Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
Het Amsterdamse jeugddansgezelschap plan d- maakt sinds 2008 onder artistieke leiding van choreograaf en danser Andreas Denk danstheater voor zowel jonge kinderen als hun families. De vaak absurde, humoristische voorstellingen zijn gebaseerd op thema’s die in de maatschappij spelen. Het gezelschap treedt op in theaters en op locatie in Nederland, en in beperkte mate op internationale podia en festivals.
In de manier waarop choreograaf Andreas Denk vaak grote maatschappelijke thema’s vertaalt naar bewegingsmateriaal en een voorstellingsconcept, herkent de commissie vakmanschap. Dit vakmanschap kwam ook naar voren in de uitstekende timing en het goede acteerwerk in een productie als ‘Roest’. De commissie plaatst een kanttekening bij de choreografische structuur van de voorstellingen, waarin de choreograaf zich soms verliest in een overmatige aandacht voor detaillering in zowel decor als het bewegingsmateriaal zelf.
De producties van plan d- getuigen volgens de commissie van oorspronkelijkheid door het fantasierijke, slapstickachtige bewegingsmateriaal, waarin absurde mislukkingen geen fatale afloop hebben, maar juist positief uitpakken en leiden tot verbinding. Hoewel het werk van plan d- door zijn sterke artistieke signatuur herkenbaar is voor het publiek, zijn de voorstellingen uit de afgelopen jaren naar de mening van de commissie niet van constante kwaliteit. Als voorbeeld noemt zij de productie ‘Floris’, waarin de scènes op een onevenwichtige manier waren uitgewerkt.
Positief is de commissie over de resultaten van de samenwerkingen van Andreas Denk met andere makers of gezelschappen. Zo resulteerde de samenwerking met De Dansers in het geval van ‘Roest’ tot een onderscheidende productie waarin dans, acrobatiek en livemuziek op hilarische wijze een ode brachten aan het ‘abnormale’.
De commissie vindt de zeggingskracht van plan d- wisselend. Daar waar er sprake is van een sterke spanningsopbouw in combinatie met slapstick en humor, zoals in ‘Roest’, weet het werk kinderen aan te spreken. Maar waar de dramatische lijn minder sterk is aangebracht, zoals in de producties ‘Floris’ en ‘Dag Donker’, sluiten de voorstellingen naar de mening van de commissie minder goed aan bij de beleving van de jeugdige doelgroep.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zeer goed.
Zij is van mening dat de plannen van plan d- voor de periode 2021-2024 overzichtelijk zijn uitgewerkt en naadloos aansluiten op het werk dat in de afgelopen beleidsperiode is uitgebracht.
Uit de aanvraag spreekt volgens de commissie een oprechte artistieke bevlogenheid om werk te maken dat aansluit bij de belevingswereld van het kind. In de manier waarop choreograaf Andreas Denk een jong publiek wil aanspreken op zijn eigen creativiteit en fantasie, komt zijn vakmanschap volgens de commissie mooi tot uitdrukking. Daarnaast is zij positief over het feit dat er wordt gewerkt met een stevig artistiek team en vindt zij de beoogde samenwerkingspartners van een goede kwaliteit. De commissie heeft waardering voor de gedegen wijze waarop er in de aanvraag wordt gereflecteerd op de afgelopen jaren. Zo wordt in de terugblik helder toegelicht waar plan d- ruimte ziet voor verbetering. De aanpak die hieruit voortvloeit, vindt de commissie overtuigend. Zo zet plan d- expliciet in op verdere artistieke ontwikkeling met een meer gestructureerde aanpak en werkwijze. De overkoepelende artistieke visie van Andreas Denk gaat daarbij nog altijd uit van een aantal kernwaarden, waarmee hij in de afgelopen jaren een onderscheidende signatuur heeft opgebouwd. De visuele toegankelijkheid, de absurde humor, de interactie met objecten en de slapstickachtige vorm van het werk staan ook de komende periode centraal in de producties. De commissie vindt dat deze kernwaarden op een oorspronkelijke manier terugkomen in de beschrijving van de activiteiten.
De plannen maken volgens de commissie goed inzichtelijk op welke manier Andreas Denk maatschappelijke thema’s wil belichten en daar gelaagdheid in wil aanbrengen. De manier waarop hij bijvoorbeeld invulling geeft aan de productie ‘Zwerfhonden’ vindt zij fantasievol en passend bij de artistieke signatuur van plan d-. De commissie heeft hierbij waardering voor de manier waarop Andreas Denk een maatschappelijk relevant thema inzet en daarbij veel ruimte laat voor de eigen invulling van kinderen. Dit ziet zij ook terug in de productie ‘Beethoven’. Het personage van Beethoven vindt zij in deze productie op een fascinerende wijze uitgelicht evenals de manier waarop klassieke muziek onder de aandacht wordt gebracht bij een jong publiek.
Op basis van de genoemde argumenten constateert de commissie dat plan d- in alle facetten van de aanvraag de jeugdige doelgroep centraal zet. Door het oprechte inlevingsvermogen dat hieruit spreekt en de manier waarop dit zich vertaalt naar activiteiten, heeft de commissie veel vertrouwen in de zeggingskracht van het werk.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als goed.
Zij constateert uit de plannen dat plan d- in de komende periode dansvoorstellingen wil produceren voor een jong publiek. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders dat soortgelijk aanbod verzorgt groot is. De commissie stelt tegelijk vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie vindt dat plan d- zich de afgelopen jaren duidelijk heeft gepositioneerd binnen het jeugddanscircuit. De visie van plan d- op het gebied van publiekbenadering maakt op de commissie een oprechte en vertrouwenwekkende indruk. Zij is positief over de uitgewerkte beschrijving van de beoogde doelgroepen. De manier waarop plan d- zijn publiek actief opzoekt, vindt zij daarnaast lovenswaardig. Dit blijkt onder meer uit de passende doeactiviteiten die worden ontwikkeld ter voorbereiding op het onderwerp van de voorstelling.
De commissie constateert dat plan d- in de afgelopen periode met een relatief kleine organisatie een zeer groot aantal voorstellingen heeft gerealiseerd, waarmee het een breed en divers publiek heeft bereikt. Zij leest in het plan dat het gezelschap ervoor kiest de druk te verlagen door jaarlijks minder te spelen, maar dat het gemiddelde bezoekersaantal per voorstelling gelijk zal blijven. Op basis van het succes van de afgelopen jaren en het circuit waarbinnen plan d- opereert, heeft de commissie er vertrouwen in dat plan d- zijn rol als aanbieder van jeugddans zal weten te consolideren.
De commissie is er op basis van het plan van overtuigd dat plan d- een bijdrage kan leveren aan publieksverbreding. Uit het plan blijkt dat het gezelschap zich gaat richten op het bereiken van een nieuwe doelgroep: tieners tussen de 8 en 14 jaar, een doelgroep die relatief moeilijk te bereiken is. De commissie is positief over dit voornemen en vindt het vertrouwenwekkend dat plan d- een stevig netwerk van partnerorganisaties inzet om dit publiek te bereiken. Verder vindt zij het een mooi gegeven dat plan d- projecten wil realiseren voor mensen met een beperking. De commissie vindt dat het gezelschap hier een doordachte strategie voor heeft geformuleerd, en is positief over het feit dat deze projecten zijn gekoppeld aan het reguliere aanbod van plan d-.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als ruim voldoende.
Zij is van mening dat er sprake is van betekenis op vorm. De commissie stelt vast dat plan d- humoristische danstheatervoorstellingen maakt voor een jong publiek. Hierin vertaalt Andreas Denk maatschappelijke thema’s naar voorstellingen met een bijzondere fysieke, slapstickachtige verschijningsvorm.
Verder is de commissie van mening dat er sprake is van betekenis op effect vanwege de bijdrage aan de internationale positie van de Nederlandse podiumkunsten. Het gezelschap heeft volgens de commissie inmiddels een stevig netwerk van partners en speelplekken in het buitenland gerealiseerd. Het gezelschap streeft er daarnaast naar om opgedane contacten te verstevigen en een cultureel uitwisselingsproject met partnerensemble Theater Ave Lola uit Curitiba (Brazilië) te realiseren.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie geen bijzondere betekenis van het werk op inhoud. Het soort aanbod dat plan d- brengt, betreft volgens haar geen aanbod dat inhoudelijk verder weinig te zien is op de Nederlandse podia.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.