Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Maatschappij Discordia is het oudste theatercollectief in Nederland. Met zijn producties wil het een nieuw perspectief bieden op klassiek repertoire en nieuwe teksten. Het collectief maakt voornamelijk teksttheater met een filosofisch-literaire inslag. Het gezelschap van toneelspelers bestaat uit Jan Joris Lamers, Annette Kouwenhoven, Matthias de Koning en Miranda Prein. De voorstellingen zijn vooral te zien in het vlakkevloercircuit.
De commissie vindt het vakmanschap van Maatschappij Discordia gedegen. De producties tonen inhoudelijke consistentie en zijn dramaturgisch onderlegd. De kwaliteit van spel en regie is gewaarborgd. Zij constateert dat Maatschappij Discordia in wezen al jaren dezelfde soort producties maakt. De reeks ‘Weiblicher Akt’, voorstellingen, gemaakt vanuit een vrouwelijk perspectief, laat volgens de commissie de behoefte van het gezelschap zien om te vernieuwen en zich zo artistiek-inhoudelijk verder te ontwikkelen. De commissie beschouwt dit als het aanscherpen van het vakmanschap.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van het gezelschap. De wijze waarop Maatschappij Discordia de gemaakte voorstellingen op het repertoire houdt, en het repertoire als een groot samenhangend geheel met een overkoepelende dramaturgie ziet, draagt bij aan de artistieke signatuur. Het gezelschap is volgens de commissie herkenbaar door de speelstijl en tekstbehandeling, waarbij de toneelspelers zich niet verschuilen achter personages, maar de teksten delen met hun publiek. Ook ziet zij oorspronkelijkheid in de literaire thematiek en vormgeving. Zij noemt als voorbeeld de productie ‘Dumas/LaDame/DeSade’.
Over de zeggingskracht is de commissie kritisch. Zij constateert dat de voorstellingen van Maatschappij Discordia gekenmerkt worden door hun filosofische benadering. De commissie vindt dat deze aanpak vooral gericht is op geoefende kijkers. Voor hen heeft het werk van Maatschappij Discordia veel zeggingskracht, omdat zij zich direct aangesproken voelen door de teksten en de speelstijl. De commissie vindt dat de voorstellingen voor niet-ingewijden een gesloten karakter hebben, en ziet weinig initiatief bij het gezelschap om ander publiek te trekken. Dat doet afbreuk aan de zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
Zij is van mening dat de plannen van Maatschappij Discordia logisch voortbouwen op het werk van de afgelopen jaren en dat de aanvraag helder reflecteert op de eigen rol in het theaterveld. De commissie vindt dat Maatschappij Discordia op zichzelf een duidelijke signatuur heeft. Deze ziet zij bijvoorbeeld terug in de bronnen die Maatschappij Discordia voor de voorstellingen kiest. De commissie vindt deze bronnen, die vaak enigszins losstaan van de actualiteit, interessant. Ook het onderzoek naar literatuur en filosofie dat hiermee samenhangt, waardeert de commissie positief, en zij ziet dit als een belangrijk en waardevol onderdeel van de signatuur van Maatschappij Discordia. De commissie ziet de eigen signatuur echter maar deels terug in het plan voor de komende jaren.
In het plan wordt ingezet op vernieuwing, vooral op het gebied van diversiteit en inclusie. De commissie is echter van mening dat deze ontwikkeling niet overtuigend wordt ingezet en in het plan niet helder wordt gepresenteerd. Met uitzondering van de voorstellingen ‘Rambuku’ en ‘De witten denken te veel’ ziet de commissie de betreffende thema’s in het programma niet terugkeren. Wat de laatstgenoemde betreft mist de commissie bovendien een overtuigende motivering om juist nu dit stuk te maken. De commissie is daarnaast van mening dat het voornemen om een aantal succesvolle voorstellingen als ‘Ritter Dene Voss’ en ‘Der Theatermacher’ te hernemen en om al lang bestaande samenwerkingen met ’t Barre Land en De Theatertroep voort te zetten, in tegenspraak is met de ambitie om te vernieuwen. Zij meent dat dit afdoet aan de oorspronkelijkheid.
De commissie heeft waardering voor de programmareeks ‘Weiblicher Akt’, waarin consequent het vrouwelijk perspectief wordt ingenomen. Zij vindt dit een geslaagd voorbeeld van hoe het streven naar diversiteit een artistiek uitgangspunt kan zijn, in plaats van een beleidsvoornemen. Daarnaast is de commissie positief over ‘De Republiek’, de maandelijkse publieksavonden in De Balie, waar Maatschappij Discordia met het publiek in dialoog gaat en waarmee het gezelschap zijn artistiek en maatschappelijk engagement laat zien.
De commissie is kritisch over de uitwerking van de plannen. Zij vindt dat de producties in het plan summier worden beschreven. Van veel voorstellingen, zoals van ‘Multatuli’ en ‘Fabian’, worden in de aanvraag alleen de teksten voorgesteld die aan de voorstellingen ten grondslag liggen. Daardoor kan zij zich geen beeld vormen van de voorstellingen waartoe de plannen moeten leiden. De commissie is zich ervan bewust dat het theater van Maatschappij Discordia voor een belangrijk deel op de vloer ontstaat, maar zij mist desalniettemin een inhoudelijke motivering en dramaturgische uitwerking van de plannen. Dit doet af aan het vertrouwen van de commissie in de zeggingskracht van de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
Maatschappij Discordia gaat in de komende periode theatervoorstellingen maken op basis van literaire en filosofische teksten. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van dit soort aanbod groot is, en dat het potentiële publiek voor deze vorm van theater eveneens groot is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Maatschappij Discordia een duidelijke positie inneemt in het veld en dat het gezelschap in de afgelopen jaren een voor dit soort aanbod passend publieksbereik heeft gerealiseerd.
Zij is echter kritisch over de plannen voor de komende periode. Er wordt in de aanvraag weliswaar een aantal doelgroepen genoemd, maar de commissie heeft onvoldoende vertrouwen in het streven om dit publiek in de komende periode te vergroten. Hoewel zij op zichzelf positief is over de samenwerking met Benien van Berkel, vindt de commissie de in de aanvraag gepresenteerde benadering voor publieksverbreding te passief en te weinig specifiek. Zo verwacht het gezelschap publieksgroei in de publieksgroep ‘nieuwsgierigen’. Deze publieksgroep wordt echter niet gedefinieerd en er wordt geen concrete strategie voor ontwikkeld om deze groep te bereiken. Zij heeft dan ook niet op voorhand de verwachting dat Maatschappij Discordia erin zal slagen om een publieksgroei te realiseren.
De commissie heeft eveneens een voorbehoud bij de ambitie om meer jong publiek te bereiken. In dit verband wijst zij erop dat het publieksonderzoek van Theater Frascati slechts één seizoen betreft, en dat daaruit geen verstrekkende conclusies kunnen worden getrokken over het structurele aandeel van jongeren in het publiek van Maatschappij Discordia. De commissie mist hierop een nadere reflectie in de aanvraag. Daarnaast mist een onderbouwde strategie om een jonger publiek te bereiken. Op basis van het plan is de commissie er niet van overtuigd dat Maatschappij Discordia de ambities op het gebied van publieksbereik kan realiseren.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunsten als voldoende.
Zij is van mening dat Maatschappij Discordia nog altijd een voorbeeldstellende rol inneemt in het Nederlandse theaterveld. Daarbij is zij positief over de kansen die Maatschappij Discordia aan jonge theatermakers biedt en de samenwerkingen die zij met hen aangaat. Op grond hiervan is de commissie van oordeel dat er sprake is van betekenis op effect.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie geen bijzondere betekenis van het werk op inhoud. Maatschappij Discordia neemt zich weliswaar voor meer aandacht te besteden aan diversiteit en inclusie, maar deze plannen zijn naar het oordeel van de commissie te beperkt en onvoldoende uitgewerkt om te kunnen spreken van een voorbeeldfunctie op dit vlak.
Ten slotte is de commissie van mening dat er geen sprake is van betekenis op vorm, omdat de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk in de Nederlandse podiumpraktijk.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.