De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als zwak.
Stichting Werkplaats Walhalla is een productiehuis voor professionele talentontwikkeling dat makers en publiek in Katendrecht en Rotterdam wil verbinden door de combinatie van authentiek en communicerend theater. Door als (co)producent op te treden, makers te voorzien van artistiek, productioneel en organisatorisch advies, en een repetitie- en speelruimte beschikbaar te stellen biedt Werkplaats Walhalla vaak een essentiële stap in de professionele ontwikkeling van makers. Makers worden door de artistieke leiding benaderd of kunnen zich actief aanmelden bij de Werkplaats Walhalla Pitch. De voorstellingen spelen in het eigen theater Kantine Walhalla en touren ook in het vlakkevloercircuit.
De commissie is niet overtuigd van het vakmanschap van Werkplaats Walhalla. Zij signaleert dat er nog veel ruimte tot groei is op artistiek-inhoudelijk gebied. Zo vindt zij de regie vaak niet volledig uitgekristalliseerd. Uit het spel spreekt volgens de commissie een cabareteske eenvoud die ten koste gaat van de gelaagdheid. Ook vindt ze de dramaturgie vaak simpel en niet altijd doeltreffend. De kerstvoorstelling ‘Tante Bennie Heb Een Kutkerst’ noemt ze als voorbeeld van een productie waarin ze een diepere laag mist die raakt aan een grotere context of thematiek. Zij vindt dit afdoen aan het vakmanschap.
De commissie is kritisch over de oorspronkelijkheid van de producties van Werkplaats Walhalla. De commissie ziet een zekere signatuur in de manier waarop de producties aanschuren tegen cabaret. De voorstellingen zijn opzettelijk volks, grof en luid. De commissie mist echter een eigen kijk of inbreng, waardoor ze de producties weinig oorspronkelijk vindt. Positiever is de commissie over de onderscheidenheid van een aantal producties van jonge makers uit Werkplaats Walhalla. De commissie ziet een eigen signatuur terug in het eerder genoemde ‘F*KE IT’ van De Gestampte Meisjes, maar de commissie schrijft dit vooral op het conto van de betreffende makers.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de voorstellingen van Werkplaats Walhalla. Zij vindt dat Werkplaats Walhalla in de gemaakte producties een formule hanteert die is afgestemd op een specifiek publiek. De commissie constateert dat de voorstellingen goed aansluiten bij de belevingswereld van die groep, vanwege de lokale thematieken, waarin de bewoners van Katendrecht en Rotterdam zich kunnen herkennen.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De plannen voor 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van het werk dat Werkplaats Walhalla in de afgelopen jaren heeft laten zien. Werkplaats Walhalla werkt met vier programmapijlers: Pitch & Pitch Jong; Walhallaproducties; coproducties en randprogrammering. Een nieuw element vormt Pitch Jong, waarbij makers hun ideeën voor jeugdvoorstellingen kunnen pitchen, in samenwerking met Buro Bannink en Stichting Onder het Buro.
Werkplaats Walhalla kiest naar eigen zeggen voor authentieke makers, maar werkt deze classificatie nauwelijks uit. De commissie mist een overkoepelende artistieke visie die logisch aansluit bij de gekozen makers. Ook ontbreekt in het plan een zienswijze op talentontwikkeling. Werkplaats Walhalla streeft ernaar de makers steviger te begeleiden opdat zij hun eigen artistieke uitgangspunten kritisch durven te bevragen, en heeft hiertoe een dramaturg aangesteld. Het plan biedt echter geen zicht op de visie en de werkwijze van de dramaturg. Dit vindt de commissie een groot gemis.
Verder vindt de commissie dat de verschillende programmapijlers weinig onderlinge samenhang vertonen. Zij mist een inhoudelijke lijn waarlangs de programma’s worden uitgezet, wat in haar ogen ten koste gaat van de oorspronkelijkheid van de plannen.
Hoewel Werkplaats Walhalla makers vrij wil laten om hun eigen thematieken aan te dragen, lijkt dit op grond van het plan niet altijd het geval. Een voorbeeld hiervan is de reprise van ‘Tante Bennie Heb Een Kutkerst’, waarvoor een jonge regisseur wordt gevraagd. Een gedegen motivatie voor zowel de herneming van de voorstelling als de keuze voor specifiek een jonge regisseur ontbreekt. Ook is niet bekend wie de jonge regisseur zal zijn. Het concept, de tekst en enkele spelers liggen wel al vast. Hierdoor ziet de commissie weinig ruimte voor de eigen artistieke inbreng van de regisseur. Dit doet afbreuk aan de verwachting van de commissie over de oorspronkelijkheid van het resultaat.
De commissie is verder kritisch over de uitwerking van de artistieke concepten. Zo krijgt zij nauwelijks zicht op dramaturgische lijnen en verhaallijnen, en is van sommige projecten het artistieke team nog onbekend. In combinatie met de weinig toegelichte werkwijze biedt het plan haar geen vertrouwen in de zeggingskracht van de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat Werkplaats Walhalla lichtvoetige theatervoorstellingen produceert. Zij stelt vast dat het aantal aanbieders voor dit soort aanbod relatief groot is. Tegelijk stelt de commissie vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Werkplaats Walhalla mede op basis van publieksonderzoek een helder zicht heeft op de publiekssamenstelling in het eigen theater. Hoewel de commissie het positief vindt dat het eigen theater Kantine Walhalla in de afgelopen jaren een breed publiek heeft mogen verwelkomen, merkt zij op dat zij het publieksbereik ten aanzien van de producties van Werkplaats Walhalla beperkt vindt in relatie tot het potentieel. In dat licht bezien vindt de commissie het positief dat het productiehuis streeft naar een groter aantal speelbeurten per productie. Ook ambieert Werkplaats Walhalla een grotere landelijke uitstraling, wat het wil realiseren door een groter landelijk speelbereik te creëren. Hiertoe werkt het productiehuis samen met verschillende impresariaten. Hoewel de commissie vertrouwen heeft in de kundigheid en het netwerk van deze verkoopbureaus, merkt zij op dat zij de relatieve onbekendheid van de makers als een aanzienlijke belemmerende factor ziet voor een grote landelijke afzet. Zij mist in het plan een reflectie van Werkplaats Walhalla op dit gegeven.
Verder stelt de commissie vast dat Werkplaats Walhalla op een stijging van de gemiddelde bezettingsgraad buiten Rotterdam rekent, door eenvoudigweg vaker in andere theaters te spelen. Een plan van aanpak die deze aanname aannemelijk kan maken, ontbreekt. Mede gezien de relatieve onbekendheid van de makers, is er volgens de commissie een veel steviger strategie nodig om het werk te promoten en om publiek te genereren. Doordat een overtuigende visie ten aanzien van het publieksbereik ontbreekt, heeft de commissie niet het vertrouwen dat Werkplaats Walhalla zijn ambities op het gebied van publieksbereik zal weten te realiseren.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.