Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Zij kent Pynarello als een hybride ensemble dat klassiek repertoire brengt in verschillende bezetting. Pynarello wordt geleid door violist Lonneke van Straalen en speelt de composities uit het hoofd en zonder dirigent. Het ensemble is relatief jong en heeft in de afgelopen jaren een concertpraktijk opgebouwd. Binnen de programma’s worden samenwerkingen aangegaan met onder andere schrijvers en acteurs en Pynarello produceert ook kinderconcerten. Er zijn relaties met middelgrote concertzalen door heel Nederland.
Pynarello heeft ervoor gekozen om aan de commissie alleen korte trailers aan te leveren van een aantal hoogtepunten van de afgelopen jaren. De commissie wil hierbij aantekenen dat zij uit deze fragmenten weinig kan afleiden wat betreft de totale programma’s. Zij heeft haar oordeel daarom mede gebaseerd op eigen waarnemingen, al dan niet van opnames van het internet. Zij vindt dat het ensemble bestaat uit musici met een goede staat van dienst. De artistiek leider van het ensemble heeft de taak op zich genomen om de musici te leiden en doet dat kundig en met enthousiasme. De commissie vindt het streven om de werken uit het hoofd te spelen bijzonder. Dit gaat de musici ook goed af. Zij heeft echter ook kritiek op de muzikale uitwerking ervan. Het gaat namelijk in sommige gevallen ten koste van het samenspel. Ook de opstelling van de secties binnen grotere bezetting, zoals het geval was in de uitvoering van de negende symfonie van Dvořák, zorgt in sommige gevallen dat er te weinig drive zit in het muzikale betoog.
De commissie vindt de werkwijze van Pynarello eigenzinnig. Het uit het hoofd spelen van ingewikkelde werken zoals de symfonieën van Beethoven en dit uitvoeren zonder dirigent, getuigt volgens haar van een avontuurlijke houding. Het artistieke concept van Pynarello vindt zij dan ook zeer oorspronkelijk. Door het veranderen van een aantal conventies binnen de klassiekemuziekwereld is het ensemble volgens haar voorbeeldstellend. Ook de programma’s die het ensemble initieert, hebben een duidelijke artistieke lijn. Hierin ziet de commissie de eigen signatuur terug, waarvan de producties met onder andere de Gallowstreet brassband en schrijver Franca Treur goede voorbeelden zijn.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de concerten van Pynarello. Hoewel het repertoire vaak gekend is en ook de interpretaties niet heel afwijkend zijn, is er sprake van een bijzondere publieksbeleving door het zichtbaar enthousiasme waarmee de musici musiceren. De commissie stelt vast dat zij dit ook overbrengen op hun publiek. Pynarello bereikt hiermee een grote zeggingskracht met gekend repertoire.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een bestendiging van het aanbod dat Pynarello sinds de oprichting in 2017 heeft ontwikkeld. Zij ontwaart in het plan enthousiasme en bevlogenheid van het ensemble in het brengen van symfonische muziek, dicht op de huid van de concertbezoeker. De commissie is van mening dat Pynarello het belang van zijn eigenzinnige benadering goed uitlegt. De uitgangspunten en drijfveren van het ensemble vindt zij helder geschetst.
Hoewel Pynarello de bouwstenen van zijn programmering duidelijk maakt, ontwaart de commissie weinig lijn in de plannen. De individuele programma’s sluiten volgens haar aan bij de artistieke signatuur van het ensemble, waarbij de focus vooral ligt op de gekozen vorm van uitvoeren en op het betrekken van het publiek. De programma’s zelf vindt zij echter weinig uitgewerkt qua artistieke keuzes. Er ontbreekt volgens haar een muziekinhoudelijke motivatie voor een groot aantal van deze keuzes. Zo is het de commissie niet duidelijk waarom de Beethovenpatchsymfonie uit vijf delen moet bestaan, in plaats van de gebruikelijke vier, of wat de muziekinhoudelijke redenen zijn om Sjostakovitsj’ negende symfonie uit te breiden met twee nieuwe delen. In dit verband mist zij ook een motivatie voor de keuze van de twee componisten die de nieuwe delen voor de symfonie van Sjostakovitsj schrijven.
De commissie heeft het vertrouwen dat Pynarello zijn enthousiaste wijze van musiceren in de komende periode zal voortzetten en daarmee het publiek zal weten te boeien, vooral in de symfonische concerten. Zij zet echter een kritische kanttekening in dit verband bij de beoogde interdisciplinaire samenwerkingen, zoals met Trouble Man en Marjolijn van Heemstra. Uit de aanvraag komt volgens haar geen helder beeld van de beoogde voorstellingen naar voren. De commissie krijgt daardoor geen goed inzicht in de zeggingskracht van deze producties. Dit vindt zij ook gelden voor een project als ‘De Wereld draait door – kameropera’, dat zeer summier is toegelicht.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert uit de plannen dat Pynarello in de komende periode voornamelijk concerten met klassieke symfonische muziek wil verzorgen. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod groot is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders dat soortgelijk aanbod verzorgt, eveneens groot is. Zij is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
Door het loslaten van een traditionele manier van presenteren en door afwijking van de conventies van de klassieke muziekpraktijk stelt Pynarello aantrekkelijk te zijn voor zowel het meer traditionele concertpubliek als voor nieuwe, jongere bezoekers. Het ensemble zegt beide groepen dan ook terug te zien bij zijn concerten. De commissie is positief hierover en constateert dat het publieksbereik van Pynarello sinds de oprichting in 2017 gestaag is gegroeid. De belangstelling voor Pynarello blijkt volgens haar ook uit de omarming van het ensemble door TivoliVredenburg en de bereidheid van meerdere concertzalen om concerten ervan in de programmering op te nemen. De commissie ziet dan ook wel enige potentie voor Pynarello om in de komende tijd een verdere publieksgroei te realiseren.
Zij is echter kritisch over de summiere en weinig overtuigende uitwerking van de plannen met betrekking tot de publieksfunctie. Zo vindt de commissie de keuze van Pynarello om over twee doelgroepen en een aparte focusdoelgroep te spreken geforceerd. Daarnaast is zij kritisch over het feit dat de ambities ten opzichte van deze drie doelgroepen weinig concreet zijn beschreven. Pynarello wil zijn publiek onder meer vergroten door meer middelbare scholieren te bereiken. Uit het plan wordt volgens de commissie echter nauwelijks duidelijk hoe het ensemble dit wil verwezenlijken. Zij is in dit verband tevens kritisch over het punt dat Pynarello de contacten met middelbare scholieren grotendeels neerlegt bij de concertzalen. Zij ontwaart geen acties van de het ensemble zelf hiertoe, wat in de ogen van de commissie wel noodzakelijk is.
Daarnaast spreekt Pynarello de wens uit om in aanraking te komen met een diverser publiek door buiten de concertzalen te spelen of door in gesprek te gaan met zalen die een bicultureel publiek bedienen, zoals De Meervaart. Ook deze plannen vindt de commissie weinig uitgewerkt. Zij heeft op basis van het plan dan ook weinig vertrouwen dat deze ambitie zal worden gerealiseerd.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als ruim voldoende.
Zij is van mening dat er sprake is van enige mate van betekenis op vorm. Voor enkele van de geplande projecten kiest Pynarello voor een interdisciplinaire aanpak. Hoewel deze aanpak op zichzelf niet uitzonderlijk is, constateert de commissie dat deze benadering in de meer traditionele klassieke muzieksector minder voorkomt, zeker waar het symfonisch aanbod betreft.
Daarnaast is de commissie van mening dat er sprake is van betekenis op effect. Door de enthousiasmerende en eigenzinnige benadering van Pynarello, waarmee het de klassieke muziekconventies openbreekt, kan het ensemble voorbeeldstellend zijn voor andere orkesten.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie geen bijzondere betekenis op inhoud, omdat het werk van Pynarello geen aanbod betreft dat inhoudelijk verder weinig te horen is op de Nederlandse podia.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.