De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
Zij kent Consensus Vocalis als een kamerkoor dat stevig is geworteld in het oosten van het land. Het kamerkoor brengt repertoire in coproductie met andere partijen en stond tot voor kort onder leiding van dirigent Klaas Stok. Het repertoire dat Consensus Vocalis brengt is veelzijdig, van klassiek tot populair met uitstapjes naar hedendaags gecomponeerde muziek. Partners zijn onder andere het Phion, de Nederlandse Reisopera en Theater Sonnevanck. De producties spelen in het circuit van grote zalen en middelgrote (klassieke) muziekfestivals in Nederland.
De commissie vindt dat er gedegen vakmanschap van de vocalisten te horen is in de concerten. Zij vindt de samenklank in het klassieke repertoire in balans en over het algemeen helder. De commissie is positief over de veelzijdigheid van het kamerkoor zoals die naar voren komt in de verschillende producties. Als Consensus Vocalis uitstapjes maakt naar andere genres, valt het de commissie op dat de technische uitvoering niet altijd optimaal is. Een voorbeeld hiervan was de uitvoering van ‘Wonderful Town’ met de Nationale Reisopera. In deze productie vond de commissie dat er een verschil in ervaring en individueel vakmanschap bij de koorleden naar voren kwam. Dat had uitwerking op de koorklank.
Over de oorspronkelijkheid van de producties is de commissie kritisch. Zij is onder de indruk van het uiteenlopende repertoire dat het kamerkoor voor zijn rekening neemt. Zij mist echter een eigen artistieke signatuur in zowel de keuze voor muzikale partners als in het repertoire. Het lukt Consensus Vocalis niet om een eigen stempel te drukken op de producties waaraan zij deelneemt. In de eigen producties ziet de commissie op dit punt wel enige potentie, maar daar is de eigen signatuur volgens de commissie nog in ontwikkeling.
Wat betreft de zeggingskracht is de commissie gematigd positief. Zij vindt dat er tijdens de uitvoeringen van een eigen productie als ‘Chanting Forrest’ sprake was van een bijzondere publiekservaring doordat het publiek geblinddoekt werd meegenomen door een van de vocalisten. In de uitvoeringen van de coproducties vindt zij dat het kamerkoor te veel uitgaat van een functionele invulling van de koorpartij. Hierdoor beperkt de zeggingskracht zich volgens de commissie vooral tot de eigen producties.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een weerslag van de ambitie van Consensus Vocalis om zich meer als zelfstandig koor te profileren. De commissie heeft waardering voor deze ambitie, maar constateert dat deze zich nog niet heeft vertaald in een overtuigend plan voor de komende periode.
De commissie is van mening dat uit de voorgelegde plannen geen duidelijk eigen signatuur van Consensus Vocalis naar voren komt. Zij constateert dat het koor zich in de komende periode op veel verschillende projecten wil richten. Deze waaier aan activiteiten maakt het volgens de commissie moeilijk om een duidelijke focus waar te nemen. Hoewel Consensus Vocalis zelf zegt dat deze brede oriëntatie geen gebrek aan focus is maar een weloverwogen keuze, komt hieruit volgens de commissie het beeld naar voren van een koor dat min of meer alles lijkt te willen doen.
Daarnaast is de commissie kritisch over de term koor van makers die Consensus Vocalis hanteert. Zij ontwaart in de plannen een koor dat zich vooral dienstbaar wil opstellen voor de ontwikkeling van andere makers. Het makerschap zelf wordt volgens haar door het koor te weinig in eigen handen genomen. De artistieke ideeën komen volgens de commissie voor een groot deel voort uit de gekozen partners en makers, en minder uit het koor zelf. Zij merkt in dit verband ook op dat zij de rol van de artistieke leider Béni Csillag in de ontwikkeling van de artistieke signatuur weinig uitgesproken vindt. Al met al mist de commissie in het plan een duidelijk eigen artistieke visie van het koor.
Consensus Vocalis benoemt vier lijnen van waaruit het programma de komende vier jaar wordt vormgegeven. Ook uit deze programmalijnen vindt de commissie weinig focus naar voren komen. Zij mist een overkoepelende artistieke visie die deze vier lijnen en de projecten die eronder vallen, bindt.
Wel is de commissie van mening dat er in aanzet sprake is van aansprekende ideeën in de toekomstige plannen. Zo vindt zij het thema van Nieuwe Rituelen een interessant uitgangspunt. De programma’s die onder deze programmeringslijn vallen, vindt zij echter te mager uitgewerkt. Ook de plannen die onder de overige drie programmalijnen vallen, vindt de commissie als geheel te weinig uitgewerkt, waarbij de keuzes summier zijn onderbouwd. Zij is daardoor op basis van het plan er niet van overtuigd dat de beoogde projecten een grote mate van zeggingskracht zullen hebben.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als zwak.
De commissie constateert uit de plannen dat Consensus Vocalis zich in hoofdzaak toelegt op het verzorgen van werken voor koor uit verschillende periodes. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders dat soortgelijk aanbod verzorgt groot is. De commissie stelt tegelijk vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert uit de aanvraag dat Consensus Vocalis de afgelopen jaren een aanzienlijk publieksbereik heeft weten te realiseren. Zij merkt hierbij op dat deze publieksaantallen voor een groot deel tot stand zijn gekomen door de medewerking die het koor verleent aan producties van de Reisopera en andere samenwerkingspartners. Uit de aanvraag wordt het de commissie niet duidelijk welk publieksbereik Consensus Vocalis met de eigen producties denkt te realiseren.
Over de plannen van het koor met betrekking tot de publieksfunctie is de commissie kritisch. Zij vindt deze weinig concreet uitgewerkt. Zo wil Consensus Vocalis de komende periode onderzoeken welke publieksprofielen er aan de diverse programmalijnen gekoppeld kunnen worden. De commissie is kritisch over het feit dat dit voornemen nog niet in het plan verder is uitgewerkt. Daarnaast zet zij een kritische kanttekening bij de verwachting van Consensus Vocalis dat de meer maatschappelijke focus in de programmering zal leiden tot een publieksgroei in de komende periode. De commissie vindt dat hier sprake is van een aanname die niet goed onderbouwd is. Zij mist wat dat betreft een overtuigende strategie.
Consensus Vocalis is zich ervan bewust dat het vooral een eenzijdig samengesteld publiek bereikt. Hoewel de commissie het positief vindt dat het koor zich nadrukkelijk wil inzetten om volgens eigen zeggen een cultureel diverser en jonger publiek te bereiken, mist zij een uitgesproken visie van Consensus Vocalis op hoe het deze doelgroepen wil aanspreken. De commissie is er op basis van het plan dan ook niet van overtuigd dat deze ambitie zal worden gerealiseerd.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als neutraal.
Zij is van mening dat er geen sprake is van een bijzondere betekenis op inhoud, omdat het werk van Consensus Vocalis geen aanbod betreft dat verder weinig te horen is in Nederland.
De commissie ziet op basis van het plan te weinig perspectief op een bijzondere betekenis op vorm. Volgens Consensus Vocalis staat het in 2019 gerealiseerde programma ‘Chanting Forest’ model voor zijn projecten in de komende beleidsperiode. De commissie vindt dat ‘Chanting Forest’ een opvallende verschijningsvorm heeft. Zij is echter van mening dat Consensus Vocalis te weinig toelichting geeft op toekomstige projecten die tot spraakmakende producties moeten leiden.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie ook geen bijzondere betekenis van het werk op effect. Zij is er op basis van de geschetste plannen waarin Consensus Vocalis streeft naar innovatie in de koormuziek en het hebben van een maatschappelijke impact niet van overtuigd dat het koor een ontwikkeling voor het genre teweeg zal brengen. De commissie is namelijk van mening dat het koor daarin aansluit bij initiatieven die gangbaar zijn in de muziekpraktijk.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.