Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
Zij kent Sinfonia Rotterdam als een middelgroot orkest dat klassiek repertoire brengt. Het orkest is als Rotterdams Kamerorkest opgericht in 2000 door dirigent Conrad van Alphen. Voor de concerten wordt regelmatig samengewerkt met kamerkoren en gastsolisten. Ook produceert het orkest een festival met gastoptredens van solisten uit andere muziekgenres en disciplines in de openbare ruimte. De concerten vinden voornamelijk plaats in het Wereldmuseum en concertzaal De Doelen in Rotterdam, en de Nieuwe Kerk in Den Haag. De commissie vindt dat Sinfonia Rotterdam gedegen vakmanschap laat horen tijdens de concerten. De klank is volgens haar transparant en krachtig, onder andere door goed gebruik van dynamiek. Ook ritmisch noemt zij het spel strak. De commissie heeft waardering voor de combinatie van relatief jonge en meer ervaren musici binnen de bezetting. Wel vindt zij dat het orkest musici met uitzonderlijke spelkwaliteit mist, waardoor het spel van het orkest als geheel weliswaar degelijk, maar niet uitzonderlijk is.
Het repertoire dat Sinfonia Rotterdam speelt is volgens de commissie weinig verrassend; bovendien komt hieruit geen duidelijke eigen visie naar voren. Zo vindt zij bijvoorbeeld dat de symfonieën van Haydn behoorlijk conservatief worden uitgevoerd. Mede hierdoor mist de commissie een eigen artistieke signatuur die het orkest onderscheidt van de overige aanbieders van symfonisch repertoire. Ook de samenwerkingen met musici zoals Eric Vloeimans hebben volgens haar geen directe meerwaarde voor de oorspronkelijkheid van de programma’s. Hoewel zij de bijdrage qua arrangementen en solospel smaakvol vindt, is de commissie van mening dat het programma aan de veilige kant blijft.
De commissie is kritisch over de zeggingskracht van de concerten. De reguliere concerten van Sinfonia Rotterdam volgen volgens haar te veel het traditionele klassiekemuziekidioom. Zij constateert daarnaast dat het orkest experimenteert met verschillende vormen. Zo is er bijvoorbeeld een serie in combinatie met een wijnproeverij en wordt er opgetreden met solisten uit andere muzikale genres. De commissie vindt deze keuzes behoudend. Ook vindt zij de matches niet altijd goed gekozen waardoor de combinatie geforceerd overkomt.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van de activiteiten die Sinfonia Rotterdam in de afgelopen jaren heeft laten zien. Deze richten zich vooral op het verzorgen van symfonische concerten, naast samenwerkingsprojecten waarbij klassieke muziek wordt gecombineerd met andere disciplines of muziekgenres.
De commissie constateert uit de plannen dat Sinfonia Rotterdam grotendeels kiest voor het uitvoeren van veelal bekende werken uit het klassieke repertoire. Dit sluit volgens haar aan bij het profiel van het orkest, waarbij de Weense klassieken het startpunt van de programmering vormen. De commissie vindt de programmering echter weinig uitgesproken en niet verrassend. Waar het om prikkelender keuzes gaat, zoals in het programma ‘Wereldse kleuren’, is het programma nauwelijks ingevuld. Niet duidelijk is bijvoorbeeld welke Marokkaanse musicus erbij wordt betrokken, noch welk instrument(en) deze gaat spelen. Ook de opdrachtcomponist bij dit programma is nog niet bekend. Over ‘Sinfonia Maritiem’ merkt de commissie op dat zij dit initiatief, waarin klassieke muziek onder meer gecombineerd wordt met meer populaire muziekgenres, in aanzet een aansprekend idee vindt. Zij mist echter een uitgesproken artistieke visie van Sinfonia Rotterdam op deze combinatie. Daardoor wekt het plan de indruk van een pragmatische keuze om een breed publiek te bereiken en is de commissie er niet overtuigd van dat er sprake zal zijn van een erg oorspronkelijke serie concerten.
De commissie is van mening dat Sinfonia Rotterdam met kwalitatief vertrouwenwekkende partners samenwerkingsverbanden wil aangaan, zoals Conny Janssen Danst en Scapino Ballet Rotterdam. De keuze voor de samenwerkingspartners vanuit Sinfonia Rotterdam zelf vindt zij summier gemotiveerd. De commissie ontwaart geen duidelijke artistieke visie van het orkest op deze samenwerkingen en mist een toelichting op de eigen artistieke inbreng hierbij. Hierdoor lijkt Sinfonia Rotterdam volgens haar vooral een begeleidende rol te hebben. De commissie vindt dat in deze samenwerkingsprojecten geen duidelijk eigen signatuur van het orkest naar voren komt.
Op grond van het gedegen vakmanschap van Sinfonia Rotterdam heeft de commissie het vertrouwen dat de beoogde concertprogramma’s kwalitatief goed zullen worden uitgevoerd. Zij merkt hierbij op dat zij de gekozen solisten bij de diverse programma’s ook vertrouwenwekkend vindt. Door de weinig uitgesproken keuzes en de beperkte uitwerking van de plannen verwacht zij echter geen programma’s met een hoge mate van zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
Zij constateert uit de plannen dat Sinfonia Rotterdam in de komende periode werk van de Weense klassieken tot en met een enkele hedendaagse compositie wil verzorgen. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders dat soortgelijk aanbod verzorgt groot is. De commissie stelt tegelijk vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert uit de aanvraag dat Sinfonia Rotterdam stevig is verankerd in Rotterdam en zich daar goed weet te positioneren met het aanbod dat het orkest brengt. Uit publieksonderzoek blijkt dat Sinfonia Rotterdam in deze stad naast de reguliere bezoekers van klassieke muziekconcerten ook een bredere groep luisteraars trekt. De commissie is positief over deze goede inbedding en de stabiele speelpraktijk van het orkest in Rotterdam. In de stad speelt het ensemble in enige mate een rol voor wat betreft dit criterium. Over de voornemens in het plan is zij echter kritisch. Zij leest in het plan de wens om een toename van het publiek te bewerkstelligen door meer te gaan spelen in theaters verspreid over het land. Het plan overtuigt de commissie niet dat Sinfonia Rotterdam voldoende publiek zal weten te vinden voor deze concerten. De commissie vindt de beoogde doelgroepen in het plan daarvoor te weinig gespecificeerd. Zij mist bovendien een beschrijving van de marketingmiddelen en de koppeling daarvan aan de beoogde doelgroepen, die past bij een zo grote uitbreiding van het werkterrein.
Wat betreft het aspect verbreding van het publiek constateert de commissie dat Sinfonia Rotterdam de in het Mosaic-model gehanteerde doelgroep ‘wijkgerichte vrijetijdszoekers’ in de toekomst verder wil uitbreiden. De commissie mist hierbij een gedegener uitwerking van deze ambitie. Daarnaast vindt zij de intentie om het bereiken van een multicultureel publiek te intensiveren door het aanbieden van zogenaamde multiculturele programmering niet goed uitgewerkt. De commissie mist een overtuigende strategie van het orkest om de beoogde doelgroepen bij zijn concerten te betrekken.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als neutraal.
Zij is van mening dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op inhoud, omdat het werk van Sinfonia Rotterdam geen aanbod betreft dat verder weinig te horen is in Nederland. De commissie treft geen opvallende muziekinhoudelijke keuzes aan in de programma’s.
Daarnaast vindt de commissie dat er geen sprake is van een bijzonder betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk in de Nederlandse podiumkunstpraktijk. Zij merkt in dit verband op dat de samenwerkingsprojecten ook te weinig zijn toegelicht om zicht te krijgen op een eventueel bijzondere verschijningsvorm.
Tot slot is er in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect, omdat het werk van Sinfonia Rotterdam geen uitzonderlijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van de podiumkunsten. Zij vindt het werk niet voorbeeldstellend voor andere klassieke ensembles of orkesten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.