Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Urban Myth is een muziektheatergezelschap uit Amsterdam dat producties maakt voor zowel de kleine als de grote zaal. Het gezelschap baseert zijn werk op persoonlijke geschiedenissen uit de verschillende culturen die Nederland rijk is. De artistieke leiding is in handen van Jörgen Tjon A Fong.
De commissie is gematigd positief over het vakmanschap in de verschillende producties van Urban Myth. Het gezelschap werkt veelal met uitstekende acteurs, zangers en musici. De commissie vindt vooral de spelregie in de voorstellingen vatbaar voor verbetering. Als voorbeeld noemt de commissie de productie ‘Celia!’, over de twee Cubaanse iconen Celia Cruz en Celia Sánchez. Deze voorstelling werd voor een belangrijk deel gedragen door de kwaliteiten van actrice/zangeres Manoushka Zeegelaar-Breeveld, maar de commissie vond de tekstbehandeling en de spanningsboog niet sterk.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van Urban Myth. Kenmerkend voor het werk is naar haar mening dat het gezelschap daarin consequent vertrekt vanuit personen, verhalen en thema’s waarin de cultureel diverse samenleving in Nederland in al haar facetten samenkomt. De commissie stelt vast dat artistiek leider en regisseur Jörgen Tjon A Fong in de afgelopen jaren een eigen artistiek handschrift heeft ontwikkeld. Als voorbeeld noemt zij de voorstelling ‘Martin Luther King’, die naar haar mening opviel door de sterke dramaturgie en goede teksten.
Volgens de commissie heeft het werk van Urban Myth veel zeggingskracht, vooral door de manier waarop aansprekende en herkenbare thema’s in de voorstellingen worden behandeld. Dat gold bijvoorbeeld voor ‘Ella!’, over jazzdiva Ella Fitzgerald. Deze productie maakte volgens de commissie ook indruk door de zangkwaliteiten van Denise Jannah, die ervoor zorgde dat het publiek werd meegenomen in het verhaal. Zij plaatst een kanttekening bij de documentairevorm waarmee in veel producties wordt gewerkt. Deze aanpak leidt soms tot een wat afstandelijke, feitelijke behandeling van de gekozen thema’s, waardoor de overdracht op het publiek wordt beperkt.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
Zij constateert dat Urban Myth voor de periode 2021-2024 in grote lijnen de bestaande artistieke koers voortzet. Het gezelschap gaat onderzoek doen naar de zwarte Europese identiteit in historisch perspectief. In het licht van de producties van de afgelopen periode vindt de commissie dit op zichzelf een interessante ontwikkeling. Waar de artistiek leider van Urban Myth in de afgelopen periode in staat was om goede makers en uitvoerenden aan zich te binden, blijkt uit de voorliggende aanvraag echter niet wie in de komende periode bij de producties worden betrokken. Hierdoor heeft de commissie een stevig voorbehoud bij het vakmanschap. De aanvrager geeft zelf aan dat de driehoek regisseur-dramaturg-muzikaal leider essentieel zal zijn bij het ontwikkelen van de voorstellingen, maar deze functies worden vervolgens bij geen enkel project ingevuld of gemotiveerd. Daarbij worden bij vrijwel geen van de producties de (beoogde) uitvoerenden genoemd, waardoor de commissie niet op voorhand overtuigd is van het te verwachten uitvoeringsniveau.
De commissie is kritisch over de voorgelegde plannen. Zij vindt de thematiek die in de komende periode centraal zal staan, actueel en goed aansluiten bij de signatuur van Urban Myth. Het idee om in dit kader toonaangevende historische figuren in de Nederlandse en Europese geschiedenis te plaatsen vindt zij interessant, maar zij is kritisch over de uitwerking van de intentie om hierbij beeldende kunst en theater te integreren. Hoe het samensmelten van beide disciplines zijn beslag krijgt in de producties, wordt niet toegelicht. Ook wordt niet duidelijk in hoeverre het gezamenlijke onderzoek met musea van invloed zal zijn op het uiteindelijke werk. De commissie mist eveneens een toelichting op de vormgeving van de producties, terwijl de aanvrager stelt dat de voorstellingen een sterk beeldend karakter zullen krijgen. Zij leest al met al onvoldoende terug hoe de vertaalslag van de schilderijen van de historische figuren naar de voorstellingen zal worden gemaakt, wat maakt dat zij niet overtuigd is van de oorspronkelijkheid van de te produceren voorstellingen.
De commissie constateert verder dat de plannen inhoudelijk erg summier zijn uitgewerkt. Zo wordt niet duidelijk welke muziek in de verschillende producties zal worden gebruikt, of hoe de muziek de thematiek en de dramaturgie van de voorstellingen zal versterken. Ook geeft de aanvraag geen inzicht in het verhaal, de opbouw of de spanningsboog van de producties. De commissie kan hierdoor uit de plannen niet opmaken hoe Urban Myth zijn publiek wil confronteren met het eigen referentiekader, zoals het gezelschap beoogt, en is niet overtuigd van de potentiële zeggingskracht van de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
Urban Myth maakt muziektheatervoorstellingen voor de grote en kleine zaal over actuele en maatschappelijke vraagstukken. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek hiervoor gemiddeld is en dat het aantal aanbieders van soortgelijk werk eveneens gemiddeld is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Urban Myth zich redelijk weet te positioneren in het podiumkunstenveld. Het gezelschap heeft in de afgelopen periode behoorlijke bezoekersaantallen weten te realiseren. De commissie vindt de plannen wat betreft de publieksbenadering voor de komende periode echter weinig overtuigend. Het voornemen om de marketing meer in het verlengde van de artistieke visie te brengen noemt zij in beginsel positief, maar zij leest geen concrete uitwerking hiervan. Daarbij is zij kritisch over de beschreven marketinginspanningen. De onderscheiden doelgroepen zijn zeer algemeen, waardoor het moeilijk is hier een gerichte strategie op te voeren. Bovendien worden de pr-middelen en -acties niet gekoppeld aan de genoemde publieksgroepen. De commissie vindt het positief dat Urban Myth in de afgelopen periode veel media-aandacht heeft weten te genereren, wat voor de nodige free publicity heeft gezorgd. Zij stelt vast dat hier in de marketingstrategie echter weinig gebruik van wordt gemaakt. Daarbij acht zij de onderwerpen voor de komende periode minder aansprekend voor het publiek. Zo is de aantrekkingskracht van een voorstelling rondom Martin Luther King in haar ogen waarschijnlijk groter dan van een productie rondom de componist Chevalier de Saint-George. Op basis van het genoemde is de commissie er niet van overtuigd dat Urban Myth de beoogde groei in publieksaantallen zal realiseren.
De commissie waardeert het dat het gezelschap voor de komende periode zijn bestaande publiek wil verbreden, maar de aanvraag is weinig concreet over wie dit publiek is, en hoe het gezelschap zich richting dit publiek nog breder gaat positioneren. Weliswaar zou de samenwerking met musea voor een aanwas van bezoekers met belangstelling voor beeldende kunst kunnen zorgen, maar het plan van aanpak is vooralsnog weinig concreet uitgewerkt.
Tegelijkertijd stelt de commissie vast dat Urban Myth een breed en gemêleerd publiek heeft opgebouwd en daarnaast over een goed netwerk in de Surinaams-Antilliaanse gemeenschap beschikt. Zij is hier positief over en heeft dan ook de verwachting dat het gezelschap dit publiek zal weten te bestendigen.
De commissie beoordeelt de betekenis van de activiteiten voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als ruim voldoende.
Zij is van mening dat de activiteiten van Urban Myth een bijzondere betekenis hebben op het gebied van inhoud. In de komende periode wil het gezelschap onderzoek doen naar de zwarte Europese identiteit en deze in een bredere context plaatsen. Hiermee vertelt Urban Myth verhalen die volgens de commissie nog niet regelmatig te horen zijn op de Nederlandse podia.
Daarnaast verwacht de commissie betekenis vanwege het voornemen om de verhalen van toonaangevende historische figuren van kleur te combineren met beeldende kunst. Dit kan volgens haar nieuwe invalshoeken op de gedeelde Nederlandse geschiedenis bieden.
De commissie vindt dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk is in de Nederlandse podiumkunstpraktijk.
Tot slot is in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect, omdat het werk van Urban Myth geen bijzondere bijdrage levert aan de ontwikkeling van de Nederlandse podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.