De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als zwak.
Vloeistof is een moderne-dansgezelschap uit Tilburg dat onder artistieke leiding staat van choreografen Anja Reinhardt en Yuri Bongers. Vloeistof ontwikkelt dansvoorstellingen voor in de openbare ruimte. Daarbij worden maatschappelijke thema’s als uitgangspunt gekozen. De voorstellingen zijn vooral te zien op festivals.
De commissie is kritisch over het vakmanschap van Vloeistof. Er is in de afgelopen periode met fysiek sterke dansers gewerkt waardoor de uitvoering van de voorstellingen op niveau was. Tegelijkertijd is de commissie weinig positief over de choreografieën en de danstaal van Vloeistof, die zij weinig dynamisch of verrassend vindt.
Volgens de commissie getuigen de producties van Vloeistof nauwelijks van een oorspronkelijke signatuur. Zij merkt op dat het gezelschap de afgelopen periode uitsluitend locatievoorstellingen heeft ontwikkeld en vindt dat het gezelschap een duidelijke keuze heeft gemaakt door zich op dit type werk te concentreren. Naar haar mening wordt de maatschappelijke thematiek die de makers in de producties over het voetlicht willen brengen, niet op een interessante artistiek inhoudelijke manier vertaald naar bewegingsmateriaal. Als voorbeeld hiervan noemt de commissie de productie ‘Hellend Vlak’, waarin de choreografie volgens haar letterlijk en voorspelbaar is. Een ander voorbeeld is ‘Hersenvakantie’, waarin de danseres weliswaar een bepaalde eigenheid met zich meebrengt, maar er inhoudelijk gezien geen diepere betekenisvolle laag aan de thematiek van de choreografie wordt toegevoegd.
De commissie is van mening dat de zeggingskracht van het werk van Vloeistof beperkt is. Zij stelt dat het werken in de openbare ruimte iets extra’s vraagt van het werk, waardoor de aandacht van het publiek direct wordt gegrepen. Volgens de commissie slagen de voorstellingen van Vloeistof hier niet in, omdat dans en inhoud daarin los staan van elkaar. Het werk blijft hierdoor naar haar mening aan de oppervlakte steken, waardoor het de toeschouwers niet weet mee te nemen.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van het werk dat Vloeistof in de afgelopen jaren heeft laten zien. De commissie heeft waardering voor de ambitie om maatschappelijke vraagstukken in het werk aan de orde te stellen, maar constateert dat deze zich niet heeft vertaald in een overtuigend plan voor de komende periode.
De commissie is kritisch over de weinig oorspronkelijke manier waarop Vloeistof zijn producties uitwerkt. De beoogde producties zijn naar haar mening nauwelijks verder uitgewerkt dan een vrij letterlijk blootleggen van structuren of menselijk gedrag. Als voorbeeld noemt zij de productie ‘Randomly Rare’, waarbij Vloeistof hokjesdenken aan de kaak wil stellen en het publiek categoriseert in vijf groepen die ieder een eigen choreografie te zien krijgen. Het gezelschap werkt in het plan niet uit hoe het een zekere gelaagdheid aan het concept toevoegt en hoe bijvoorbeeld het beoogde gevoel van bevoorrecht zijn bij het publiek opgeroepen wordt. Deze kritiek heeft de commissie ook bij de productie ‘U wordt waargenomen’. Het plan wekt de indruk dat er niet veel meer gebeurt dan een feitelijk verzamelen van data, zonder dat daar een diepere betekenis aan wordt gegeven.
De commissie zet tevens kritische kanttekeningen bij de zeggingskracht van het werk van Vloeistof. Zij constateert dat producties als ‘Randomly Rare’ en ‘U wordt waargenomen’ gebaat zijn bij een effectieve publieksparticipatie. Het gezelschap weet echter geen scherpe visie op publieksparticipatie te formuleren. Zo wordt het de commissie niet duidelijk welke strategieën Vloeistof inzet om toevallige passanten in de openbare ruimte te overtuigen als deelnemer mee te doen. Aangezien de beleving van het werk ontleend wordt aan publieksparticipatie, vindt de commissie het een groot gemis dat het gezelschap dit niet nader uitwerkt. Daarnaast is de commissie kritisch over het gegeven dat Vloeistof nauwelijks aandacht schenkt aan de manier waarop de speellocatie onderdeel is van de voorstelling, terwijl het gezelschap de intentie heeft om met dans op locatie het publiek een andere ervaring van de locatie mee te geven. In combinatie met haar kritische kanttekeningen bij het vakmanschap van het gezelschap, ziet de commissie beperkt perspectief op voorstellingen die van zeggingskracht getuigen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie maakt uit de plannen op dat Vloeistof in de komende periode dansvoorstellingen in de openbare ruimte wil verzorgen. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod gemiddeld van omvang is en dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod beperkt is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel zeer interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie is met betrekking tot dit criterium kritisch over de verwachting voor de komende periode. Vloeistof heeft de afgelopen jaren veelal werk gepresenteerd op straattheaterfestivals, waar met een bepaalde vanzelfsprekendheid publiek gevonden werd. Uit het plan blijkt dat het publieksbereik van het gezelschap redelijk stabiel is geweest.
De commissie verwacht dat Vloeistof zijn publiek de komende jaren zal weten te bestendigen. Zij heeft op basis van het plan er geen vertrouwen in dat het gezelschap met nieuw te maken werk zijn publieksbereik zal weten te vergroten of verbreden. Het gezelschap geeft geen blijk van een sterke strategie om de eigen achterban uit te bouwen. De commissie is bijvoorbeeld van mening dat er voor de komende periode geen heldere publieksvisie in het plan tot uiting komt. Vloeistof licht wel toe na afloop van de presentaties in gesprek te gaan met het publiek, maar geeft geen duidelijke doelgroepenbeschrijving. Dit vindt de commissie een gemis omdat het werk naar haar mening laagdrempelig genoeg is om brede publieksgroepen te kunnen bereiken. Daarnaast mist zij in het plan een uitwerking van concrete acties om het publieksbereik te optimaliseren. Voor het bereiken van publiek leunt Vloeistof volgens haar ook de komende jaren zwaar op de inspanningen van de presenterende instellingen.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.