De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
DEGASTEN is een jongerentheatergezelschap uit Amsterdam. De artistieke kern bestaat uit Elike Roovers en Rutger Esajas. Het gezelschap maakt interdisciplinair en associatief montagetheater met jongeren tussen de 12 en 25 jaar. De ervaringen van de spelers vormen het uitgangspunt van de voorstellingen. DEGASTEN maakt zowel publieksvoorstellingen als educatievoorstellingen. De voorstellingen zijn vooral te zien in het vlakkevloercircuit en in kleine zalen.
De commissie vindt het vakmanschap van DEGASTEN gedegen. Zij ziet vakmanschap in de uitvoering van de missie van het gezelschap om de verhalen van jongeren op het toneel te brengen. Hoewel de commissie deze werkwijze interessant vindt, plaatst zij kanttekeningen bij de uitwerking ervan. Zij constateert dat de betrokken jongeren sterk verbonden zijn met de thematieken, maar niet altijd even goed uit de voeten kunnen met de artistiek-inhoudelijke vertaling, in bijvoorbeeld moderne dans of theater. De commissie noemt ‘My name before Naomi’ als geslaagd voorbeeld van de werkwijze. In deze voorstelling is de hoofdpersoon, een asielzoeker, eigenaar gebleven van haar eigen verhaal. De commissie vindt dat het gezelschap een eigen idioom heeft ontwikkeld in een bewegingstaal die zij succesvol vindt. Zij plaatst een kanttekening bij de wisselende dramaturgie en de onevenwichtige spanningsbogen in de producties, die afbreuk doen aan het vakmanschap.
De commissie vindt de oorspronkelijkheid in de producties van DEGASTEN groot. Er is sprake van een eigen signatuur, die zichtbaar wordt in de stijl van montage van de scenes, en de afwisseling van beweging en tekst. Ook vindt de commissie de overgave waarmee de jongeren aan de producties deelnemen en zich bloot geven, ontwapenend, en bijdragen aan de eigenheid van het gezelschap. De signatuur wordt verder versterkt door het soort verhalen die de jongeren vertellen, die uiteenlopen van kleine onderwerpen tot grote thema’s, en inzicht geven in hun leefwereld. DEGASTEN durft in de voorstellingsconcepten onverwachte keuzes te maken. De commissie noemt in dat verband ‘Breken’, waarin het verhaal vooral via associatieve beelden werd verteld.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de producties van DEGASTEN. Door de theatrale vertaling van persoonlijke verhalen geven de performers een geabstraheerd inkijkje in hun persoonlijke leefwereld. Volgens de commissie is dat soms ontroerend of confronterend, maar wordt het publiek altijd uitgenodigd om zich tot de verhalen te verhouden. Daarom vindt ze de impact van het werk van DEGASTEN groot.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
In de meerjarige aanvraag voor de periode 2021-2024 beschrijft DEGASTEN volgens de commissie helder zijn eigen positionering in de podiumkunstensector. De commissie is positief over de ambitie van DEGASTEN om de aankomende jaren een betere balans te ontwikkelen tussen zijn sociale en artistieke activiteiten. Zij verwacht dat het aantrekken van een dramaturg, een artistiek coördinator en een dj, een waardevolle bijdrage kan leveren aan het verder ontplooien van de artistieke projecten.
De commissie is kritisch over het voorliggende plan. Zij constateert dat DEGASTEN de producties daarin nauwelijks heeft uitgewerkt. Hoewel de commissie er begrip voor heeft dat het bij de werkwijze van DEGASTEN past dat veel tijdens repetities vorm krijgt, vindt zij de toelichting op de producties te summier om zich een duidelijk beeld te kunnen vormen van het nieuwe werk. Zo wordt er bijvoorbeeld geen inzicht gegeven in de uitgangspunten of thematieken die het gezelschap voor zijn producties kiest, waardoor de artistieke keuzes willekeurig lijken. Daarnaast beoogt DEGASTEN voorbij te gaan aan stereotypering, maar maakt de commissie uit het plan niet op hoe het gezelschap dit in de producties bewerkstelligt. Ook hoe het gezelschap kwetsbaarheid en intimiteit in zijn bewegingstaal legt, is niet uitgewerkt. De commissie is verder kritisch over de summiere toelichting op de werkwijze voor cocreatie met de betrokken jongeren. Zij krijgt daardoor geen beeld van de manier waarop de verhalen van de jongeren worden vertaald naar voorstellingen. Enkele voorbeelden van onderzoeksvragen die de aanvrager bij aanvang van het creatieproces stelt, hadden de commissie een specifieker kader kunnen bieden waarbinnen de producties ontwikkeld worden.
Potentie ziet de commissie in de samenwerkingen die DEGASTEN wil aangaan, zoals met Mimetheatergroep Bambie en ICK Amsterdam. Uit de toelichting hierop wordt haar echter niet duidelijk wat de samenwerking de jongeren kan opleveren, hoe de beoogde schuring ontstaat tussen de professionele uitvoerenden en de jongeren en hoe zij zich in de voorstellingen tot elkaar verhouden. Op basis van de plannen kan de commissie daarom geen positief oordeel uitspreken over de oorspronkelijkheid van de producties.
De commissie zet ook een kritische kanttekening bij de zeggingskracht. Zij constateert dat DEGASTEN zijn publiek wil confronteren met zijn eigen vooroordelen en verwachtingen. Ook hier bieden de plannen weinig houvast om vast te stellen in hoeverre daar sprake van zal zijn. Ondanks het positieve oordeel van de commissie over de voorstellingen in de afgelopen periode, krijgt de commissie op basis van het plan geen beeld van de manier waarop DEGASTEN het publiek in zijn voorstellingen zal weten te prikkelen en beroeren.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als goed.
De commissie maakt uit de plannen op dat DEGASTEN in de komende periode theatervoorstellingen vanuit een sociaal artistieke werkpraktijk wil verzorgen. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod gemiddeld van omvang is en dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod beperkt is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel zeer interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat DEGASTEN de afgelopen jaren in Amsterdam een eigen publiek heeft ontwikkeld. Het daar opgebouwde netwerk wordt volgens de commissie behendig ingezet om volle zalen te realiseren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door buurtbewoners en oud-spelers van DEGASTEN te betrekken. De commissie heeft er op basis van het verleden vertrouwen in dat het gezelschap zijn publieksbereik in de thuisstad de komende jaren zal weten te bestendigen.
Buiten Amsterdam is er volgens de commissie op het gebied van publieksbereik terrein te winnen. De commissie is van mening dat DEGASTEN een weinig overtuigende strategie beschrijft om de landelijke publiekswerving te optimaliseren. Zo worden slechts algemene marketinginspanningen op het gebied van social media beschreven, en lijkt het gezelschap voor overige publiekswerving afhankelijk te zijn van de presenterende podia.
De commissie vindt dat het gezelschap een sterke intrinsieke gedrevenheid heeft om inclusief te werken. Zij ziet dit ook terug in de activiteiten voor de aankomende periode. Uit het plan blijkt dat DEGASTEN zich blijft richten op het bereiken van andere doelgroepen dan het reguliere theaterpubliek, zoals jongeren, mensen met een verstandelijke of fysieke beperking, en publiek met een biculturele achtergrond. De commissie heeft er vertrouwen in dat dit terug te zien zal zijn in het publiek dat DEGASTEN bereikt. De commissie is er dan ook van overtuigd dat DEGASTEN een bijzondere bijdrage levert aan de verbreding van het publiek.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.