De commissie beoordeelt de kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Onder leiding van producent Maarten Voogel heeft OpusOne zich vanaf 2015 toegelegd op het maken van kleinschalige, eigentijdse off-Broadway musicals. Samen met vaste regisseur Koen van Dijk werden in de afgelopen jaren verschillende producties gemaakt, die zowel in het theater als op locatie speelden.
De commissie is positief over het vakmanschap van het artistieke team van OpusOne dat het zorgvuldig geselecteerde off-Broadway repertoire op vakkundige wijze in de Nederlandse theaters brengt. Zij heeft daarbij veel waardering voor het hoge uitvoeringsniveau van de verschillende casts. Daarin stuwen ervaren musicalperformers en aankomend talent elkaar regelmatig op tot sterke prestaties, zoals Naomi van der Linden en Kenneth Herdigein in ‘The Color Purple’. Daarnaast is de commissie positief over de muzikale kwaliteit en de sterke eigen arrangementen in de voorstellingen van OpusOne.
Volgens de commissie getuigt het werk van OpusOne van oorspronkelijkheid. De producties van het gezelschap onderscheiden zich door hun geëngageerde opzet, waarin actuele en kwetsbare onderwerpen rondom diversiteit en inclusiviteit op een artistiek integere wijze worden vertaald. De relatief kleinschalige vorm die OpusOne kiest, draagt ook bij aan een eigen, herkenbare signatuur. Verder heeft OpusOne een goed oog voor talentvolle uitvoerders. De commissie vindt de keuze om ook gebruik te maken van uitvoerenden die niet beschikken over een specifieke musicalachtergrond, bijdragen aan de oorspronkelijkheid van de producties. Als voorbeelden hiervan noemt de commissie ‘The Color Purple’ en ‘Fun Home’, dat in coproductie met Internationaal Theater Amsterdam werd gemaakt. De commissie plaatst een kanttekening bij het feit dat OpusOne overwegend bestaand Amerikaanse repertoire gebruikt. De commissie ziet hier een zekere beperking in qua oorspronkelijkheid waar het gaat om de uitwerking van de thema’s en de ontwikkeling van de plots, die zij in het gekozen repertoire enigszins voorspelbaar vindt.
De commissie is van mening dat het werk van OpusOne veel zeggingskracht heeft. Dit is volgens haar te danken aan de goede casting en aan de actuele thema’s die in de producties worden aangesneden. Ook het feit dat het werk niet alleen in het gebruikelijke schouwburgencircuit wordt gespeeld, maar ook in goed gekozen pop-uptheaters op locatie, draagt bij aan de beleving ervan.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
OpusOne presenteert zijn plannen voor de periode 2021-2024 in de aanvraag als de volgende stap in de emancipatie van een genre dat als volgt wordt omschreven: musical en muziektheater met een sterke toneelmatige verbinding en dramaturgische onderbouwing. Vanuit die achtergrond en werkwijze wil OpusOne een aanvulling bieden op het musicalrepertoire zoals dat wordt geproduceerd in de commerciële sector.
De commissie is van mening dat OpusOne zijn artistieke visie en de beoogde werkwijze stevig heeft onderbouwd. Er is sprake van een duidelijk missie waar alle concrete plannen logisch uit voortvloeien. De commissie is ook positief over de sterke partners die zijn gekozen. Dit wekt veel vertrouwen, ook gelet op wat OpusOne in de afgelopen jaren in relatief korte tijd heeft bereikt en opgebouwd. Ten aanzien van de oorspronkelijkheid is de commissie gematigd positief. Enerzijds verwacht zij dat de keuzes voor uitvoerenden en partners ook in de komende jaren zullen bijdragen aan een onderscheidende signatuur. Zo is zij enthousiast over de toevoeging van Bram Jansen aan het team van regisseurs en kijkt zij uit naar wat hij tot stand brengt in de voorstelling ‘Querelle’. Anderzijds is zij van mening dat OpusOne in de toelichting op de plannen zijn ambities niet volledig waarmaakt als het gaat om het produceren van een aanbod op basis van inclusiviteit en diversiteit. De commissie mist in dit verband een toelichting op de diversiteit die OpusOne tot uiting wil brengen en hoe die wordt weerspiegeld in de samenstelling van het artistieke team.
De commissie vindt de plannen voor de specifieke producties beknopt beschreven. Zo is er sprake van een summiere toelichting op de muzikale aspecten, zowel als het gaat om de arrangementen als om de uitvoeringen. Alleen de vaste medewerkers in het muzikale team worden genoemd en de omvang van het live-orkest. De historische verhalen en thema’s die bij een aantal producties naar voren komen, hebben volgens de commissie actuele maatschappelijke relevantie, wat bijdraagt aan de zeggingskracht voor het publiek. Sterke voorbeelden zijn in dit verband de musicals ‘Ghetto’ en ‘De Schreeuw van Ambon’.
In algemene zin merkt de commissie op dat zij ervan uitgaat dat OpusOne zich qua signatuur en werkwijze zal blijven onderscheiden van het mainstream musicalaanbod. In dat opzicht vindt zij de samenwerking met M-Lab interessant, omdat daarmee ruimte wordt gecreëerd voor impulsen uit een andere hoek dan die van de grote commercieel werkende partners.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat OpusOne in de komende periode musicals wil produceren. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod groot is. De commissie stelt tegelijk vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod eveneens groot is. De commissie is daarom van mening dat er sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
OpusOne weet zich volgens de commissie goed te positioneren binnen het musicalaanbod in Nederland en heeft in de afgelopen jaren een substantieel publieksbereik weten te realiseren. De plannen op het gebied van de publieksbenadering bieden volgens de commissie perspectief op een stijging van het totale aantal bezoekers, mede als gevolg van een toename van het gemiddelde aantal voorstellingen per jaar. De samenwerking met diverse partners, waaronder Pride Amsterdam en het Aidsfonds, wordt overtuigend toegelicht en wekt vertrouwen. Hoewel het aannemelijk is dat de aanvrager in enige mate andere doelgroepen kan aanspreken, buiten het bestaande musicalpubliek, ontbreekt een concrete onderbouwing van de beoogde resultaten op dit gebied, ook in relatie tot de samenstelling van het publiek in het recente verleden. Daarnaast mist de commissie een reflectie op de verwachte publieksaantallen en zaalbezetting voor de komende periode.
De commissie is positief over de wijze waarop OpusOne gebruikmaakt van sociale media bij de promotie van de voorstellingen. De titel en inhoud van specifieke musicalproducties worden hiermee goed over het voetlicht gebracht, maar dit geldt in mindere mate voor de eigen merknaam. De commissie is van mening dat de communicatiestrategie gebaat is bij een grotere nadruk op de merknaam OpusOne, waarbij ook de eigen website een sleutelfunctie kan vervullen. Dit draagt volgens de commissie bij aan de positionering van OpusOne als producent van een voor het publiek herkenbaar aanbod van off-Broadway musicals.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.