De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
World Opera Lab uit Amsterdam is het gezelschap van operamaker Miranda Lakerveld. Het gezelschap maakt interculturele operavoorstellingen waarin culturele verschillen in de hedendaagse samenleving en daaraan gerelateerde maatschappelijke thema’s centraal staan. Het werk bestaat uit kruisbestuivingen van muziek en dans uit verschillende culturen, met het operarepertoire als verbindende factor. De producties van World Opera Lab spelen in kleine en grote theaters en op locatie.
De commissie kent Miranda Lakerveld als een bevlogen en vakkundig maker. Haar voorstellingen zitten goed in elkaar en hebben vaak een sterke vormgeving. Volgens de commissie heeft Miranda Lakerveld een goed oog voor de verschillende samenwerkingsverbanden met makers uit andere culturen, zoals met de Iraanse componist Aftab Darvishi en het Amsterdams Andalusisch Orkest. De uitvoeringskwaliteit van het werk is volgens de commissie niet altijd even constant. Zij stelt vast dat dit te maken heeft met het feit dat er in de producties behalve met professionals soms ook gewerkt wordt met amateurkunstenaars, die niet allemaal op hetzelfde niveau presteren.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van de producties van World Opera Lab. De onderscheidende kracht van het werk van Miranda Lakerveld is naar haar mening onder meer te danken aan de integere manier waarop daarin met makers en uitvoerenden uit verschillende culturen wordt samengewerkt. Deze geven een extra betekenislaag aan de sterk gekozen maatschappelijke thema’s. De commissie noemt in dit verband de internationale coproductie ‘Turan Dokht’. In deze bewerking van Puccini’s opera ’Turandot’, werd behalve met componist Aftab Darvishi ook samengewerkt met het Iraanse Nilper Orchestra.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de producties van World Opera Lab vanwege de aansprekende manier waarop herkenbare, actuele thema’s worden vertaald in interculturele operavoorstellingen. Deze vinden hun oorsprong vaak in persoonlijke verhalen uit het leven van de uitvoerenden en uit de buurten waarin gewerkt wordt. De heldere en volwassen manier waarop deze worden vertaald in artistieke concepten, spreekt zeer tot de verbeelding. Dit wordt versterkt door de aandacht waarmee de producties zijn vormgegeven, die zorgt voor een fantasievolle, diepere betekenislaag. Dit komt goed tot uitdrukking in producties als ‘Het Offer’ en ‘Dans met de Zeven Sluiers’, waarin elementen uit de westerse en oosterse cultuur op organische wijze samenkomen.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als goed.
In de periode 2021-2024 wil World Opera Lab meer mensen bereiken met de producties en zijn werkterrein verruimen door meer internationale uitwisselingsprojecten te kunnen doen. Overkoepelend thema voor de activiteiten in deze periode is de dynamiek tussen het lokale en het mondiale. Dit thema komt tot uiting in drie programmalijnen. Ten eerste in internationale uitwisselingen, met onder meer een interculturele versie van Wagners ‘Der Ring des Nibelungen’. Ten tweede in grootschalige interculturele opera’s in Nederland in de openlucht, met onder meer de bewerking van Händels ‘Sheba’ in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West. En ten derde in producties waarin een dialoog tot stand wordt gebracht tussen religieuze tradities, met onder meer een interreligieuze Mattheüspassie.
De commissie vindt de artistieke visie die in de aanvraag naar voren komt, zeer overtuigend. Zij vindt het sterk hoe het fenomeen “superdiversiteit” wordt beschreven als artistieke motor en uitdaging. De toelichting op de voorgenomen producties sluit hier naadloos op aan, zowel inhoudelijk als qua werkwijze en proces. De commissie merkt op dat diversiteit en een inclusieve benadering in het plan daadwerkelijk de drijvende kracht zijn tot innovatie van het operagenre. Daarbij gaat World Opera Lab in zijn werkpraktijk veel verder dan het toevoegen van elementen uit andere culturen; de interculturele benadering vormt het DNA van de organisatie en draagt volgens de commissie bij aan een duidelijke eigen signatuur.
De aangrijpingspunten in het operarepertoire voor verbinding met culturen buiten Europa zijn er blijkens de plannen in overvloed, waardoor de artistieke concepten niet vergezocht of geforceerd lijken, maar logisch en authentiek. Dit maakt het voor de commissie aannemelijk dat de Europese operacultuur kan worden verrijkt en doorontwikkeld op basis van de eigentijdse, interculturele werkwijze van World Opera Lab, zonder dat op de intrinsieke waarde van het repertoire wordt ingeboet. De commissie is verder van mening dat het gebruik van mythologische verhalen als verbindende factor in de producties sterk zal bijdragen aan de zeggingskracht van de producties.
Een kritische kanttekening plaatst de commissie bij de globale uitwerking in het plan van de muzikale aspecten van de producties. De aanvraag bevat weinig concrete informatie over de instrumentale bezettingen waarmee gewerkt zal worden, en over de opdrachten die aan componisten worden verstrekt.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als zeer goed.
De commissie constateert op basis van de plannen dat World Opera Lab in de komende periode eigentijds muziektheater wil maken op basis van operarepertoire en diverse niet-westerse muziektradities. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod gemiddeld van omvang is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod klein van omvang is. De commissie is van mening dat daarom sprake is van een potentieel zeer interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
World Opera Lab neemt volgens de commissie een tamelijk uitzonderlijke positie in op het gebied van opera en muziektheater en slaagt erin om een aanzienlijk deel van het potentiële publiek te bereiken met zijn producties. Het gezelschap gaat voor de periode 2021-2024 uit van bijna een verdubbeling van het aantal bezoekers dat in de afgelopen jaren werd bereikt. De commissie vindt dit een zeer ambitieuze doelstelling, die volgens haar toch haalbaar is vanwege de toename van het aantal activiteiten en samenwerkingen, inclusief enkele grootschalige producties. Zij vindt het positief dat in de aanvraag sprake is van een scherpe zelfanalyse, waarin de aanvrager vaststelt dat er uitdagingen liggen in de matige naamsbekendheid van World Opera Lab en het lage percentage aan herhaalbezoek. Het plan is gebaseerd op een heldere publieksvisie, waarin het publiek een rol heeft als dialoogpartner en er vijf kringen zijn beschreven rond World Opera Lab. Daarnaast is er volgens de commissie sprake van een doordachte en doelgerichte inzet van sociale media.
De commissie is er op basis van het plan van overtuigd dat World Opera Lab een bijzondere bijdrage zal leveren aan publieksdiversificatie. In het functioneren van de organisatie zijn diversiteit en inclusiviteit essentieel. Dit komt zowel tot uiting in de keuze voor samenwerkingspartners en uitvoerenden als in het werkproces en de publieksvisie.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.