De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de makers als voldoende.
Zij kent De Kift als een popgroep die vanuit de punk eind jaren tachtig van de vorige eeuw is ontstaan en daarbij een mengvorm van muziektheater en fanfare heeft ontwikkeld. De band bestaat uit een vaste kern van zo’n acht musici onder leiding van gitarist en zanger Ferry Heijne. De concerten vinden plaats in de middelgrote theaters en popzalen door heel Nederland.
De commissie is kritisch over het vakmanschap van de musici van De Kift. Zij merkt op dat de melodieën vaak niet zuiver zijn en dat er ritmisch niet vloeiend wordt gespeeld. De verschillende musici bespelen tijdens de concerten meerdere instrumenten, maar de commissie vindt dat de instrumentbeheersing niet optimaal is. Doordat de verschillende leden van de band al zo lang samenspelen is er wel een hecht groepsgeluid en vullen de bandleden elkaar goed aan.
De theatrale opzet en uitgesproken thematiek van de verschillende programma’s vindt de commissie oorspronkelijk. Hierin komt de signatuur van de band goed naar voren. Zij is echter kritisch over het groepsgeluid. Hierin zit volgens haar weinig ontwikkeling. Ook als de groep een samenwerking aangaat met een band als Rats on Rafts, wordt er geen poging gedaan om een verandering hierin toe te laten.
Over de zeggingskracht van de concerten is de commissie ten dele positief. De band heeft een enthousiaste uitstraling en er gebeurt tijdens de shows van alles buiten het muzikale, wat bijdraagt aan de publieksbeleving. Als voorbeeld noemt de commissie een quiz over welk intro bij welk album van de afgelopen dertig jaar hoort. De commissie is kritisch over de opbouw van de sets. Zij vindt deze weinig verrassend waardoor de concerten enigszins voorspelbaar zijn. Ook vindt zij dat er vooral een nostalgische sfeer wordt neergezet. Dit doet volgens de commissie afbreuk aan de zeggingskracht van de concerten.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens haar een voortzetting van het werk dat De Kift in de afgelopen jaren heeft laten zien. De commissie is van mening dat De Kift goed reflecteert op zijn positie in het muzieklandschap en een heldere beschrijving geeft van zijn artistieke uitgangspunten en inspiratiebronnen. Ook kijkt De Kift terug op de afgelopen periode, waarin de band meer samenwerkingen is aangegaan met andere organisaties. In de komende periode wil De Kift deze lijn, die geleid heeft tot meer muziektheatervoorstellingen, voortzetten. De commissie vindt deze keuze logisch aansluiten bij de signatuur van De Kift. Zij merkt echter op dat het merendeel van de plannen mager is uitgewerkt. Ook ontbreken er veelal motivaties voor de keuze van de samenwerkingspartners. Daarnaast constateert de commissie dat bij een aantal plannen de samenwerkingspartners nog niet vast lijken te staan, maar dat het slechts om denkrichtingen of mogelijkheden gaat.
De commissie merkt op dat De Kift in de plannen weinig schrijft over het muziekinhoudelijke aspect. Zo mist zij een toelichting op wat de muzikale gevolgen zijn van de in de aanvraag vermelde werkwijze die De Kift in de komende periode verder wil ontwikkelen, waarbij levensverhalen van mensen uit allerlei windstreken volgens de band het beginpunt vormen voor nieuw Kiftmateriaal. Hieruit spreekt volgens de commissie weliswaar een wens om een nieuwe ontwikkeling in gang te zetten, maar zij vindt deze te weinig uitgewerkt. Ook mist de commissie een toelichting op wat voor invloed de (mogelijke) samenwerkingen met musici als Nai Barghouti of Tuur Florizoone zullen hebben op het groepsgeluid van De Kift. Naar aanleiding van dit plan verwacht zij hierin geen opvallende of spannende ontwikkelingen.
Door de magere uitwerking van het grootste deel van de plannen heeft de commissie slechts een beperkt zicht op het beoogde resultaat. Zo is het haar bijvoorbeeld niet duidelijk hoe de theatervoorstelling in de regie van Sanne den Hartogh of de voorstelling in samenwerking met het Rosa Ensemble eruit gaan zien en wat de bezoeker gaat ervaren. Hierdoor is het de commissie onvoldoende duidelijk of de uiteindelijke voorstellingen een hoge mate van zeggingskracht zullen hebben en het publiek zullen weten aan te spreken.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert dat De Kift in de komende periode concerten en voorstellingen met popmuziek wil verzorgen. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders dat soortgelijk aanbod verzorgt groot is. De commissie stelt tegelijk vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
Blijkens de aanvraag beschikt De Kift over een vaste en trouwe schare concertbezoekers die de band goed weet te bereiken. De commissie is hierover positief en verwacht dan ook dat De Kift in de komende periode erin zal slagen deze groep aan zich te blijven binden. Over de algehele plannen wat betreft publieksfunctie is zij echter kritisch. Het door De Kift uitgevoerde publieksonderzoek leidt volgens haar niet tot een wezenlijke aanscherping van de marketingstrategie. Uit dat onderzoek blijkt namelijk dat het publiek van De Kift vergrijst en qua culturele achtergrond nogal eenzijdig is samengesteld. De band formuleert daarom twee ambities voor de komende periode: het publieksbereik vergroten in absolute aantallen en het publiek verbreden, met name wat betreft leeftijd en culturele samenstelling. Hoewel de commissie die ambities op zich waardeert, vindt zij de plannen om een vergroting van het publiek te bewerkstelligen vooral aanzetten die meer uitwerking behoeven. Zij constateert uit het plan dat De Kift een bijeenkomst wil plannen met het bestuur om vervolgstappen te zetten voor een breder en meer divers publieksbereik. Zij vindt het een gemis dat De Kift voor deze aanvraag niet een meer uitgewerkt plan heeft ontwikkeld over welke daadwerkelijke vervolgstappen de band wil nemen op dit vlak. De commissie heeft hierdoor vooralsnog onvoldoende vertrouwen dat De Kift die ambitie zal weten te realiseren.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als neutraal.
Zij vindt dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op inhoud, omdat het werk van De Kift geen aanbod betreft dat inhoudelijk gezien verder weinig te zien is in Nederland.
Ook vindt de commissie dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen en/of een andere verschijningsvorm hebben dan gebruikelijk is in de Nederlandse podiumkunstpraktijk. Dit geldt ook voor de muziektheatrale producties van De Kift. De commissie constateert dat deze vooral op festivals en in het theatercircuit worden gespeeld, waar muziektheater een gebruikelijke verschijningsvorm is.
Tot slot is er in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect. Het werk van De Kift levert volgens haar geen bijzondere bijdrage aan de ontwikkeling van de podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.