De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de makers als ruim voldoende.
Zij kent het Cello Octet Amsterdam als een ensemble dat modern klassiek repertoire voor acht cello’s brengt. De werken worden speciaal voor het ensemble gearrangeerd en in veel gevallen nieuw gecomponeerd. Het ensemble is in 1989 onder de naam Cello Octet Conjunto Ibérico begonnen. Momenteel bestaat het Cello Octet Amsterdam uit de cellisten Alistair Sung, Claire Bleumer, Esther Torrenga, Geneviève Verhage, Rares Mihailescu, René van Munster, Sanne Bijker en Sanne van der Horst. In de projecten wordt er regelmatig interdisciplinair samengewerkt met bijvoorbeeld choreografen, theatermakers en musici uit andere genres. De programma’s spelen in het circuit van middelgrote concertzalen en festivals. Ook wordt er op locatie gespeeld.
De commissie is van mening dat de musici van het Cello Octet Amsterdam over een ruime mate van vakmanschap beschikken. Het zijn allen veelzijdige cellisten die elkaar goed aanvullen. Het samenspel vindt de commissie hecht en expressief en het lijkt erop dat de samenstelling van het ensemble de laatste jaren constanter is geworden. Cello Octet Amsterdam heeft in de afgelopen jaren een nauwe band opgebouwd met componisten en musici die allen een hoge kwaliteit bezitten. Een goed voorbeeld hiervan vindt de commissie de samenwerking met componist Arvo Pärt, waarvan in de productie ‘Summa’ speciaal voor het octet geschreven werk wordt gespeeld. Alhoewel de commissie de klank van acht cello’s bijzonder vindt, zijn de ontwikkelde muzikale programma’s volgens haar niet altijd heel oorspronkelijk. Zij merkt daarbij op dat het ensemble de focus lijkt te liggen op minimalistische muzikale programma’s. Hierin vindt zij de klankkleur van de acht cello’s minder goed tot zijn recht komen. Wel is zij positief over de veelzijdigheid in de interdisciplinaire producties. Zo vond de commissie het positief dat er in de samenwerkingen met Via Berlin en Oorkaan gezocht werd naar een vorm waarin de cellisten ook op theatraal gebied onderdeel werden van de voorstelling. De commissie vindt dat er tijdens concertprogramma’s een enigszins statisch podiumbeeld ontstaat. Zij waardeert het dat het ensemble nadenkt over belichting en vormgeving, maar vindt dit in combinatie met de gekozen muziek niet altijd effectief. Als voorbeeld hiervan noemt zij de setting waarbij de cellisten in een cirkel zitten in een half verduisterde zaal tijdens de uitvoering van Michael Gordons compositie ‘8’. De commissie vindt dit in beginsel goed gevonden, maar het ensemble wist de spanning niet de hele compositie vast te houden.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als goed.
De plannen voor de periode 2021-2024 laten volgens de commissie een interessante voortzetting zien van het werk dat het Cello Octet Amsterdam in de afgelopen jaren heeft gepresenteerd. De aanvraag laat een heldere reflectie op het eigen werk zien. De commissie heeft op basis van het plan een goed beeld van de artistieke ambities van het Cello Octet Amsterdam voor de komende periode.
De commissie constateert dat de artistieke ontwikkeling van het gezelschap hoofdzakelijk vorm krijgt via de keuze van samenwerkingspartners. Over die keuzes is de commissie positief, bijvoorbeeld over de samenwerking met de componisten Maxim Shalygin, David Lang en Kayhan Kalhor. Ook over de multidisciplinaire samenwerkingspartners die in de aanvraag worden gepresenteerd (zoals regisseurs Titus Tiel Groenestege en Jiska Rickels) is de commissie positief.
De commissie is van mening dat deze samenwerkingen leiden tot oorspronkelijke producties. Zij maakt daarbij de kanttekening dat het risico bestaat dat de signatuur van het ensemble door de hoeveelheid samenwerkingen diffuus wordt.
De commissie is positief over de voorgestelde programma’s. Zo vindt zij de programmareeks ‘Common Ground’ aansprekend. Met deze programma’s wil het ensemble maatschappelijke verbindingen aangaan en het publiek actief betrekken bij de muziekproducties. De commissie verwacht dat dit zal bijdragen aan de publieksbeleving bij deze programmareeks.
Dit geldt ook voor het feit dat Cello Octet Amsterdam ervoor kiest zelf actief deel te nemen aan voorstellingen, bijvoorbeeld in ‘Mirage’, waarin het samen met LeineRoebana een choreografie gaat uitvoeren. De commissie vindt dit een spannende keuze voor het octet die bijdraagt aan de zeggingskracht van de concerten.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert uit de plannen dat het Cello Octet Amsterdam in de komende periode concerten en voorstellingen wil verzorgen met werk van zowel klassieke als hedendaagse componisten. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van dit soort aanbod groot is, en dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod eveneens groot is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie stelt vast dat het Cello Octet Amsterdam voor het type aanbod een goed publieksbereik heeft weten te realiseren, met een piek van 22.000 bezoekers in 2018. In de aanvraag wordt het streven uiteengezet om in de komende periode een groter en diverser publiek aan te spreken. De commissie is positief over het voornemen om voor de komende periode een groter marketingbudget te reserveren en een marketingmedewerker aan te stellen. Dat is op zich een goede stap, maar de commissie mist een visie en uitwerking op het publieksbereik in het plan. Zo is zij kritisch over de verkenning van potentiële doelgroepen die de aanvraag bevat. Deze is volgens de commissie uitgebreid, maar ook oppervlakkig. Het Cello Octet Amsterdam heeft een publieksonderzoek en een marketingplan in voorbereiding. De commissie vindt de contouren van het onderzoek en van het plan, zoals die in de aanvraag worden geschetst, generiek en weinig concreet. De commissie mist duidelijke strategieën om de publieksgroei en –verbreding te realiseren. Op basis van het plan is zij er niet van overtuigd dat het Cello Octet Amsterdam erin zal slagen om in de komende beleidsperiode zijn ambities op het gebied van publieksbereik te realiseren.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstenpraktijk als voldoende.
Zij is van mening dat het aanbod dat het octet brengt inhoudelijk verder weinig te zien is op de Nederlandse podia. Het Cello Octet Amsterdam richt zich vooral op hedendaags repertoire in een bijzondere bezetting. Hierdoor is de commissie van mening dat er sprake is van betekenis op inhoud.
De commissie stelt vast dat de interdisciplinaire samenwerkingen en de muzikale cross-overs die het Cello Octet Amsterdam aangaat in dit segment van de muziekpraktijk gebruikelijk zijn. Er is volgens de commissie dan ook geen sprake van betekenis op vorm.
Tot slot is in de ogen van de commissie ook geen sprake van een bijzondere betekenis op effect, omdat het werk van het Cello Octet Amsterdam geen bijzondere bijdrage levert aan de ontwikkeling van de Nederlandse podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.