Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Theatergroep Suburbia is het stadsgezelschap van Almere. Albert Lubbers is de artistiek leider. Het gezelschap maakt toneel voor alle bewoners van de stad. Het is de missie van Theatergroep Suburbia om voorstellingen te maken ook voor degenen voor wie toneelbezoek niet vanzelfsprekend is. Het gezelschap speelt in het theater en op locatie. Jongerengezelschap SubSub maakt deel uit van Theatergroep Suburbia.
De commissie vindt het vakmanschap solide. Zij constateert dat het gezelschap werkt met goede spelers in voorstellingen die zijn toegesneden op Almeerse problematieken. Ook weet het gezelschap goede toneelschrijvers aan zich te binden. De commissie plaatst kanttekeningen bij de spelregie die zij wisselend vindt, evenals de dramaturgie in de voorstellingen, waardoor het soms aan spanning ontbreekt. Ze noemt als voorbeeld ‘Troost & Zonen’, een productie waarin de theatraliteit beperkt bleef tot de dramatische situatie en er op karakterniveau weinig ontwikkeling was.
De commissie is gematigd positief over de oorspronkelijkheid van de producties. Zij constateert dat Suburbia met regelmaat nieuwe teksten laat schrijven over Nederlandse onderwerpen, wat bijdraagt aan de oorspronkelijkheid van de producties. Zij signaleert dat de voorstellingen op locatie, zoals ‘Er was eens een Pretpark!’ vaak verrassende elementen bevatten, wat ten goede komt aan de oorspronkelijkheid. In het gebruik van thematieken die gericht zijn op Almere en haar problematiek ziet de commissie de signatuur van Suburbia terug, maar verder vindt de commissie de signatuur weinig uitgesproken.
De commissie constateert dat de producties van Suburbia met lokale thema’s grote zeggingskracht hebben voor een regionaal publiek. Zij plaatst echter kanttekeningen bij de weerslag op een breder publiek van producties met meer algemene thematieken. De commissie noemt ‘De Inspecteur en het Dode Meisje’ als voorbeeld van een productie die weinig aansprekend is door een gebrek aan gelaagdheid in de uitwerking.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
Zoals hierboven gesteld heeft zij vertrouwen in het vakmanschap van Suburbia. Daarbij noemt zij het een goede stap in de ontwikkeling van het gezelschap dat er vier nieuwe vaste regisseurs worden geëngageerd. Hoewel de keuze voor deze makers in de aanvraag wordt toegelicht, vindt de commissie het niet in alle gevallen duidelijk wat zij precies gaan toevoegen aan de signatuur van Suburbia.
De commissie vindt de missie van Suburbia om toegankelijk, verhalend theater te maken dat toegespitst is op het publiek van Almere en omgeving, helder verwoord. Het artistieke beleid sluit in grote lijnen aan op de koers van de afgelopen periode. De commissie vindt de artistieke signatuur van Suburbia in een deel van de plannen goed naar voren komen. Een voorbeeld van een project dat duidelijk gericht is op de bewoners van Almere, is ‘Whodunnit’, dat de commissie ook vanwege de opzet zeer oorspronkelijk noemt. Ook het plan voor ‘De nieuwste Wildernis’, een theatrale natuurdocumentaire op locatie, is in haar ogen oorspronkelijk en passend bij de eigen signatuur. De commissie vindt niet van alle producties duidelijk in hoeverre de thematiek typisch Almeers is. Dit geldt bijvoorbeeld voor ‘Gelukkig is geen eindstation’. Een kanttekening plaatst de commissie tevens bij het streven naar een meer experimentele aanpak, die zij nog weinig terugziet in de plannen. Zo grijpt Suburbia bij de stukkeuze nogal eens terug op bestaande klassiekers, zoals ‘Cloaca’ of ‘Kasimir en Karoline’ en is het de commissie niet altijd duidelijk waarin de relevantie schuilt of welke eigen, oorspronkelijke aanpak de makers voor ogen staat.
De commissie vindt de uitwerking van de plannen gedegen. Wel mist zij een overtuigende onderbouwing van de plannen voor producties voor het landelijke zalencircuit. De commissie noemt de uitwerking van deze plannen in de aanvraag weinig prikkelend en is kritisch over de mate waarin in deze voorstellingen een eigen signatuur zichtbaar zal worden. Niettemin heeft zij de verwachting dat de locatievoorstellingen vanwege de lokale thematiek en de soms prikkelende setting van voldoende zeggingskracht zullen getuigen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
Suburbia maakt locatietheater en theater over lokale thema’s, waarmee het gezelschap een breed publiek in Almere wil aanspreken. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk werk groot is, maar dat het potentiële publiek hiervoor eveneens groot is. Zij is daarom van mening dat sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie vindt de positionering van Suburbia, dat locatietheater maakt voor publiek uit de eigen omgeving, helder. Zij maakt uit de aanvraag op dat het gezelschap een goed beeld heeft van het eigen publiek en heeft er voldoende vertrouwen in dat Suburbia dit lokale publiek in de komende periode zal weten te bestendigen. In dit verband leest zij enkele adequate marketinginspanningen, zoals samenwerking met lokale instanties en meer online zichtbaarheid.
De commissie vindt dat er echter geen duidelijke strategie wordt beschreven om het publiek uit te breiden, terwijl Suburbia hier blijkens de aanvraag wel naar streeft. Zo worden er geen afgebakende doelgroepen genoemd in het plan en zijn ook niet alle pr-acties even concreet beschreven. Niet duidelijk wordt bijvoorbeeld hoe de bewoners van nieuwe buurten zullen worden benaderd. Daarbij vindt de commissie de publieksbenadering voor de voorgenomen zalentournees ook nog weinig concreet. Gelet op het feit dat Suburbia daar, anders dan in Almere, niet kan leunen op de lokale verbindingen, had de commissie daar graag een concreter plan voor gelezen.
De commissie heeft waardering voor de ambitie om een jonger publiek en publiek met een niet-westerse achtergrond te bereiken. Zij vindt de genoemde middelen hiervoor echter niet overtuigend. Zo plaatst zij kanttekeningen bij de uitwerking van het plan om via de nieuwe regisseurs meer jongeren te bereiken. Zij heeft niet de verwachting dat deze makers al voldoende naamsbekendheid hebben om automatisch een jonger publiek te trekken. Ook vindt zij een groot deel van de onderwerpen van de voorstellingen te weinig aansluiten op het diverse publiek dat Suburbia wil bereiken, wat haar ook weinig vertrouwen geeft in de mogelijkheden om dat publiek naar de voorstellingen te trekken.
De commissie beoordeelt de betekenis van de activiteiten voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als voldoende.
Zij is van mening dat het opleidingstraject SubSub, waarmee het gezelschap talentvolle jongeren begeleidt om zich te ontwikkelen als maker, een bijzondere betekenis heeft op het gebied van effect. Mede gezien de doorstroom naar het kunstvakonderwijs noemt de commissie dit initiatief een waardevolle bijdrage aan de Nederlandse podiumkunstpraktijk. Daarbij heeft zij waardering voor het feit dat in opdracht van Suburbia nieuwe teksten van jonge schrijvers worden gemaakt.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie geen bijzondere betekenis van het werk op het gebied van vorm of inhoud. Zij is van mening dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op inhoud, omdat het werk van Suburbia geen aanbod betreft dat verder weinig te zien is in Nederland. Ook vindt de commissie dat er geen sprake is van een bijzonder betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen of een andere verschijningsvorm hebben dan gebruikelijk in de Nederlandse podiumkunstpraktijk.
De commissie beoordeelt de inbedding als goed.
Zij constateert dat Suburbia stevig is verankerd in de culturele infrastructuur van Almere. Het gezelschap werkt structureel samen met verschillende podiumkunstinstellingen, zoals BonteHond, Theater na de Dam en Kunstlinie Almere Flevoland. Ook wordt regelmatig samengewerkt met amateurspelers uit de regio.
Daarnaast ziet de commissie diverse inhoudelijke samenwerkingsverbanden met maatschappelijke organisaties, zoals Stadsboerderij Almere, VoedselLoket Almere, Stadsarchief, (sport)verenigingen en Staatsbosbeheer.
De commissie stelt vast dat er in de aanvraag ook scholen worden genoemd, maar zij leest niet om welke scholen het gaat. Ook wordt niet toegelicht waaruit de samenwerking met scholen precies bestaat, waardoor de commissie niet de indruk krijgt dat deze partnerschappen structureel bijdragen aan de lokale inbedding.
Tot slot is de commissie positief over de stevige structurele subsidie die Suburbia ontvangt van de gemeente Almere, waarmee het gezelschap ook op financieel vlak goed is ingebed in de eigen omgeving.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.