De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
Vanuit stichting Parea wil componist, pianist en programmamaker Thijs Borsten voorstellingen tot stand brengen waarin muzikale en culturele diversiteit op een persoonlijke manier naar voren komen. Daartoe werkt hij samen met bekende en onbekende artiesten met uiteenlopende culturele en muzikale achtergronden om hun muziek en hun verhaal te delen met het publiek. De producties spelen in het circuit van schouwburgen, vlakkevloerpodia en op festivals in Nederland.
De commissie kent Thijs Borsten als een bevlogen muzikaal leider, die vanuit een oprechte belangstelling voor andere culturen en muzikale stromingen vakkundig samengestelde programma’s uitbrengt. De artiesten met wie hij samenwerkt, zoals Izaline Calister en Lucretia van der Vloot zijn in de regel van hoog niveau. Datzelfde geldt naar de mening van de commissie voor de musici met wie hij het vaste begeleidingstrio vormt van zijn producties, te weten drummer Arno van Nieuwenhuize en bassist Xander Buvelot.
De commissie is kritisch over de oorspronkelijkheid van de producties van Parea. Zij stelt vast dat Parea voorstellingsconcepten gebruikt. In dit verband noemt de commissie bijvoorbeeld programma’s als ‘De Uitdaging’, waarin drie combinaties van twee vocalisten uit verschillende (muzikale) werelden met elkaar en elkaars repertoire spelen en ‘Weg van…’, waarbij het publiek wordt meegenomen langs de muzikale geschiedenis en diversiteit van een specifiek land. Doordat gewerkt wordt met concepten, die steeds op een vergelijkbare wijze worden ingevuld, is er weinig ruimte voor de verschillende verhalen van de artiesten die Thijs Borsten voor zijn series uitnodigt. Dit doet afbreuk aan de oorspronkelijkheid.
Volgens de commissie is de zeggingskracht van het werk van Parea beperkt. De concerten weten het publiek te raken door de kwaliteit van de verschillende artiesten met wie wordt gewerkt en het hoge uitvoeringsniveau van het vaste begeleidingstrio. De commissie is ook positief over de herkenbaarheid van de programma’s, maar vindt dat deze door een gebrek in afwisseling in arrangementen weinig verrassingen kennen. Zij mist een zekere muzikale verdieping, die de beleving van het publiek kan versterken. Dit doet afbreuk aan de zeggingskracht van de concerten.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit plan als voldoende.
De commissie constateert dat de voorgenomen projecten in belangrijke mate de voortzetting zijn van beproefde formats. Nieuwe elementen zijn bijvoorbeeld de voorstellingen over geloof en een Indische familiegeschiedenis.
De commissie ziet in de beschreven voorstellingen een duidelijke vertaling van de vier hoofdlijnen van de programmering: eigen concepten, universele muziek, verhalen en muziek uit verschillende werelddelen, en kinder- en jeugdvoorstellingen. De commissie constateert dat Parea met deze aanpak trouw blijft aan zijn artistieke doel om muzikale en culturele diversiteit op een persoonlijke manier naar voren te brengen. De commissie ziet in de keuze van de projecten enige verbreding die de oorspronkelijkheid van de toekomstplannen ten goede komt, bijvoorbeeld de voorstelling over een Indische familiegeschiedenis. De commissie mist soms de onderbouwing van de artistieke keuzes die worden gemaakt. Dat betreft bijvoorbeeld de keus voor de programma’s ‘Alberti meets Pavarotti’ en ‘Bach meets Flamenco’. Ook mist de commissie een uitwerking van de voorstellingen op theatraal gebied. Een origineel idee vindt de commissie de ‘Liedjesatlas’, een concept dat de kern vormt van de schoolvoorstellingen in de komende jaren.
De commissie leest in de plannen overtuigend dat de artistiek leider een oprechte interesse heeft in de gekozen hoofdpersonen, en dat hij met de authenticiteit van hun verhalen en muziek een zekere mate van zeggingskracht genereert voor een breed publiek. Het valt de commissie op dat in het plan nauwelijks wordt gereflecteerd op het publiek en de mogelijkheden om de zeggingskracht voor het publiek te vergroten. Voor de aanpak van de muziektheatervoorstellingen ziet de commissie in de toekomstplannen weinig substantiële verdere ontwikkeling. De meeste voorstellingen zullen volgens dezelfde formule verlopen: in de vorm van een concert met een gesproken persoonlijk verhaal, aangekleed met videobeelden van de achtergronden van de centrale gast. De commissie verwacht op basis van de beschreven aanpak van de voorstellingen dat de theatrale aanpak ook de komende periode rudimentair zal blijven. Het plan getuigt wel van inzet van regisseurs bij verschillende voorstellingen, wat de theatraliteit zou kunnen versterken, maar nergens wordt een duidelijk beeld gegeven wat de betrokkenheid van de regisseurs betekent voor de uiteindelijke voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert dat Parea in de komende periode producties zal ontwikkelen op het gebied van muziektheater in de vorm van toegankelijke theaterconcerten op basis van een cross-over van diverse muziekgenres. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod groot is. Het potentiële publiek voor dit soort aanbod is eveneens groot. De commissie is daarom van mening dat er sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Parea een redelijk helder en herkenbaar profiel heeft opgebouwd en daar een eigen publiek voor heeft gevonden. Zij leest in het plan dat Parea aanzienlijk meer publiek wil bereiken in de komende jaren, wat op zich kansrijk is gelet op de omvang van het potentiële publiek. De voorgenomen groei in het aantal concerten is een logische stap om de beoogde groei qua publieksbereik te kunnen realiseren. De inzet van een ervaren boekingsbureau voor de verkoop van producties in het grotezaalcircuit zal volgens de commissie hieraan kunnen bijdragen. Zij mist echter een overtuigende visie van Parea op het publieksbereik. Zo biedt het plan nauwelijks inzicht in de samenstelling, motivatie en waardering van het publiek die tot reflectie op de juiste aanpak zou kunnen leiden. De beschreven doelgroepen vindt zij met “publiek met dezelfde roots als de artiesten”, regulier concertpubliek, vakgenoten, fans van de specifieke musici en kinderen te algemeen om effectief in te kunnen spelen op een groot potentieel aan publiek. Het ontbreekt volgens de commissie aan een overtuigende strategie om daadwerkelijk specifieke doelgroepen over de drempel te krijgen. Enkele voorgenomen publieksacties worden kort beschreven, maar deze beschrijving is volgens de commissie te summier als concrete invulling van een marketingstrategie. De commissie onderschrijft de door Parea geformuleerde kansen voor een verbreding van haar publiek. De artiesten met muziek uit verschillende werelddelen kunnen zeker een eigen publiek aantrekken. De commissie leest echter geen overtuigende strategie om daadwerkelijk publiek met dezelfde roots als de artiesten’ substantieel te gaan bereiken. Ook de beoogde forse groei in het aantal schoolvoorstellingen wordt niet nader toegelicht, waardoor niet aannemelijk wordt gemaakt dat dit een haalbare doelstelling is. Dit alles overtuigt de commissie niet dat de publieksambities worden gerealiseerd.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.