De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
De vaste kern van Theatergroep Witte Raaf wordt gevormd door artistiek leider/regisseur Rosa Peters en acteur/componist Freek den Hartogh. Het gezelschap maakt muziektheaterproducties die zijn geïnspireerd op mythen en legenden, en die worden bewerkt om grote onderwerpen te behandelen voor een jeugdig publiek. Daarbij wordt gebruikgemaakt van eigen composities en muziek van betekenisvolle componisten uit de (pop)geschiedenis. Het werk van het gezelschap speelt voornamelijk in kleinere theaters en op Festival De Parade.
De commissie is gematigd positief over het vakmanschap van Theatergroep Witte Raaf. De ervaring die Rosa Peters en Freek den Hartogh in de afgelopen jaren hebben opgedaan bij andere (jeugd)gezelschappen is naar haar mening zichtbaar in de uitvoeringskwaliteit. De commissie vindt vooral de theatrale en muzikale spelkwaliteit van hoog niveau. Door de basale opbouw en de matige integratie van spel en muziek weten de voorstellingen in artistiek opzicht echter niet geheel te overtuigen.
De commissie beoordeelt het werk van Theatergroep Witte Raaf als weinig oorspronkelijk. De voorstellingen hebben weliswaar aansprekende uitgangspunten, maar de commissie vindt de theatrale vertaling van de thema’s die de makers over het voetlicht willen brengen voor de hand liggend. Als voorbeeld noemt de commissie de productie ‘Romeo is op Julia en Layla op Majnun’, waarin de oosterse en westerse liefdesverhalen van de Perzische dichter Nizami en William Shakespeare op voorspelbare wijze werden vermengd.
De zeggingskracht van de voorstellingen is naar het oordeel van de commissie beperkt. Zij plaatst kritische kanttekeningen bij de dramaturgische opbouw van de producties, die een weinig evenwichtige spanningsboog kennen. Als voorbeeld noemt de commissie de voorstelling ‘Ali en Nino’. Door de vluchtelingenproblematiek centraal te stellen kende deze jeugdvoorstelling een mooi en belangwekkend uitgangspunt, maar de matige uitwerking van de plot deed afbreuk aan de impact op het publiek. Daarnaast is zij van mening dat de teksten nogal letterlijk zijn, zonder meerduidigheid of verdieping, waardoor weinig aan de fantasie van de jonge toeschouwers wordt overgelaten.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van het werk dat Theatergroep Witte Raaf in de afgelopen jaren heeft laten zien. Het gezelschap is voornemens zich in Rotterdam te vestigen en de commissie ziet dit voornemen helder gemotiveerd. Het plan ontbeert echter een visie op de toekomstige artistieke ontwikkeling van het gezelschap. Freek den Hartogh heeft zich naar eigen zeggen gespecialiseerd als acteur in samenwerking met orkest, en gaat nu de stap aan om dat ook als maker te doen. Deze stap vindt de commissie niet helder uiteengezet en weinig inhoudelijk onderbouwd. Ook de samenwerkingen die het gezelschap aangaat met partners als MBO Theaterschool en Theater Zuidplein, worden nauwelijks gemotiveerd. In hoeverre deze keuzes bijdragen aan de artistieke ontwikkeling van het gezelschap, wordt niet duidelijk.
De enthousiast beschreven voorstellingsplannen bevatten volgens de commissie enkele prikkelende uitgangspunten, zoals het brengen van oude muziek naar een jonge doelgroep in ‘Tijl Uilenspiegel’. Het uitgangspunt om oude mythes te combineren met hedendaagse thema’s vindt de commissie interessant, maar zij ziet dit niet altijd even oorspronkelijk uitgewerkt. Zo vindt zij de plots van ‘Apollo’ en ‘Dido en Aïsha’ vrij eendimensionaal uiteengezet. Het idee om de mythe van Daedalus en Icarus te koppelen aan een actueel vluchtverhaal van een vader en zoon vindt de commissie interessant. Zij merkt echter op dat de vergelijking in de uitwerking geen stand houdt. Het plan maakt de parallel tussen beide verhalen onvoldoende inzichtelijk.
De beperkte artistieke uitwerking van de plannen geeft de commissie weinig beeld van de wijze waarop de makers tekst, muziek, decor en kostuums samensmeden. De muzikale lijnen worden nergens specifiek gemaakt en voor ‘Dido en Aïsha’ ontbreekt in het geheel een muzikaal plan. Ook de werkwijze vindt de commissie niet helder. Zo lenen de makers naar eigen zeggen voor ‘Tijl Uilenspiegel’ de figuur van Tijl. Hoe dat in zijn werk gaat, en hoe de originele verhalen worden geïntegreerd in de voorstelling, is onduidelijk. Mede gelet op haar kritische kanttekeningen ten aanzien van het vakmanschap kan de commissie niet op voorhand vertrouwen op voorstellingen met een hoge mate van zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert uit de plannen dat Theatergroep Witte Raaf in de komende periode muziektheater voor de hele familie maakt. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod van gemiddelde omvang is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens gemiddeld is. Zij is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Theatergroep Witte Raaf een publiekstoename van twintig procent over vier jaar nastreeft. De commissie vindt dat het gezelschap zich op een voor het publiek herkenbare manier positioneert met de pay-off ‘mythisch muziektheater’. Verder vindt de commissie het positief dat Theatergroep Witte Raaf investeert in de opbouw van zijn publiek door het mee te laten groeien. Het ‘oost-meets-west-story’-drieluik ontwikkelt zich in lijn met de ontwikkeling van de kinderen: van 6-plus naar 8-plus naar 10-plus. Dit vindt de commissie een goed voorbeeld van nadenken over publieksopbouw en publieksbereik. Ook vindt zij het positief dat Theatergroep Witte Raaf relatief veel schoolvoorstellingen speelt, waarmee het gezelschap ook kinderen bereikt die niet of nauwelijks naar het theater gaan. De commissie plaatst een kanttekening bij het marketingplan. Hoewel het gezelschap het belang van een sterke marketingstrategie onderkent, werkt het deze in het plan niet concreet uit. Desalniettemin vindt de commissie het op basis van het plan aannemelijk dat Theatergroep Witte Raaf het potentiële aantal bezoekers weet te bereiken.
Ten slotte plaatst de commissie een kanttekening bij het voornemen om een brede en diverse publieksgroep aan te spreken. Zij ziet dit voornemen niet omgezet in concrete acties. Een eigen visie op de diversificatie van het publiek ontbreekt, en het gezelschap lijkt op dit vlak vooral te leunen op de achterban en de kennis van zijn partners.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.