Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
De commissie vindt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) goed.
Duda Paiva Company, het gezelschap rond de Braziliaans-Nederlandse danser en poppenspeler Duda Paiva, bestaat tien jaar en maakt beeldend theater in een combinatie van dans, fysiek theater en poppenspel. Duda Paiva Company stelt zich ten doel de kwaliteit en het idioom van het objecttheater te ontwikkelen en de publieke belangstelling voor deze discipline te vergroten. De voorstellingen zijn soms voor kinderen, soms voor volwassenen, en soms voor allebei de doelgroepen.
De commissie vindt het vakmanschap op het gebied van poppenspel virtuoos. Zij vindt Duda Paiva een begaafde poppenmaker en -speler die op organische wijze het poppenspel vermengt met moderne dans en fysiek theater. Volgens de commissie weten de performers de poppen tot leven te wekken, waarbij ze soms achter de wezens schuilgaan maar ook vaak in dialoog met hen treden, en zo medespelers in de voorstellingen worden. De commissie is van mening dat Duda Paiva Company op vakkundige wijze dans en objecten inzet om de inhoud van de voorstellingen te versterken en uit te vergroten. Zij noemt de werkwijze stijlvast en roemt de vakkundigheid waarmee het gezelschap zelf de poppen vervaardigt.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van het werk van Duda Paiva Company. Zij constateert een duidelijke signatuur van het gezelschap, in de combinatie van poppenspel en dans, aangevuld door actuele thematieken. De commissie constateert verder dat het gezelschap heel herkenbaar is binnen het genre, door de soms levensgrote poppen en objecten. Met deze rubberen wezens weet Duda Paiva een bijzondere wereld op te roepen, aldus de commissie. Ze vindt bovendien dat Duda Paiva Company producties maakt die een visueel spektakel zijn zonder dat dit ten koste gaat van de gelaagdheid van de producties. Zij vindt dit bijdragen aan de oorspronkelijkheid.
De commissie vindt dat de producties van Duda Paiva Company een mate van zeggingskracht hebben. Zij signaleert dat het gezelschap een sterke connectie heeft met het beoogde publiek van kinderen en volwassenen, maar plaatst een kanttekening bij het beklijven van de inhoud van de producties. Zij mist soms gelaagdheid en een spanningsboog die de aandacht van het publiek zouden moeten vasthouden. In de jeugdvoorstelling ‘Vergeten Dieren en Verloren Zaken’ is dat wat haar betreft niet het geval. De commissie vindt die productie een treffend voorbeeld van een voorstelling met veel zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
Zij stelt vast dat de voornemens voor de periode 2021-2024 voortbouwen op de artistieke koers die in de afgelopen periode is ingezet. De commissie is positief over het vakmanschap van de samenwerkingspartners, met wie Duda Paiva Company zich in de komende periode wil verbinden. Zij vindt dat uit dit voornemen veel ambitie spreekt en ziet hierin mogelijkheden voor Duda Paiva Company om zich artistiek verder te ontwikkelen. Ook vindt zij de gepresenteerde samenwerkingen inspirerend en verwacht zij dat die het gezelschap artistieke verdieping kan brengen.
De commissie plaatst een kanttekening bij het voornemen van artistiek leider Duda Paiva om in de komende periode geleidelijk terug te treden en plaats te maken voor jonge makers. Deze aandacht voor opvolging en opleiding, en de wens om de poppenstijl over te dragen, vindt de commissie op zichzelf positief. Het plan maakt echter niet goed duidelijk welke taken Duda Paiva precies overdraagt. Daardoor kan de commissie zich geen goed beeld vormen van de oorspronkelijkheid van de voorstellingen.
De commissie is van mening dat het poppenspel van Duda Paiva Company en de manier van werken van het gezelschap stijlvast en herkenbaar zijn. Zij ziet dit terug in de plannen. De commissie is echter kritisch over de oorspronkelijkheid van de beschreven producties voor de komende periode. Zo vindt zij de inhoudelijke verhaallijn van veel van de beschreven voorstellingen in het plan mager uitgewerkt. De commissie krijgt enkel zicht op de vorm waarin de producties worden gepresenteerd. Zo is ‘Nieuwe Solo’ uitsluitend beschreven als een hernieuwde samenwerking tussen Duda Paiva en Nancy Black, die gewijd zal zijn aan ‘wat hen op dat moment bezighoudt’.
De commissie is positief over de muzikale samenwerkingen die in de aanvraag worden aangekondigd. Zij verwacht op basis van de beschreven producties een interessante wisselwerking met de musici, bijvoorbeeld in de voorstelling ‘Better Than You’ met Lavinia Meijer en ‘De Matthäus’ met het Nederlands Blazers Ensemble.
Zij verwacht dat de speelsheid van het werk van Duda Paiva Company indruk zal maken op het muziekpubliek. De commissie meent dat de muzikale samenwerkingen een positieve bijdrage zullen leveren aan de zeggingskracht.
De commissie waardeert de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert dat Duda Paiva Company in de komende periode poppentheater wil produceren voor een jong publiek. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod gemiddeld is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens gemiddeld is. Zij is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie is van mening dat Duda Paiva Company zich met zijn werk weet te onderscheiden binnen het aanbod van poppentheater en daarmee een redelijk omvangrijk publiek weet te bereiken. In de vorige beleidsperiode werd in bezoekersaantallen een groei van 25 procent gerealiseerd, onder andere door te spelen op festivals als Oerol, de Parade en enkele buitenlandse festivals. Door samenwerkingen met onder andere het Nederlands Blazers Ensemble werd het werk van Duda Paiva Company bovendien in de grotere (concert)zalen geïntroduceerd. Op basis van de aangekondigde samenwerkingen met het Concertgebouworkest, het Nederlands Blazers Ensemble en Lavinia Meijer vindt de commissie een continuering van dit effect voor de komende periode aannemelijk.
De veelal tekstloze voorstellingen lenen zich voor een jong publiek; Duda Paiva Company speelt dan ook vaak op scholen. Ook hierdoor is er in potentie een groter publiek te verwachten. De commissie mist in de gepresenteerde plannen echter een overtuigende strategie voor publieksbereik. Zo zijn de onderscheiden publieksgroepen grofmazig: liefhebbers, ontdekkers, studenten, jongeren en ouders.
Het voornemen van het gezelschap om niet-verkochte kaarten ter beschikking te stellen aan publieksgroepen die gewoonlijk niet naar het theater komen, vindt de commissie op zichzelf positief, maar zij stelt vast dat dit vaker gebeurt en daarom niet onderscheidend is. Ook mist de commissie in de plannen een reflectie op diversificatie van het publiek.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstenpraktijk als ruim voldoende.
De commissie is van mening dat er sprake is van betekenis op vorm. De manier waarop in het werk van Duda Paiva Company poppentheater wordt gecombineerd met dans, zorgt volgens de commissie voor voorstellingen met een bijzondere verschijningsvorm.
Verder is er volgens de commissie sprake van betekenis op effect. Zij constateert dat er door Duda Paiva Company wordt geïnvesteerd in overdracht en talentontwikkeling, in binnen- en buitenland. In Nederland worden workshops gegeven, waarin spelers met verschillende achtergronden met de “object score” experimenteren en die verbinden met hun eigen discipline. Hierdoor ontstaat er volgens de commissie een waardevolle uitwisseling tussen disciplines.
Zij is van mening dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op inhoud, omdat het werk van Duda Paiva Company geen aanbod betreft dat verder weinig te zien is in Nederland.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.