Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Zij kent de groep als een kwartet van slagwerkers dat een breed repertoire brengt in theatrale setting. Het kwartet bestaat uit Freek Koopmans, Janwillem van der Poll, Eric Robillard en René Spierings. De voorstellingen zijn een combinatie van muziek(theater) en acrobatiek waarin het slagwerk een prominente rol heeft. Percossa werkt met verschillende gerenommeerde regisseurs en schrijft de muziek voor zijn voorstellingen deels zelf. De voorstellingen worden gespeeld in het circuit van grote concert- en theaterzalen.
De commissie vindt het vakmanschap van Percossa gedegen. De individuele slagwerkers zijn allen technisch goed onderlegd. Ook is de commissie positief over het samenspel, dat zij strak noemt. Wel mist zij verschillen in dynamiek in de concerten, wat het muzikale aandeel enigszins vlak maakt. Ook vindt zij de vocale kwaliteiten van de slagwerkers minder sterk. Dit kwam bijvoorbeeld naar voren in de voorstelling ‘Knock Out’ waarin de slagwerkers onder andere een eigen interpretatie van een Braziliaanse samba zongen.
Over de oorspronkelijkheid is de commissie kritisch. Volgens haar staat de muziek die Percossa maakt primair in dienst van de theatrale opzet van de voorstellingen. Deze zijn strak geregisseerd, maar bieden daardoor weinig ruimte voor improvisatie. Ook vindt zij de samenhang van de muzikale delen soms fragmentarisch doordat de nadruk ligt op het laten horen van verschillende stereotypes uit muzikale genres. De commissie mist in het werk een herkenbare eigen signatuur.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de producties van Percossa. Ze vindt de voorstellingen afwisselend en met een goede spanningsboog. De theatrale kwaliteiten van de spelers en het fraai vormgegeven decor dragen ook bij aan de zeggingskracht. De manier waarop de groep in de jeugdvoorstelling ‘De Gebroeders Kist’ contact maakt met de kinderen, vindt de commissie getuigen van affiniteit met deze doelgroep. Percossa produceert vaker voorstellingen voor deze doelgroep en de commissie vindt dat deze goed aansluiten bij hun belevingswereld.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De commissie constateert in de plannen dat Percossa trouw blijft aan slagwerkmuziek als de kern van zijn artistieke signatuur, in alle breedte van deze muziekdiscipline. Na een periode van dertig jaar wil Percossa zijn multidisciplinair slagwerktheater verdiepen en een overgang bewerkstelligen naar een meer verhalende theatervorm in de voorstellingen voor volwassenen. In de jeugdvoorstellingen wordt deze verhalende vorm al langer toegepast. De commissie heeft waardering voor deze ambitie, maar stelt vast dat deze artistieke benadering in het plan niet wordt uitgediept en evenmin goed wordt gemotiveerd. Mogelijke inspiratiebronnen worden niet genoemd en beoogde auteurs, regisseurs en dramaturgen worden onvoldoende toegelicht, noch wat motivatie, noch wat artistieke verwachtingen betreft. Waar wel namen worden genoemd, zoals bij de voorstelling ‘de Nachtwacht’, mist de commissie een nadere uitwerking. De commissie is daarmee van oordeel dat de ambitie tot artistieke verdieping bij voorstellingen voor volwassenen blijft steken in een voornemen, wat maakt dat zij kritisch is over de oorspronkelijkheid van de plannen. De commissie stelt vast dat het bij de nieuwe samenwerkingspartners voor de vier geplande voorstellingen alleen om muzikale partners gaat, en nauwelijks om partners die de versterking op theatraal gebied ondersteunen. Dat versterkt voor de commissie de geloofwaardigheid van de strategische wijziging van de artistieke koers niet.
Vanuit de optiek van zeggingskracht van de voorstellingen van Percossa is de commissie nieuwsgierig naar de aangekondigde coproductie met choreograaf Lonneke van Leth. Ze vindt het plan echter te weinig informatie bieden om een duidelijk beeld te krijgen van wat deze coproductie artistiek zal laten zien, om de meerwaarde voor de zeggingskracht te kunnen inschatten. De commissie vindt de verhaallijnen van de voorstellingen die Percossa in de komende periode wil maken mager uitgewerkt. Van bijvoorbeeld de producties ‘Hotel Cargo’ en ‘Escape Room’ worden in het plan alleen openingsscènes kort getypeerd. Zeker in de beoogde ontwikkeling naar narratief theater had de commissie hier een uitwerking van verhaal en dramaturgie gepresenteerd willen zien. Zij is hierdoor kritisch over de zeggingskracht van het beoogde nieuwe type voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert uit de plannen dat Percossa in de komende periode concerten en voorstellingen wil verzorgen waarin (pop)muziek en (muziek)theater elkaar raken. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van dit soort aanbod groot is. De commissie stelt verder vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod in Nederland eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat er sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Percossa erin slaagt om zich binnen dit aanbod goed te positioneren en een redelijk groot publiek te bereiken. De commissie merkt in de plannen op dat Percossa in de komende beleidsperiode de huidige bezoekersaantallen in Nederland wil vasthouden bij een gelijkblijvend aantal speelbeurten. Daarbij is een groei van het aantal schoolvoorstellingen voorzien en een daling van het aantal speelbeurten van reguliere voorstellingen. De commissie vindt het positief dat Percossa een marketingprofessional wil aanstellen die een marketingplan en publiciteitscampagnes zal ontwikkelen om het publieksbereik te continueren, gericht op vier bezoekersprofielen: scholieren/jongeren, slagwerkliefhebbers, theaterliefhebbers en nieuwe Nederlanders. De commissie mist in de aanvraag de contouren van een dergelijk plan, waardoor zij een beeld zou kunnen krijgen van de stapsgewijze aanpak in het behoud van het gerealiseerde publieksbereik. Zij is er daarom niet van overtuigd dat Percossa erin zal slagen om bij minder speelbeurten de huidige publieksaantallen vast te houden.
De commissie mist in de aanvraag een overtuigende strategie voor publieksdiversificatie. De commissie is op zichzelf positief over de artistieke samenwerking die Percossa wil aangaan met jonge, getalenteerde componisten die thuis zijn in muziek uit andere culturen, maar zij is van mening dat het gezelschap er te gemakkelijk van uitgaat dat deze samenwerking automatisch zal leiden tot een publiek met verschillende culturele achtergronden.
De commissie beoordeelt de betekenis van de activiteiten voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als neutraal.
De commissie vindt dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op inhoud, omdat er in het werk van Percossa geen thema’s aan de orde zijn die verder niet aan bod komen op de Nederlandse podia.
Ook vindt de commissie dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een heel andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk in de Nederlandse podiumkunstpraktijk.
Op basis van de aanvraag is er in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.