De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als zwak.
TEN Producties is een professioneel jeugdtheatergezelschap, dat voorstellingen maakt voor kinderen, jongeren en (jong)volwassenen. Het gezelschap is in 2015 opgericht onder de vlag van het Floreshuys in Zwolle. Corien Feikens is artistiek leider. Het gezelschap speelt op de vlakkevloer en voor scholen in de grote zaal, door heel Nederland.
De commissie vindt het vakmanschap van de betrokken makers wisselend. TEN Producties maakt vakkundig educatief theater. De commissie vindt de speelstijl in de producties uitvergroot, en dat sluit aan bij het educatieve doel van de voorstellingen. De commissie zet een aantal kanttekeningen bij de producties. Zij vindt de dramaturgie en verhaallijnen niet altijd gelaagd. In ‘Boys don’t cry’ bijvoorbeeld is er nauwelijks sprake van ontwikkeling in de karakters. Ook vindt zij de vormgeving in de producties weinig prikkelend. De commissie mist bovendien uitgesproken keuzes in de regie en kan daarin geen duidelijke visie onderscheiden. Ook constateert de commissie soms een ongemakkelijkheid op spelniveau in het spelen voor een jonger publiek. Zij vindt dit afdoen aan het vakmanschap.
De commissie plaatst kanttekeningen bij de oorspronkelijkheid van de producties. Als uitgangspunt voor de voorstellingen kiest TEN Producties vaak voor in het jeugdtheater veelgebruikte thema’s. In ‘No Joke’ gaat het bijvoorbeeld over agressie onder jongeren. De commissie mist in de uitwerking van die thematiek een verrassend perspectief waardoor de onderwerpen verfrissend belicht worden. De commissie vindt dat de producties daardoor in de uitwerking weinig tot de verbeelding spreken.
De commissie is gematigd positief over de zeggingskracht. TEN Producties speelt voornamelijk op scholen en vindt daar vanzelfsprekend een vast publiek. De commissie vindt dat door de thematiek van de voorstellingen en de persoonlijke en autobiografische insteek van de acteurs, een zekere zeggingskracht wordt bereikt voor de doelgroep van pubers en adolescenten. Zij constateert tegelijkertijd dat in de producties onderwerpen als pesten, homoseksualiteit en loverboys niet genoeg beklijven bij een publiek van jongvolwassenen door de behouden theatrale uitwerking op het toneel.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De commissie constateert dat TEN Producties zich in de plannen voor de periode 2021-2024 vooral richt op de ontwikkeling van voorstellingen voor een publiek van kinderen en jongeren in de leeftijdscategorie vanaf twaalf jaar. Daarbij kiest het gezelschap voor de producties meestal een sociaal-maatschappelijke thematiek die aansluit bij de belevingswereld van de doelgroep. Een doel daarbij is het bespreekbaar maken van taboes. De commissie beschouwt deze aanpak als een doorontwikkeling van de werkpraktijk zoals die in de afgelopen jaren is ontwikkeld. Zij is positief over het sterke sociaal-maatschappelijk engagement dat uit de plannen spreekt. Daarbij merkt zij op dat de focus op actuele thema’s met een grote relevantie voor de doelgroep zal bijdragen aan de zeggingskracht van de voorstellingen.
Zij constateert dat in de aanvraag de nodige aandacht wordt besteed aan de professionalisering en groei van de organisatie, maar dat er weinig sprake is van een visie op de beoogde artistieke ontwikkeling in de komende periode. Zo biedt het plan nauwelijks inzicht in de regisseurs en acteurs die de producties gaan realiseren. Hierdoor blijft het onduidelijk hoe Corien Feikens haar visie en ervaring zal overdragen op de jonge regisseurs en acteurs die bij de voorstellingen worden betrokken. Verder wordt Theater Gnaffel genoemd als vaste samenwerkingspartner en adviseur, maar wordt niet beschreven wat TEN Producties op inhoudelijk gebied nodig heeft om een volgende stap te zetten in de verdere ontwikkeling van het vakmanschap. In de beschrijving van de specifieke producties is telkens sprake van een team bestaande uit drie acteurs en een regisseur, overigens zonder dat er namen worden genoemd. Dit uitgangspunt wordt niet nader toegelicht en komt op de commissie over als een nogal generieke benadering.
De commissie is van mening dat de thematiek in de plannen te summier is uitgewerkt om te verwachten dat de voorstellingen zullen getuigen van een grote mate van oorspronkelijkheid. Zo schrijft het gezelschap bijvoorbeeld over de productie ‘GENDER’ dat het verhaal zal worden verteld door drie jonge acteurs met elk een ander gender. Volgens de commissie is een thema als gender dusdanig breed dat deze opzet op zichzelf weinig blijk geeft van een visie op het onderwerp. Zij ziet hierin een risico dat het gezelschap in de uitwerking blijft steken in een stereotype behandeling van de thematiek.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat TEN Producties in de komende periode jeugdtheater wil maken voor de doelgroep van middelbare scholieren en jongeren. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod gemiddeld van omvang is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens gemiddeld is. Zij is van mening dat daarom sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
TEN Producties zoekt in zijn marketingbeleid naar een directe relatie met de beoogde doelgroepen van jongeren en volwassenen. De thema’s van de voorstellingen staan daarbij centraal in de online communicatie, aangezien die volgens het gezelschap vaak de prikkel vormen voor het beoogde publiek om te besluiten naar de voorstelling te gaan. De commissie beschouwt dit als een goed uitgangspunt voor een effectieve publieksbenadering. Dit geeft haar het vertrouwen dat TEN Producties zijn publiekspotentieel zal weten te benutten. Verder is de visie op publieksbereik volgens de commissie tamelijk algemeen beschreven. Zo wordt er samengewerkt met partners en er is sprake van publieksonderzoek, maar de commissie mist een reflectie op concrete resultaten van het publieksonderzoek als basis voor de publieksvisie voor de komende jaren. Verder constateert zij dat het gezelschap zich niet alleen wil richten op zijn positionering in het oosten van het land, maar ook voorstellingen wil spelen in de Randstad, om zo te zorgen voor meer naamsbekendheid. Dit wordt volgens haar niet aannemelijk gemaakt, aangezien het plan geen overtuigende toelichting bevat op het opbouwen van een samenwerking met theaters buiten de eigen regio.
De commissie is er op basis van het plan van overtuigd dat TEN Producties een bijzondere bijdrage zal leveren aan publieksdiversificatie. Het gezelschap richt zich in de ontwikkeling van zijn aanbod onder andere op de doelgroep van (v)mbo-leerlingen. De commissie heeft er op grond van de beschreven aanpak vertrouwen in dat het deze doelgroep aan zich zal kunnen binden. Door een potentieel publiek van (v)mbo-leerlingen enthousiast te maken voor theater, draagt TEN Producties bij aan een breder en meer divers publiek voor de podiumkunsten in Nederland.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.