Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
De Veenfabriek, gevestigd in het Scheltemacomplex in Leiden, is een muziektheatergezelschap dat zich profileert als actueel interdisciplinair muziektheatercollectief. Hedendaagse, elektronische en avant-gardemuziek spelen een belangrijke rol in het werk, naast populaire en klassieke muziek. Artistiek leiders zijn Joeri Vos en Paul Koek. De Veenfabriek speelt zowel in het grote- als het kleinezalencircuit en op festivals.
De commissie is overtuigd van het vakmanschap van de artistiek leiders. Zij noemt Joeri Vos een begaafd tekstschrijver die naast Paul Koek zijn stempel op het werk van de Veenfabriek heeft weten te drukken. Ook de kwaliteit van de betrokken componisten en vormgevers vindt zij goed. De musici beschikken volgens de commissie over groot vakmanschap en de voorstellingen kennen doorgaans een hoog muzikaal uitvoeringsniveau.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van het werk van de Veenfabriek. Het werk wordt gekenmerkt door een overtuigende integratie van verschillende disciplines en een geheel eigen aanpak, die inhoudelijk sterk en prettig tegendraads is. Zo viel ‘Pinokkio’ op door een sterk associatieve dramaturgie en een verrassende dramaturgische structuur met uitgesponnen of juist korte scènes. De commissie vindt de eigen signatuur minder herkenbaar in de coproducties. Zo was er in ‘Lord of the Flies’, dat samen met NTjong werd gemaakt, beperkt sprake van een gelijkwaardige inzet van muziek en theater, waardoor de muziek weinig toevoegde aan het verhaal of aan een oorspronkelijke uitwerking van de thematiek.
De commissie vindt de zeggingskracht van de producties wisselend. Van ´Pinokkio´ was de speelstijl zeer toegankelijk. Mede door de aansprekende muziek had deze voorstelling volgens de commissie veel zeggingskracht. De commissie constateert echter dat de interessante uitgangspunten niet altijd tot uiting komen in de uiteindelijke voorstellingen. Als voorbeeld noemt de commissie ‘Atlantis’, dat in haar ogen duidelijke artistieke keuzes en een sterke dramaturgie ontbeerde. Hierdoor bleven de teksten nogal op zichzelf staan, en droegen zij niet bij aan de totaalbeleving van het stuk. Ook de performances die in musea werden gespeeld, zoals ‘#DeStijl3’, vindt de commissie weinig dynamisch of aansprekend. Ondanks de strakke en geconcentreerde uitvoering bleef de voorstelling hermetisch, waardoor deze minder bij het publiek beklijfde.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als goed.
De plannen voor de komende periode vormen naar haar mening een geloofwaardige voortzetting van het werk dat de Veenfabriek in de afgelopen jaren heeft laten zien. De aanvraag reflecteert bovendien goed op de wisseling van de artistieke leiding in relatie tot de eigen signatuur en de ontwikkeling van het gezelschap. De commissie heeft vertrouwen in het deels nieuwe artistieke team, dat ook voor de komende periode interessante en uitstekende samenwerkingspartners aan zich heeft weten te binden. Zo noemt zij dirigent Manoj Kamps een groot talent en vanwege zijn performancekwaliteiten passen bij het werk van de Veenfabriek. Ook tekstschrijver Saman Amini en de band Susies Haarlok zijn naar de mening van de commissie waardevolle aanvullingen op het artistieke team. Op grond van de beoogde uitvoerenden verwacht de commissie dat het uitvoeringsniveau goed zal zijn.
De commissie vindt dat uit de aanvraag een duidelijk artistiek profiel spreekt. Zij is positief over de artistieke uitgangspunten, zoals spelen met taal, spelen met muziek en spelen met eten, die helder worden geformuleerd en terug te vinden zijn de verschillende projecten. De commissie vindt het overkoepelende thema “Waar doe je goed aan?” actueel en vanwege de maatschappelijke insteek goed aansluit bij de signatuur van de Veenfabriek. De makers weten bovendien de thematiek vanuit een oorspronkelijke invalshoek benaderen. Als voorbeeld noemt de commissie het drieluik ‘De KLAP’, dat deels als satire en deels als benefietdiner wordt vormgegeven. In dit laatste deel weet het gezelschap bovendien de ambitie om gastronomie en theater te combineren op een organische manier gestalte te geven.
De commissie vindt dat de plannen voor de komende periode tamelijk concreet zijn uitgewerkt en een goed beeld schetsen van wat de makers bij hun publiek willen bewerkstelligen. Het prikkelende thema wordt bovendien consistent doorgevoerd in de projecten, die de commissie over de hele linie aansprekend noemt. Wel vindt zij van enkele producties het muzikale concept en de vormgeving wat summier uitgewerkt. Zo is haar niet duidelijk op welke wijze de bezoeker in ‘Hoe alles groeit’ zal worden ondergedompeld in de audiovisuele installatie, en of hij zes “hoofdstukken” lang geboeid zal blijven. Niettemin heeft de commissie de verwachting dat de voorstellingen van grote zeggingskracht zullen getuigen voor het publiek.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De Veenfabriek maakt geëngageerd muziektheater met hedendaagse en populaire muziek. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk werk gemiddeld is. Ook het potentiële publiek voor dit aanbod is van gemiddelde omvang. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie vindt dat de Veenfabriek met een eigen vorm van muziektheater een redelijk publiek heeft weten bereiken en zich in de eigen omgeving goed weet te positioneren. Uit de aanvraag blijkt echter niet dat het gezelschap een duidelijk beeld heeft van het eigen publiek. De commissie constateert bovendien dat er in de afgelopen jaren sprake was van afnemende bezoekersaantallen. In dit licht vindt zij de strategie met betrekking tot de publieksbenadering voor de komende periode niet over de hele linie overtuigend. Er worden nauwelijks duidelijke publieksgroepen onderscheiden, en de beschreven marketinginspanningen zijn niet toegespitst op de doelgroepen. Wel waardeert de commissie de ambitie om – zoals de aanvrager het zelf noemt - zinvol publieksonderzoek te doen. Daarbij kunnen de voorstellingen in eigen huis, mede vanwege de culinaire tak die het gezelschap ontwikkelt, bijdragen aan de publieksbinding. De commissie acht de kansen die de Veenfabriek ziet ten aanzien van het publieksbereik aannemelijk; dit geldt bijvoorbeeld voor ‘Leiden – European City of Science’ in 2022, het 900-jarige bestaan van de Pieterskerk en de genoemde samenwerkingspartners. De commissie heeft dan ook de verwachting dat de Veenfabriek het bestaande publiek zal weten te bestendigen, maar is er niet zonder meer van overtuigd dat de beoogde stijging van de publieksaantallen zal worden gerealiseerd.
De commissie is op zich positief over het streven van de Veenfabriek om een breder publiek te bereiken, zoals de Vietnamese gemeenschap en de LHBTQI-community. De commissie vindt dat er goede aanzetten worden gegeven, door met een diverser team te werken en andersoortige onderwerpen te kiezen. Niettemin vindt zij de plannen op dit punt pril, en is zij er vooralsnog niet van overtuigd dat er substantieel meer divers publiek zal worden bereikt.
De commissie beoordeelt de betekenis van de activiteiten voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als goed.
Zij is van mening dat de activiteiten van de Veenfabriek een bijzondere betekenis hebben op het gebied van inhoud. Met voorstellingen als ‘Theater voor Keti Koti’ en ‘De Verhalenfabriek’ onder leiding van Khadija Massaoudi, vertelt het gezelschap verhalen die volgens de commissie nog niet regelmatig te horen zijn op de Nederlandse podia. Ook de productie ‘Op aarde schitteren we even’ van Phi Nguyen en Manoj Kamps noemt zij in dit verband als voorbeeld.
De commissie vindt dat de Veenfabriek nog steeds een voortrekkersrol heeft in de ontwikkeling van het muziektheater. Voor de komende periode ziet zij door de combinatie van techniek, gastronomie, een non-lineaire dramaturgie en diverse muziekstijlen een verdere ontwikkeling op dit vlak, waardoor de activiteiten van het gezelschap van betekenis zijn op vorm.
De commissie is van oordeel dat er sprake is van betekenis op effect. De Veenfabriek heeft een lange geschiedenis op het gebied van talentontwikkeling en ook in de komende jaren gaat het gezelschap nieuwe makers begeleiden in het Veenfabriek ONTDEKKINGEN-programma.
De commissie beoordeelt de inbedding als goed.
Zij constateert dat de Veenfabriek stevig is verankerd in de culturele infrastructuur van Leiden. Het gezelschap werkt structureel samen met een groot aantal podiumkunstinstellingen in de stad, zoals de Stadgehoorzaal en Stadsschouwburg Leiden, het Scheltemacomplex, Theater Ins Blau, mc KASSETT, PS|Theater en poppodium Gebr. de Nobel.
Daarnaast heeft de commissie waardering voor de samenwerkingsverbanden die de Veenfabriek aangaat met maatschappelijke instellingen, zoals de Kennismakelaar en het theatergezelschap Domino, voor spelers met een verstandelijke beperking. Verder noemt de commissie de Universiteit van Leiden een interessante partner, en het plan om ACPA-promovendi onderzoek te laten uitvoeren en te presenteren in samenwerking met makers van de Veenfabriek relevant.
De commissie leest geen structurele samenwerkingsverbanden met scholen in de aanvraag en stelt vast dat er geen sprake is van inbedding op het gebied van educatie.
Tot slot is de commissie positief over de structurele subsidie die de Veenfabriek ontvangt van de gemeente Leiden, waarmee het gezelschap ook op financieel vlak goed is ingebed in de eigen omgeving.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.