De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de makers als ruim voldoende.
Eenvijfvijf (155) is een in Utrecht gevestigd collectief met een gedeelde passie voor bewegingsvormen, muziek, film, humor en kunst. De broers Thomas en Erik Bos vormen de spil van de groep. De leden zijn allemaal begonnen met b-boying en dit vormt de rode draad in het werk van 155. Het gezelschap maakt sinds 2017 zelfstandig voorstellingen, films en acts door dans, video en komedie te combineren. De voorstellingen spelen in het circuit van vlakkevloertheaters, in clubs en in de openbare ruimte.
De commissie is van mening dat uit het werk van 155 vakmanschap spreekt. Zij kent 155 als een gedreven groep makers met een onderzoekende houding, die hun concepten weten te vertalen in energieke, humoristische voorstellingen, die met schwung worden gebracht. Zij plaatst een kanttekening bij de uitvoeringskwaliteit van het werk. Hoewel zij van mening is dat er wordt gewerkt met fysiek sterke dansers en een interessant conceptueel uitgangspunt, vindt zij de uitvoering van de producties wisselend van kwaliteit. Als voorbeeld noemt zij de voorstelling ‘Motors’, waarin het choreografisch materiaal niet altijd even precies werd uitgevoerd.
De commissie vindt dat het werk van 155 getuigt van oorspronkelijkheid. De groep heeft zich naar haar mening in de afgelopen jaren weten te ontwikkelen tot een hecht gezelschap met een herkenbare artistieke signatuur. De producties worden gekenmerkt door originele concepten met humoristische gedachtekronkels, waarin 155 dans combineert met disciplines als video en muziek. Daarbij wordt volgens de commissie het experiment niet geschuwd. In de voorstellingen worden thema’s met zelfspot en absurditeit behandeld. De commissie vindt de aanpak van 155 verfrissend en onderscheidend binnen het danslandschap en noemt in dit verband de productie ‘100% Selfmade’, waarin de performers zich kwetsbaar durfden op te stellen.
Volgens de commissie is de zeggingskracht van de voorstellingen van 155 wisselend. Dit heeft er naar haar mening mee te maken dat de makers af en toe doorschieten in hun experimenteerdrift en te veel verschillende elementen in het werk proberen te betrekken. Hierdoor is de dramaturgie van de producties soms onevenwichtig en wordt de aandacht van het publiek niet altijd vastgehouden. Dit wordt deels gecompenseerd door de sterke dynamiek en energie van de uitvoering van het werk, die een breed publiek weet aan te spreken.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
Zij constateert dat 155 voor de periode 2021-2024 in grote lijnen de bestaande artistieke koers continueert. De plannen voor deze periode maken op de commissie een bevlogen en enthousiaste indruk. Zo wordt in het plan volgens haar overtuigend gereflecteerd op de stappen die 155 in de afgelopen jaren heeft gezet. Dat het gezelschap, na jaren van veel produceren en touren, meer tijd vrij wil maken voor creatie en inhoudelijke verdieping vindt de commissie logisch.
De commissie constateert dat de artistieke uitgangpunten voor de komende periode zijn terug te voeren op de drie pijlers “physical comedy”, “film, video en marketing” en “podia en publiek”. Deze overkoepelende artistieke visie vindt zij oorspronkelijk en goed aansluiten bij de artistieke signatuur van 155. Zo vindt zij de multimediale aanpak, met urban dansvormen als uitgangspunt, verfrissend. De bijbehorende collectieve werkwijze noemt de commissie interessant en scherp geformuleerd. Ook is zij positief over de keuze voor vertrouwenwekkende samenwerkingspartners, die over een grote mate van vakmanschap beschikken.
De commissie is echter kritisch over de uitwerking van de plannen. Hoewel de overkoepelende thema’s die jaarlijks centraal staan in het werk, helder worden toegelicht, mist zij een beschrijving van de manier waarop deze vanuit de verschillende disciplines worden vertaald naar producties. De hoeveelheid geplande activiteiten en samenwerkingen vindt de commissie daarnaast, zeker gezien het voornemen van de makers om meer de verdieping op te zoeken, zeer ambitieus. Zo stelt zij vast dat het activiteitenprogramma naast een jaarlijkse productie bestaat uit een grote hoeveelheid aan shorts, HDD-expo’s, 155-weekenden, clubavonden en sketches. De beschrijving van deze activiteiten maken op haar vooralsnog een weinig gerichte indruk. Zij is kritisch over de mate waarin in al deze activiteiten de eigen signatuur van 155 voldoende herkenbaar aanwezig zal zijn. Als voorbeeld hiervan noemt zij de toelichting bij de productie ‘155 De Mu551cal’. Hierin mist de commissie een motivering waarom het gezelschap onderzoek wil doen naar het genre musical, en hoe 155 zich hierin wil verdiepen en dit onderzoek vorm willen geven. Vanwege het ontbreken van een gerichte aanpak voor onderzoek en verdieping, is de commissie er dan ook niet van overtuigd dat 155 met deze veelheid aan activiteiten de gewenste verdieping zal vinden en het werk voldoende gelaagdheid zal vertonen. De commissie heeft er vertrouwen in dat een breed publiek kan worden aangesproken door de diverse presentatievormen, maar is er niet van overtuigd dat de activiteiten over voldoende zeggingskracht zullen beschikken.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als zeer goed.
Zij constateert uit de plannen dat 155 in de komende periode voorstellingen wil produceren waarin urban dansvormen worden gecombineerd met video en komedie. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod groot is. Zij stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod gemiddeld is. De commissie is daarom van mening dat er sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat 155 in de afgelopen periode een groot publiek heeft weten te bereiken. Op basis van de gerealiseerde bezoekersaantallen en de plannen voor de komende jaren, heeft de commissie er vertrouwen in dat de bezoekersaantallen op zijn minst zullen worden gehandhaafd. Zo stelt de commissie vast dat 155 ook in de komende periode op verschillende type speelplekken wil spelen en het werk zowel online als offline gaat presenteren. De manier waarop 155 zijn artistieke visie doorvoert in het marketingmateriaal en hier ook op zichzelf staande artistieke eindproducten van maakt, vindt de commissie bewonderingswaardig. Zo wordt er door 155 veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van online materiaal in de vorm van hoogwaardige teasers, sketches en short films, waarbij social media een belangrijke rol spelen. Dit biedt haar vertrouwen dat het beoogde brede publiek wordt bereikt en zijn weg naar het theater zal weten te vinden. Hiermee is er ook sprake van publiekdiversificatie, doordat 155 volgens de commissie in staat is publiek te trekken dat niet regelmatig podiumkunstenaanbod bezoekt.
Daarnaast vindt de commissie dat uit de doelgroepbeschrijving blijkt dat het gezelschap een realistisch beeld heeft van zijn publiek. De langetermijnstrategie voor wat betreft publieksbereik wordt in het plan overtuigend geformuleerd.
De commissie beoordeelt de betekenis voor de Nederlandse podiumkunstpraktijk als voldoende.
Zij is van mening dat er sprake is van betekenis op vorm. De commissie stelt vast dat 155 in zijn werk urban dans op een speelse manier combineert met video en komedie. Deze combinatie van disciplines resulteert volgens de commissie in een opvallende verschijningsvorm.
Op basis van de aanvraag verwacht de commissie geen bijzondere betekenis van het werk op inhoud en effect. Het betreft volgens haar geen aanbod dat verder weinig op de Nederlandse podia te zien is. Daarnaast levert het werk geen bijzondere bijdrage aan de ontwikkeling van de urban dans.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.