Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
PeerGrouP is het locatietheatergezelschap van Noord-Nederland. Thema’s van het platteland en samenwerking met bewoners vormen een rode draad in de projecten. Dirk Bruinsma is de artistiek leider van het gezelschap. De voorstellingen vinden plaats in Drenthe.
De commissie is positief over het vakmanschap van PeerGrouP. Zij vindt dat de voorstellingen vakmatig goed in elkaar zitten. De commissie constateert vakmanschap in de regie, ook als er niet-professionele acteurs meedoen in de producties. Zij vindt het spel en de dramaturgie in de voorstellingen van niveau, met uitzondering van een enkele minder geslaagde voorstelling, zoals ‘Missie zkt. Massa’. De commissie constateert dat de producties van het gezelschap vakkundig worden gemaakt en noemt als voorbeeld de goede teksten en de soundscape in ‘Maalkop’. Het werk laat volgens de commissie ook een expertise op het gebied van locatietheater zien. De commissie is ook positief over de samenwerkingsverbanden van PeerGrouP.
De commissie is gematigd positief over de oorspronkelijkheid. Zij vindt dat het gezelschap een duidelijke signatuur heeft: PeerGrouP vertelt verhalen van Drenthe (en Noord-Nederland). Zij vindt ook de locaties en de manier van maken op die plekken bijdragen aan de oorspronkelijkheid van het gezelschap. Dat geldt ook voor het spelen in en op het platteland, en de verhalen die daardoor worden ontsloten. Zij plaatst een kanttekening bij de voorstellingen die geen actuele thematiek of journalistiek karakter hebben, die zij minder herkenbaar vindt. De commissie noemt als voorbeeld ‘Verhalen over Vermaning’, vier verhalenavonden over een omstreden amateurarcheoloog, ter voorbereiding op de productie ‘De Affaire Vermaning’. De commissie vindt bovendien dat de verscheidenheid aan regisseurs met wie PeerGrouP werkt, afdoet aan de herkenbaarheid van door de sterk uiteenlopende uitingsvormen.
De commissie vindt de producties van PeerGrouP van zeggingskracht getuigen. In ‘Niemand is hier eenzaam’, een voorstelling over ouderen, werd hun belevingswereld ontsloten voor een publiek van jongeren. De gelaagdheid in de productie zorgde voor veel impact op het publiek. De commissie plaatst een kanttekening bij de zeggingskracht, omdat zij vindt dat de thematieken meestal zo specifiek zijn toegespitst op de locaties in Drenthe of Noord-Nederland, dat deze minder aansprekend zijn voor een breder regulier publiek.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
De plannen voor de komende periode vormen volgens de commissie een voortzetting van het werk dat PeerGrouP in de afgelopen jaren heeft laten zien.
De commissie is positief over de voorstellingsconcepten die PeerGrouP in het plan presenteert. Zij constateert dat uiteenlopende maatschappelijke problemen als landbouwbeleid, voedselvoorziening, klimaatverandering, leefbaarheid en groei/krimp, onderwerp zijn van de voorstellingen die in het plan worden beschreven. Zij vindt deze thema’s actueel en spannend. De onderwerpkeuzes dragen volgens haar bij aan de oorspronkelijkheid van de voorstellingen. Daarnaast wordt hierin de signatuur van het gezelschap duidelijk zichtbaar. Zij spreekt zich in dit verband in het bijzonder positief uit over de voorstelling ‘De Afvalkathedraal’, die zij een sterke thematische voortzetting vindt van de eerdere voorstelling ‘Strokasteel’.
De commissie heeft waardering voor de specifieke werkwijze van het gezelschap, waarbij lokale gemeenschappen in een proces van cocreatie inhoudelijk bij de voorstellingen betrokken worden. De commissie verwacht dat deze werkwijze zal bijdragen aan de zeggingskracht van de voorstellingen. Wel merkt zij op dat in de aanvraag niet duidelijk wordt hoe dit proces van cocreatie precies verloopt, en wie erbij betrokken zijn. Mogelijke deelnemers die in de aanvraag worden genoemd variëren van wetenschappers tot de lokale bevolking. Vanwege deze onduidelijkheid plaatst de commissie een kanttekening bij de te verwachten zeggingskracht van de plannen.
Verder heeft de commissie vertrouwen in de artistieke partners waarmee PeerGrouP in de komende periode samenwerkt. Zij beschikken volgens haar over een onmiskenbaar vakmanschap. Zij verwacht dat de inbreng van Jacob ter Veldhuis, Nick Steur, Herman van de Wijdeven en Jos van Kan zal leiden tot een grote zeggingskracht van de voorstellingen. Wel stelt de commissie vast dat de artistieke richting in de aanvraag voor een belangrijk deel wordt bepaald door deze samenwerkingen. Zij vindt het dan ook een gemis dat de visie van de artistiek leider op deze samenwerkingen minder goed zichtbaar is in de aanvraag. Ook in de rol van PeerGrouP als initiator van gemeenschapstheater bij de meeste projecten ziet de commissie een risico dat de eigen signatuur van het gezelschap hierdoor uit beeld verdwijnt.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat PeerGrouP in de komende periode verdergaat met het maken van locatietheater. Zij stelt vast dat het potentiële publiek hiervoor klein is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens klein is. Daarmee is volgens de commissie sprake van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie is positief over de manier waarop PeerGrouP zich met zijn specifieke aanbod heeft weten te positioneren en veel nieuwe publieksgroepen weet te bereiken. Zij stelt vast dat de aanvrager een publieksonderzoek heeft uitgevoerd waaruit blijkt dat het publiek vooral op basis van locatie en thema voor een voorstelling van PeerGrouP kiest. Hierbij heeft de aanvrager twee focuspunten geformuleerd. Zo wil het gezelschap per project de betrokkenheid van het bestaande publiek vergroten. Daarnaast richt het gezelschap zich op het zoeken, vinden en binden van een nieuw publiek.
De commissie heeft waardering voor het feit dat PeerGrouP per project 80 procent nieuw publiek trekt, bestaande uit groepen die niet geregeld naar het theater gaan. De specifieke werkwijze van PeerGrouP, waarbij lokale gemeenschappen nauw betrokken zijn bij de voorstellingen, wordt volgens haar goed vertaald naar een strategie om dit publiek te bereiken. Dit draagt volgens haar in belangrijke mate bij aan de beoogde publieksverbreding. Hoewel de commissie er vertrouwen in heeft dat PeerGrouP hiermee het begrote aantal bezoekers per jaar kan bereiken, is zij kritisch over de plannen voor wat betreft het binden van het nieuwe publiek. Zij vindt deze doelgroep in het plan weinig specifiek beschreven. Daarnaast mist zij een overtuigende strategie om dat publiek te bereiken. Een commissie plaatst ook een kanttekening bij de ambitie om het publiek voor een langere termijn te binden aan PeerGrouP. Ook hiervoor mist zij een helder uitgewerkte strategie. Zij is er op basis van het plan dan ook niet van overtuigd dat PeerGrouP alle ambities op het gebied van publieksbereik zal weten te realiseren.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als voldoende.
De commissie is van mening dat het werk van PeerGrouP van betekenis is op het gebied van inhoud, omdat het gezelschap lokale thema’s en verhalen, die doorgaans niet of nauwelijks te horen zijn op de Nederlandse podia, kiest als uitgangspunt van de voorstellingen.
De commissie vindt dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk is in de Nederlandse podiumkunstpraktijk.
Tot slot is in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect, omdat het werk van PeerGrouP geen bijzondere bijdrage levert aan de ontwikkeling van de Nederlandse podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.