Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Zij kent orkest de ereprijs als een middelgroot ensemble dat nieuwe hedendaags gecomponeerde muziek speelt. Het ensemble is opgericht in 1979 door dirigent Wim Boerman en bestaat momenteel uit een kernbezetting van 14 musici. Binnen de bezetting is er ruimte voor zowel elektrisch als akoestisch instrumentarium. Het ensemble laat jaarlijks in opdracht veel nieuwe composities schrijven. Ook organiseert orkest de ereprijs de jaarlijkse compositiecompetitie ‘Young Composers Meeting’. De concerten vinden plaats in het circuit van kleine en middelgrote concertzalen in Nederland met een bijzondere focus op het oosten van het land.
De commissie vindt het vakmanschap dat naar voren komt tijdens de concerten, van wisselende kwaliteit. De instrumentbeheersing van de musici is volgens haar over het algemeen goed. Zij vindt echter dat er in het samenspel soms een gebrek aan detail te horen is. Dit geldt voor zowel de intonatie als de ritmiek. Ook in de dynamiek van de gespeelde werken is volgens de commissie weinig finesse te horen. Dit kwam bijvoorbeeld naar voren in het concert ‘Best of Young Composers Meeting’ tijdens de Gaudeamus Muziekweek.
De eigen signatuur van orkest de ereprijs zit volgens de commissie voornamelijk in het feit dat componisten met een heel verschillende achtergrond speciaal voor deze bezetting schrijven. Zij is dan ook positief dat er nieuw repertoire van jonge componisten wordt gespeeld. Ook de combinatie van elektroakoestisch instrumentarium draagt bij aan de signatuur van het ensemble. Over de invulling van de thematiek binnen de concertprogramma’s is de commissie minder enthousiast. Zij vindt deze enigszins gezocht, wat afbreuk doet aan de oorspronkelijkheid. Bijvoorbeeld in een programma als ‘Van ‘Vaderlief’ tot ‘Hab ich Ade gesagt” vond zij de combinatie van de liederen van Mahler, smartlappen en nieuw gecomponeerd werk onvoldoende een coherent geheel vormen. Het uiteindelijke programma was in de ogen van de commissie vooral tijdens de uitvoering van de nieuwe composities van Richard Ayres en Guus Janssen interessant.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de concerten. Zij constateert dat er de laatste jaren binnen de groep musici een verjonging plaatsvindt. Dit is volgens de commissie te horen tijdens de concerten, waarin met een aanstekelijk enthousiasme wordt gespeeld. Zij vindt dat dit de zeggingskracht heeft vergroot.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van het werk dat orkest de ereprijs in de afgelopen jaren heeft laten zien.
De commissie is van mening dat orkest de ereprijs een weinig helder plan heeft voorgelegd. Het plan kent volgens haar weinig focus door de vele doelstellingen, uitgangspunten en onduidelijke ambities. Daarbij vindt zij de artistieke lijnen waaronder de programma’s zijn gerangschikt te algemeen gedefinieerd, waardoor deze niet bijdragen aan een heldere presentatie van de grote hoeveelheid aan plannen. Daarnaast merkt de commissie op dat zij de visie van de nieuwe artistiek leider Aspasia Nasopoulou mist, die het komende jaar aantreedt. Volgens orkest de ereprijs is in overleg met haar de visie van het ensemble aangescherpt. De wijzigingen die het orkest naar aanleiding daarvan wil doorvoeren, bevinden zich volgens de commissie vooral op het detailniveau van de programmering. Zij mist een duidelijke beschrijving van wat deze aanscherping voor de algehele artistieke koers van het ensemble inhoudt.
De commissie is van mening dat de beschreven programma’s voor een groot deel in aanzet aansprekend zijn, maar veelal mager zijn uitgewerkt. Zo vindt zij het idee om in de serie Aardlekconcerten personen uit andere disciplines bij de voorstelling te betrekken om gesprekken met de componisten te voeren prikkelend. De commissie tekent hierbij aan dat onduidelijk is hoe de verschillende elementen waaruit deze programma’s bestaan zich tot elkaar verhouden. Ook de programma’s die onder het thema ‘Re-generation’ vallen, vindt de commissie nieuwsgierig makend. Door de matige uitwerking van de programma’s krijgt zij evenwel geen duidelijk beeld van de beoogde voorstellingen. De commissie is daarom kritisch over de oorspronkelijkheid van de programma’s.
De commissie vindt het positief dat orkest de ereprijs ook in de komende periode weer opdrachten wil verstrekken aan een groot aantal componisten met een zeer uiteenlopende achtergrond. Dit sluit volgens haar goed aan bij de eigen signatuur van het orkest. Zij merkt wel op dat de motivaties voor de gekozen componisten tamelijk summier zijn of ontbreken.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert uit de plannen dat orkest de ereprijs zich toelegt op concerten en voorstellingen waarin hedendaagse muziek centraal staat. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod klein is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van vergelijkbaar aanbod eveneens klein is. Zij is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie is van mening dat orkest de ereprijs binnen het aanbod van de hedendaagse muziek een duidelijke positie inneemt en de liefhebbers van deze muziek weet te bereiken. Maar zij vindt ook dat het orkest weinig concrete ambities heeft geformuleerd qua publieksbereik. Daarnaast vindt de commissie de toelichting op de doelgroepen onhelder. Orkest de ereprijs onderscheidt drie doelgroepen en vervolgens nog zeven andere doelgroepen. Hoe deze twee verschillende soorten doelgroepen op elkaar aansluiten maakt orkest de ereprijs niet duidelijk.
De commissie is positief over het overzicht dat aangeeft welke van programma’s volgens orkest de ereprijs aansluiten bij de (zeven) doelgroepen, maar zij mist een meer concrete uitwerking hiervan in de publieksbereikstrategie van het orkest.
Met aandacht voor specifieke thema’s die de ereprijs definieert als bijvoorbeeld vrouwelijk, multicultureel of internationaal, wil het orkest een publieksverbreding realiseren. De commissie vindt dit op zichzelf een veelbelovend uitgangspunt, maar mist een toelichting op wat deze thema’s concreet inhouden en op welke wijze hiermee een verbreding in het publieksbereik wordt gerealiseerd. Het plan van orkest de ereprijs om door het spelen op andere locaties nieuw publiek aan te spreken vindt de commissie in aanzet een goed idee, maar ook hier ontbreekt volgens haar een meer concrete uitwerking, waardoor de commissie kritisch is over de te verwachten resultaten.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als ruim voldoende.
Zij is van mening dat er sprake is van betekenis op inhoud. Het aanbod dat orkest de ereprijs brengt, bestaat volledig uit hedendaags repertoire. In de muziek staat veelal de ontwikkeling van een nieuwe muzikale taal of expressie centraal doordat componisten gebruikmaken van nieuwe klanken, vormen dan wel technologie. Dit aanbod is inhoudelijk verder weinig te horen op de Nederlandse podia.
Daarnaast is de commissie van mening dat er sprake is van betekenis op effect. Orkest de ereprijs speelt een duidelijke rol in de ontwikkeling van de hedendaagse muziek in Nederland. Het ensemble geeft structureel aandacht aan de ontwikkeling van nieuw repertoire. Het verstrekt daartoe veelvuldig opdrachten aan uiteenlopende componisten en organiseert activiteiten, zoals de Young Composers Meeting, waarbij de nieuwste generatie componisten gecoacht wordt en aan het publiek wordt voorgesteld.
Verder vindt de commissie dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op vorm, aangezien de concerten niet op een andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk is in de Nederlandse podiumkunstpraktijk.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.