De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Stichting This is not a show brengt het werk uit van choreograaf Katja Heitmann. In haar werk combineert Katja Heitmann conceptuele dans met beeldende kunst. De intrinsiek onderzoeksmatige opzet van haar werk krijgt vaak vorm in interventies en installaties. Het gezelschap is gevestigd in Tilburg en speelt vooral op locatie en in het vlakkevloercircuit.
De commissie is positief over het vakmanschap van de producties van Katja Heitmann. Zij constateert dat de choreograaf de uitvoerenden voorafgaand aan de voorstellingen intensief traint en daarbij goed in staat is haar ideeën over te brengen. Volgens de commissie komt deze werkwijze ten goede aan de uitvoeringskwaliteit van haar werk. Hierin laten de uitvoerenden een grote lichaamsbeheersing zien, die vereist is om de gedetailleerde en fysiek veeleisende bewegingstaal van Heitmann tot uitdrukking te brengen. De wijze waarop zij een haast onmenselijke lichaamsbeheersing tonen, getuigt volgens haar van groot vakmanschap.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van Katja Heitmann. De commissie kent haar als een interessante choreograaf met een herkenbare stijl die zich op het snijvlak van hyperrealisme en robotisme bevindt, en onderzoek doet naar de uniciteit van menselijke beweging en haar oorsprongen. Zij geeft haar werk volgens de commissie op een intelligente manier vorm. In ‘Siri Loves Me’ zag de commissie bijvoorbeeld een sterk ontwikkeld concept dat als interventie vormgegeven werd en een interessante combinatie van abstracte en intense bewegingen toonde. Ook het concept van ‘Museum Motus Mori’, waarbij onderzoek gedaan werd naar gedrag en houding van de bezoekers zelf, vond de commissie prikkelend en getuigen van veel eigenheid.
De commissie is van mening dat het werk van Katja Heitman over zeggingskracht beschikt. In het geval van ‘Museum Motus Mori’ zorgde de keuze om het publiek door meerdere ruimtes te laten lopen, waardoor zij in en uit de voorstelling stapten, voor een goede dramaturgische opbouw van het materiaal, die de toeschouwer bovendien uitdaagde zich in de afzonderlijke onderdelen van het werk te verdiepen. Ook draagt de manier waarop Katja Heitmann de fysieke kwaliteit van de performers inzet, volgens de commissie bij aan de beleving van het werk. Niettemin plaatst zij een kanttekening bij de spanningsopbouw van de voorstellingen. Zo was de dramatische ontwikkeling van de choreografie bij ‘Siri Loves Me’ te beperkt, waardoor de voorstelling de aandacht van de toeschouwer niet wist vast te houden.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
In de plannen voor de periode 2021-2024 bouwt This is not a show volgens de commissie voort op de artistieke koers die in de afgelopen jaren is ingezet. De aanvraag bevat een reflectie op de afgelopen jaren en een heldere artistieke ambitie voor de komende vierjarige periode.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van de plannen. Het plan om een bewegingsarchief genaamd ‘Instituut Motus Mori’ op te bouwen vindt zij van een zekere eigenheid getuigen. De commissie constateert dat er een duidelijk theoretisch kader is en er grondig vooronderzoek uitgevoerd is. Uit de plannen komt naar voren dat This is not a show naar aanleiding daarvan beschikt over genoeg inspiratie en ambitie om de komende periode op voort te bouwen. De commissie vindt bovendien dat de beschreven vervolgstappen op een organische manier voortkomen uit de eerdere activiteiten.
De werkwijze, waarbij het publiek als “bewegingsdonateur” fungeert, geeft volgens de commissie een bijzondere gelaagdheid aan het bewegingsarchief. De commissie noemt het prikkelend en vernieuwend dat de dansers van This is not a show tijdens een bewegingsinterview een bepaalde eigenheid van de donateur spiegelen en deze overnemen om te archiveren. Tegelijkertijd zet de commissie een kanttekening bij de toelichting op deze methode. Zo beschrijft het gezelschap niet hoe initiator Katja Heitmann erop anticipeert als het aangeleverde bewegingsidioom enigszins gelimiteerd blijkt te zijn. Daarnaast wordt niet duidelijk hoe Katja Heitmann de interviewresultaten gaat duiden en of er bijvoorbeeld iets wordt gedaan met eventueel interessante verschillen in leeftijd en woonplaats van donateurs.
De commissie vindt de voorgenomen activiteiten van een bepaalde ontroering en kwetsbaarheid getuigen. Juist door met donateurs te werken die geen dansachtergrond hebben en een neutraal lichaamsbewustzijn hebben, kan volgens haar deelname aan het project een emotionele betekenis krijgen. Tegelijkertijd maakt het plan niet heel concreet wat er met de resultaten van het traject wordt gedaan, en of er bijvoorbeeld uiteindelijk een theatervoorstelling wordt ontwikkeld. Hoewel de commissie verwacht dat ‘Instituut Motus Mori’ een bepaalde zeggingskracht heeft, krijgt zij nog weinig beeld van het eindresultaat en de beleving van de toeschouwers.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat This is not a show in de komende periode een bewegingsarchief op het gebied van hedendaagse/conceptuele dans wil ontwikkelen. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod klein van omvang is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod beperkt is. Zij is van mening dat daarom sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie is gematigd positief over de wijze waarop het gezelschap de mogelijkheden op het vlak van publieksbereik benut. Zij vindt het positief dat This is not a show niet alleen het geijkte danspubliek bereikt. De keuze om het werk in musea te presenteren draagt daar in belangrijke mate aan bij. De commissie constateert echter ook dat het publieksbereik van This is not a show de afgelopen jaren beperkt was. Het werk is voornamelijk in regio Zuid te zien geweest. Volgens de commissie zijn er nog grote stappen te zetten in het landelijke publieksbereik van het gezelschap.
In de komende periode werkt This is not a show in meerdere steden waarbij een zekere landelijke spreiding plaatsvindt. De commissie constateert dat de organisatie in vestigingsplaats Tilburg de komende jaren samenwerkt met maatschappelijke organisaties. Deze samenwerkingen kunnen volgens haar een zekere bijdrage leveren in het bereiken van andere doelgroepen. Uit het plan blijkt niet dat This is not a show ook in andere speelsteden sterke samenwerkingspartners heeft. De commissie is er op basis van het plan dan ook niet van overtuigd dat in de andere steden het beoogde publieksbereik tot stand komt. Daarnaast vindt de commissie het risicovol dat de publieksbenadering sterk leunt op het principe van mond-tot-mondreclame. Het plan ontbeert volgens de commissie een strategie om een breder publiek te bereiken. Zij verwacht daarom dat ‘Instituut Motus Mori’ nauwelijks publiek zal bereiken buiten de groep deelnemers die via de gekende routes met het werk van This is not a show in aanmerking komen.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.