrijft vanuit welke artistieke visie SPRING wordt georganiseerd. Zij vindt dat hierin duidelijk naar voren komt hoe SPRING zich als podiumkunstenfestival verhoudt tot het culturele veld en de samenleving. De commissie is van mening dat SPRING kunst op een nieuwe manier relevant maakt door een verbinding te leggen met actuele maatschappelijke ontwikkelingen. SPRING schuwt schurende voorstellingen volgens haar niet en weet dat op een passende manier te contextualiseren. De commissie is positief over de eigen typering van het festival waarin kenmerken als eigentijdse vormen, voorbij het mainstream narratief, ruimte voor experiment en artistieke reflectie helder zijn beschreven.
De commissie is van mening dat SPRING de artistieke visie op overtuigende wijze vertaalt naar de programmering. Het festival heeft voor de komende periode een aantal interessante programmalijnen geformuleerd die volgens haar goed aansluiten op de artistieke uitgangspunten. De commissie constateert dat het duidelijk is dat SPRING een programmeursfestival is, waarbij artistiek leider Rainer Hofmann een belangrijke stempel drukt op de programmering. Zij heeft vertrouwen in zijn kennis, netwerk en ervaring, en de commissie vindt dat in de aanvraag per programmalijn interessante voorbeelden van makers en voorstellingen zijn genoemd. Verder is zij van mening dat het festival een interessante contextprogrammering voor ogen heeft om het publiek te betrekken, zoals de serie podcasts over festivalthema’s.
De commissie constateert dat vernieuwing onderdeel is van de missie van het festival. Zij ziet dit overtuigend terug in de programmering, zowel in het tonen van nieuwe ontwikkelingen als in het bieden van ruimte aan nieuw talent. Zo is het festival in het verleden duurzame relaties aangegaan met makers als Julian Hetzel en Katja Heitmann, en loopt er momenteel een talentontwikkelingstraject met Samira Elagoz. De commissie is ook positief over de ruimte die SPRING biedt aan andere jonge kunstenaars in de programmering en de rol van SPRING Academy in dit verband. Dit educatieve platform sluit volgens de commissie goed aan bij de visie van het festival om via de grote groep deelnemende internationale studenten en jonge kunstenaars aangehaakt te blijven bij de laatste ontwikkelingen in de podiumkunsten.
De commissie is verder positief over de verschillende artistieke samenwerkingen die SPRING aangaat met makers en gezelschappen als Nicole Beutler en Dries Verhoeven. Zij vindt dat deze goed aansluiten op de artistieke positie. Dit is volgens haar ook het geval bij de samenwerkingen met andere podia en festivals als Frascati, Noorderzon en Julidans. De commissie heeft tot slot veel waardering voor het grote internationale netwerk van het festival en de coproducties die daaruit voortvloeien.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als goed.
Zij vindt dat in de aanvraag helder wordt beschreven op welk publiek het festival zich de komende periode gaat richten. SPRING is er naar eigen zeggen voor een publiek dat nieuwe perspectieven, ontwikkelingen en verhalen tot zich wil nemen. Uit de aanvraag blijkt volgens de commissie dat SPRING een goed beeld heeft van het publiek in de eigen omgeving. De aanvraag geeft tevens blijk van een kritische reflectie op de behaalde resultaten uit het verleden. Zo vindt de organisatie zelf dat SPRING een meer divers en inclusief publiek kan bereiken en toegankelijker kan communiceren. De commissie vindt dat op basis van die uitkomsten weloverwogen is bepaald in welk publiek de komende periode zal worden geïnvesteerd, zoals de welgestelde cultuuromnivoor, de jonge kosmopoliet en de kritische kenner.
Ook uit de programmering voor de komende periode vindt de commissie duidelijk blijken dat het festival zich bewust is van het publiek dat het wil aanspreken. De commissie vindt het positief dat het festival inzet op het continueren van samenwerkingen met bekende namen die door het publiek met het festival worden geassocieerd, zoals Marlene Freitas en Dries Verhoeven, en ook nieuwe makers programmeert die daarmee vergelijkbaar zijn. Zij heeft er vertrouwen in dat hiermee het huidige publiek zal worden behouden.
De commissie plaatst wel een kanttekening bij de inzet op de specifieke doelgroep met een biculturele achtergrond. Zij constateert dat er volgens het festival voorstellingen geschikt zouden zijn voor deze publieksgroep. Het is de commissie echter niet duidelijk welke voorstellingen dit zijn. Daarbij is de doelgroep biculturele achtergrond in zichzelf volgens de commissie te breed geformuleerd. Zij constateert dat de city-connector hierbij een belangrijke rol zal spelen. De commissie is positief over dit voornemen, maar vindt dat de werkwijze van de city-connector nog te beperkt is uitgewerkt.
De commissie is van mening dat de ambities van SPRING om het publiek zowel te vergroten als te verbreden realistisch en haalbaar zijn. De strategie die het festival hiervoor heeft beschreven biedt vertrouwen in de effectiviteit van de aanpak. De commissie vindt toegankelijker communiceren een goed uitgangspunt voor de publieksbenadering. Tevens is zij positief over het feit dat er gerichte marketingacties zijn geformuleerd voor de doelgroepen welgestelde omnivoor en jonge kosmopoliet. De commissie is van mening dat de projecten in de openbare ruimte van grote waarde zijn voor het Utrechtse publiek. Deze laagdrempelige manier van kennismaken met het festival kan volgens de commissie mogelijk tot betaald festivalbezoek leiden.
De commissie beoordeelt de inbedding als ruim voldoende.
Zij stelt vast dat SPRING zich aanzienlijk heeft geworteld in de lokale culturele infrastructuur. De organisatie van het festival gaat langdurige samenwerkingen aan met verschillende presentatieplekken in de omgeving, zoals Stadsschouwburg Utrecht, Het Huis en Theater Kikker. Ook vindt de commissie het positief dat SPRING structureel samenwerkt met diverse stedelijke en regionale Utrechtse partners in Standplaats Midden en met Theater Utrecht als coproducent. De commissie leest dat SPRING in de toekomst samenwerkingen onderzoekt met IMPAKT en Le Guess Who met betrekking tot het programma, maar dat deze plannen nog niet concreet zijn uitgewerkt of toegelicht.
De commissie mist in het plan een strategie voor samenwerkingsverbanden op het gebied van educatie. Uit het plan blijkt niet dat er structurele samenwerkingsverbanden worden aangegaan met lokale onderwijsinstellingen in het primair of voortgezet onderwijs.
De commissie constateert dat SPRING in de komende periode meer gaat samenwerken met maatschappelijke organisaties door de stadsprojecten die de city-connector gaat uitvoeren en initiëren. De commissie heeft waardering voor deze ambitie en leest hier interessante aanzetten toe. De mate waarin SPRING momenteel samenwerkt met maatschappelijke partners is volgens de commissie echter beknopt uitgewerkt in het plan. Uit het plan blijkt wel met welke instanties SPRING samenwerkt, zoals Critical Mass, Voorkamer, Dreaming of Syria, Bibliotheek Utrecht en Armoedecoalitie, maar een nadere toelichting hierop ontbreekt.
De commissie vindt het positief dat SPRING structureel wordt ondersteund door de gemeente en de provincie. Dit gaat bovendien om substantiële bedragen.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.