Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Het NUT (Nieuw Utrechts Toneel) is het huisgezelschap van de Utrechtse wijk Leidsche Rijn. Het gezelschap staat onder artistieke leiding van Greg Nottrot. Het maakt voorstellingen in de wijk, de stad, de rest van het land en daarbuiten, voornamelijk op locatie. De voorstellingen zijn deels geïmproviseerd en worden gemaakt voor en soms met wijkbewoners. Het gezelschap vindt theater niet iets om naar te kijken, maar een uitnodiging om in gesprek te gaan. Het gezelschap speelt zowel in het theater als op locatie.
De commissie vindt het vakmanschap van het NUT adequaat. Zij onderscheidt twee soorten producties, de reguliere voorstellingen en die waarbij improvisatie een belangrijke rol speelt. De commissie is kritisch over de geïmproviseerde producties. Zij vindt ze oppervlakkig en wisselend qua spanningsboog en dramaturgie. Het valt haar op dat in ‘Grens’ de lijn tussen acteren en presenteren nauwelijks te onderscheiden is. In de reguliere voorstellingen lukt het de makers actualiteit toe te voegen, zoals ze dat ook doen in de programma’s ‘Orde van de Dag’. De commissie constateert ook dat de combinatie van theater met de cabareteske vorm van het NUT niet altijd geslaagd is. Zij vindt de regie en vormgeving van wisselende kwaliteit, zoals in ‘De Achtervolgers: vs. FC. Utrecht’. Wel ziet zij een positieve ontwikkeling in de techniek van verhalen vertellen en vindt dat van vakmanschap getuigen.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van de voorstellingen, vooral waar er sprake is van de talkshowachtige concepten, zoals in actualiteitenshow ‘Orde van de Dag’. De actuele thema’s die hierin aan bod komen en die ook binnen de reguliere voorstellingen een rol zijn gaan spelen, zijn herkenbaar en actueel. Dat de acteurs vaak zichzelf spelen zorgt ook voor een zekere mate van herkenbaarheid, volgens de commissie. Zij vindt de producties echter niet heel onderscheidend als het gaat om de maatschappelijke relevantie die het gezelschap nastreeft. De commissie constateert dat de signatuur van de producties aan kracht inboet als ze in een reguliere theatersetting staan.
De commissie is gematigd positief over de zeggingskracht van de producties. De familievoorstellingen op locatie zijn gericht op een publiek van jonge gezinnen die voornamelijk woonachtig zijn in Leidsche Rijn. De gehanteerde formule is naar de mening van de commissie weinig prikkelend, omdat het publiek precies krijgt wat het verwacht. Zij is kritisch over de lastminutevoorstellingen, die zij weinig diepgang vindt hebben. Zij constateert dat de grotere zomerproducties goed aanslaan bij het publiek in Leidsche Rijn, omdat een groot deel van de community hierbij betrokken is en deze producties goed uitdrukking geven aan de belevingswereld van die community.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
De commissie constateert uit de plannen dat het NUT de thematisering van haar projecten als nieuw element introduceert. Binnen deze thema’s worden volgens het gezelschap zowel bestaande lijnen voortgezet als nieuwe geïntroduceerd.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van de plannen. Zo vindt zij de nieuwe thematische aanpak van de komende jaren een verrijking van de inhoudelijke vertrekpunten en een versterking van de samenhang tussen de verschillende producties. In de gekozen vier theatertradities waarin het NUT zijn projecten plaatst, herkent de commissie ook de artistieke signatuur van het gezelschap. Een belangrijk aspect van de artistieke signatuur ziet de commissie in het gesprek met het publiek. De commissie is eveneens positief over de wijze waarop de thema’s zijn vertaald naar de gekozen projecten. Zo vindt de commissie bijvoorbeeld het thema ‘De toekomst van God’ en de onderzoeksprojecten bij Oerol prikkelend. Minder sterk in de uitwerking vindt de commissie de thema’s ‘De toekomst van goud’ en ‘De toekomst van de dood’. De inhoudelijke synopsis staat vaak wel vermeld, maar niet hoe de voorstellingen vorm zullen krijgen. De commissie vindt in de uitgewerkte thema’s de samenwerkingspartners op basis van een overtuigende motivatie gekozen.
Aansluitend bij haar oordeel over eerdere producties verwacht de commissie dat vooral de voort te zetten zomervoorstellingen op de eigen locatie het lokale publiek zullen aanspreken. Bij de overige voorstellingen constateert de commissie dat de korte inhoudelijke vertrekpunten bij elk thema de betreffende maatschappelijke vraagstukken helder neerzetten. Doordat er weinig informatie wordt gegeven over de gekozen vormen bij de voorstellingen krijgt de commissie echter geen goed beeld van de verdere impact op het publiek. De commissie verwacht op basis van de beschreven producties en mede gezien de kanttekeningen die zij hiervoor bij het vakmanschap heeft geplaatst, een beperkte zeggingskracht van de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat het NUT de komende periode (tekst)theatervoorstellingen zal maken, vooral, maar niet uitsluitend, op locatie. Zij stelt vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod groot is. De commissie stelt verder vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod eveneens groot is. De commissie is van mening dat er daarom sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat het NUT een redelijk helder en herkenbaar publieksprofiel heeft, dat zich vooral kenmerkt door een grote groep trouwe volgers, grotendeels uit de standplaats. Buiten de standplaats is het publieksbereik aanmerkelijk kleiner. Over de samenstelling van het publiek biedt het plan weinig informatie. Volgens de informatie in de aanvraag zal het totale publieksbereik de komende periode licht afnemen. Gezien het grotere publieksbereik in het verleden zou het voorgenomen publieksbereik in de komende periode in principe haalbaar moeten zijn, zo stelt de commissie vast. De opgave lijkt volgens haar vooral te liggen in het realiseren van een beoogde verschuiving naar meer voorstellingen en publieksbereik in standplaats Leidsche Rijn, Utrecht, en daarbij ook naar meer schoolvoorstellingen. De kansen voor meer publieksbereik in Leidsche Rijn onderbouwt het NUT volgens de commissie overtuigend in het plan. Zo laat het plan zien dat het gezelschap adequate kennis van zijn publiek heeft en ook van de te verwachten demografische groei in zijn standplaats Leidsche Rijn. In zijn marketingambities stelt het NUT zich duidelijke doelen: verdieping van de relaties met bestaand publiek, groei in nieuw publiek, en verbreding in samenstelling van het publiek. In de uitwerking van deze ambities schiet het plan volgens de commissie tekort. De onderbouwing van verdieping en groei in publieksbereik overtuigt de commissie op hoofdlijnen, maar wat betreft verbreding van het publiek is dat minder het geval. Zo vindt de commissie de focus op de doelgroep kosmopolitische jongeren te beperkt. In het beoogde bereik van minder gekende publieksgroepen vindt de commissie de inzet van een deskundigenpanel een interessante start, maar vanwege het gemis aan een specifieke strategie is de commissie niet overtuigd van het verwachte resultaat. De commissie is ook kritisch over het voornemen om schoolvoorstellingen te spelen. Die ambitie lijkt op zichzelf kansrijk, maar de commissie mist in het plan de samenwerkingspartners die dit mede moeten mogelijk maken. Zij is er op basis van het plan niet volledig van overtuigd dat deze ambitie zal worden gerealiseerd.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als neutraal.
De commissie is van mening dat de activiteiten van het NUT geen bijzondere betekenis hebben op de inhoud. De gekozen thematiek voor de komende jaren is weliswaar vernieuwend voor het gezelschap, maar de commissie vindt deze thema’s niet bijzonder. De universele thema’s worden veelvuldig gebruikt binnen de Nederlandse podiumkunstsector.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie geen bijzondere betekenis van het werk op vorm. Het NUT beroept zich er volgens het plan op dat het twee nieuwe genres heeft ontwikkeld: de “gefantaseerde documentaire” en “op de actualiteit geschreven liedjes en satire”. De commissie herkent weliswaar deze onderdelen als kenmerkend voor het NUT, maar beoordeelt dit niet als vernieuwend voor de podiumkunsten, omdat beide vormen in de podiumkunsten vaker voorkomen.
Tot slot is er in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect, omdat het werk geen bijzondere bijdrage levert aan de ontwikkeling van het genre of aan de podiumkunsten als geheel.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.