De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Theatergezelschap De Gemeenschap is opgericht door Roy Peters. Hij initieert en regisseert de voorstellingen. Rob de Graaf is de vaste schrijver. De Gemeenschap baseert zich op de mime (ruimte, lichaam, tijd, beweging) en voegt daar de gesproken taal als een bepalend element aan toe. De Gemeenschap maakt theater dat fysiek, verhalend en vormbewust is. Het lichaam is altijd het uitgangspunt: het lichaam dat beweegt of stilstaat, spreekt of zwijgt, de ruimte domineert of zich voegt in een collectief gedragspatroon. De voorstellingen zijn vooral te zien in het vlakkevloercircuit.
De commissie vindt het vakmanschap van De Gemeenschap van hoog niveau. Ze constateert dat het gezelschap heldere keuzes maakt in regie en spel. De teksten van Rob de Graaf zijn van hoge kwaliteit. De commissie vindt dat de spelers over een goede tekstbehandeling beschikken die getuigt van vakmanschap. De productie ‘Romp’ vindt zij een geslaagd voorbeeld van de technische virtuositeit van de producties van het gezelschap.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van de producties van het gezelschap. Het gezelschap heeft een vorm ontwikkeld waarin mime en toneel samensmelten. Ze vindt dat De Gemeenschap een signatuur heeft die soms ongrijpbaar is, maar zeker aanwezig. De commissie constateert ook een grote mate van herkenbaarheid door de teksten van Rob de Graaf.
De commissie is minder positief over de zeggingskracht. Zij vindt de producties soms voorspelbaar en clichématig, en vooral gericht op een beperkt publiek van theaterprofessionals. Ze noemt als voorbeeld ‘Strindberg en dal’. In die productie over machtsverhoudingen en #metoo vindt de actuele laag weliswaar aansluiting bij het publiek, maar deze thematiek blijft in de vertaling daarvan particulier en op zichzelf betrokken. Dat maakt deze productie volgens de commissie weinig toegankelijk voor wie niet in het culturele veld werkt.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
Zij is van mening dat de plannen voor de komende periode een geloofwaardige voortzetting vormen van het werk dat De Gemeenschap in de afgelopen jaren heeft laten zien. Zoals hierboven gesteld heeft zij vertrouwen in het vakmanschap van de makers. Het gezelschap wil vasthouden aan zijn missie van 'lichamelijk taaltheater', dat uitnodigt tot stellingname en dat 'een vervormende spiegel' wil zijn. De commissie is daarbij positief over de toevoeging van theatermaker Anil Jagdewsing aan de artistieke kern van het gezelschap. Onder meer door zijn expertise in jongerentheater kan hij bijdragen aan de verdere ontwikkeling van De Gemeenschap.
De keuze van het gezelschap om het begrip ‘queer’ toe te voegen aan de artistieke uitgangspunten vindt de commissie interessant, en zij ziet dit als een potentieel sterke artistieke lijn. Tegelijkertijd constateert zij dat dit begrip niet in alle projecten overtuigend naar voren komt en daardoor als overkoepelende thematiek enigszins tekortschiet. De commissie vindt dat dit afbreuk doet aan de oorspronkelijkheid en aan de helderheid van de signatuur.
De commissie vindt dat de projecten voor de komende periode goed zijn omschreven en nieuwsgierig maken. Zo wordt van de meeste producties een helder beeld geschetst van de verhaallijn en de vormgeving, en worden ook de uitvoerenden genoemd. De onderwerpen die De Gemeenschap voor de voorstellingen kiest, zijn naar de mening van de commissie over het algemeen spannend. Zo vindt zij vooral de plannen voor de voorstellingen ‘Menu del día’ over de fatale genegenheid van een volwassene voor een kind, ‘Paramaribo’ over Suriname als utopie, en ‘Franciscushof’ over de aftakeling van een psychiatrisch patiënt, prikkelend. Ook de voorgenomen bewerkingen van Shakespeare (‘As You Like It’) en Ovidius (‘Metamorphosen’) worden aantrekkelijk en doordacht gepresenteerd. Van enkele andere plannen vindt de commissie de dramaturgische uitwerking weinig aansprekend of verrassend. Bij de voorstelling ‘Nederlandse Comedie’ bijvoorbeeld vindt zij de vraagstelling voorspelbaar en de personages clichématig. Dit gaat ten koste van de zeggingskracht van de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
Zij maakt uit de plannen op dat De Gemeenschap in de komende periode verder gaat met het maken van voorstellingen van op mime gebaseerd teksttheater. De commissie stelt vast dat er van dit soort aanbod in Nederland veel aanbieders zijn. Het potentiële publiek hiervoor is eveneens omvangrijk en daarom is er volgens de commissie sprake van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie stelt vast dat de Gemeenschap met zijn voorstellingen, waarin naast tekst ook mime een belangrijke rol speelt, een duidelijke eigen positie in het veld inneemt. Het gezelschap weet daarmee een eigen publiek te bereiken, zij het dat dit nog bescheiden in omvang is. Voor de komende periode formuleert de Gemeenschap het voornemen om meer toeschouwers te trekken en om een grotere naamsbekendheid op te bouwen. Het succes van de ene voorstelling leidt volgens de aanvraag nog onvoldoende tot publiek voor een volgende productie en tot een band met het gezelschap. In de aanvraag wordt gesproken van 'gewenste en noodzakelijke groei' in het publieksbereik. Dit wil het gezelschap realiseren door een meer activistische benadering van marketing en publiciteit. De commissie onderschrijft deze analyse en is positief over deze ambitie, maar zij stelt tegelijkertijd vast dat de plannen voor marketing en publiciteit in de aanvraag weinig concreet zijn. Ook de beoogde doelgroepen worden in de aanvraag in zeer algemene termen beschreven. De commissie noemt ‘de Kronieken’, korte films die worden verspreid via sociale media, een interessant marketinginstrument, maar dat alleen overtuigt de commissie er niet van dat De Gemeenschap de beoogde groei in publieksaantallen zal realiseren.
Publieksverbreding en -diversificatie worden in de aanvraag zijdelings genoemd. De commissie is van mening dat het gezelschap er te makkelijk van uitgaat dat met het aantreden van een nieuwe marketingmedewerker een jonger en diverser publiek zal kunnen worden bereikt. De commissie vindt de plannen op dit gebied onvoldoende uitgewerkt om te verwachten dat De Gemeenschap in deze ambitie zal slagen.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstenpraktijk als voldoende.
Zij is van mening dat er sprake is van betekenis op inhoud, door de keus voor het begrip ‘queer’ als artistieke leidraad voor de komende periode en door de toetreding van Anil Jagdewsing tot de artistieke kern van het gezelschap. Op basis van deze keuzes heeft de commissie het vertrouwen dat het gezelschap verhalen brengt die nog weinig te horen zijn in het Nederlandse podiumkunstenaanbod.
De commissie vindt dat geen sprake is van een bijzondere betekenis op vorm, aangezien de voorstellingen niet op een andere wijze tot stand komen dan gebruikelijk is in de Nederlandse podiumkunstpraktijk.
Tot slot is in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect, omdat het werk van De Gemeenschap geen bijzondere bijdrage levert aan de ontwikkeling van de Nederlandse podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.