De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Zij kent het Matangi Quartet als een strijkkwartet dat zowel klassiek repertoire als nieuw gecomponeerd werk presenteert. Het kwartet is in 1999 opgericht en bestaat uit Arno van der Vuurst (cello), Daniel Torrico Menacho (viool), Maria-Paula Majoor (viool) en Karsten Kleijer (alt). Naast de producties met klassiek strijkkwartet repertoire worden er samenwerkingen aangegaan met componisten en musici uit de jazz en popmuziek. De concerten vinden plaats in het kleine- en middelgrotezalencircuit door heel Nederland.
De commissie vindt het vakmanschap van de individuele strijkers van het Matangi Quartet hoog. In de uitvoeringen komt een hecht groepsgeluid naar voren waarbij de musici elkaar goed aanvullen qua klank en ritmiek. Volgens de commissie speelt het kwartet bijvoorbeeld ‘Cavatina’, uit het 13e strijkkwartet van Ludwig van Beethoven, zeer uitgesproken en met gevoel voor het juiste timbre. De partijen van de verschillende strijkers zijn hierin goed in balans waardoor het stuk transparant en tegelijkertijd krachtig klinkt.
De bijzondere samenwerkingen die het Matangi Quartet aangaat vindt de commissie uitdagend. Het kwartet laat hierin horen open te staan voor verschillende niet gangbare combinaties. Dit geldt zowel voor een productie als ‘Hadewich Doet De Dames’ als voor het meer jazzgeoriënteerde ‘Ruins & Remains’ van Wolfert Brederode. In deze producties komt de eigen signatuur van het Matangi Quartet goed naar voren. Kritiek heeft de commissie op het geijkte strijkkwartetrepertoire. Hierin weet het ensemble zich onvoldoende te onderscheiden. In het totaal aan producties van de afgelopen periode valt dit volgens haar enigszins uit de toon. De commissie vindt dat dit ten koste gaat van de oorspronkelijkheid van de totale programmering.
Zij vindt dat de zeggingskracht groot is bij de meer avontuurlijke programma’s. Het lijkt alsof het kwartet hierin intenser musiceert en dat dit zijn weerslag heeft op de beleving bij het publiek. De commissie vindt dat in de uitvoering van bekend klassiek repertoire deze intensiteit minder is, waardoor de nadruk komt te liggen op de techniek van het spel. Dit hoort zij bijvoorbeeld terug in de productie ‘Canto Ostinato Strings Attached’. De commissie vindt dat dit zijn weerslag heeft op de zeggingskracht waardoor deze niet altijd even sterk is.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als goed.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van de werkpraktijk van Matangi Quartet in de afgelopen jaren, met als belangrijkste kenmerk een grote diversiteit aan samenwerkingen met zeer uiteenlopende partners. De keuze voor specifieke projecten en samenwerkingspartners wordt in de plannen zorgvuldig gemotiveerd. In de producties zoekt het kwartet naar een inhoudelijke verbinding met de huidige maatschappij of kiest er juist bewust voor het publiek even te laten ontsnappen aan het leven van alledag. Hoewel de commissie positief is over de onderbouwing van de artistieke keuzes, is niet altijd duidelijk in hoeverre het initiatief en de artistieke leiding bij het Matangi Quartet berust. Zo biedt de beschrijving van ‘Escher’s Impossible World’, een coproductie met Kalpanarts, weinig aanknopingspunten om te kunnen bepalen of sprake zal zijn van een interdisciplinaire werkwijze tussen het ensemble en het dansgezelschap, of van een dansvoorstelling met live strijkkwartet. In combinatie met de grote diversiteit aan muzikale cross-overs en samenwerkingen met makers uit andere disciplines leidt dit tot een wat weinig eenduidige signatuur. Niettemin ziet de commissie dat er in de plannen een eigenheid tot uiting komt, die ook blijkt uit de aantrekkingskracht die van het kwartet uitgaat richting zeer uiteenlopende partners. Het feit dat een groot aantal interessante makers graag met Matangi Quartet wil samenwerken, bepaalt mede de artistieke identiteit van het kwartet als een naar buiten toe gericht ensemble met een open benadering. Daarbij zoeken de musici voortdurend naar originaliteit in presentatievormen, wat bijdraagt aan het oorspronkelijke karakter van de uitvoeringen.
De commissie verwacht bovendien dat er een sterke zeggingskracht van de voorstellingen en concerten zal uitgaan. De voorgestelde producties zijn zowel voor het kwartet als voor het publiek muzikaal uitdagend te noemen. Dit geldt in hoge mate voor de productie ‘P.S.’ met Ruben Hein, geïnspireerd op ‘The Juliet Letters’ van Elvis Costello en het Brodsky Quartet en gebaseerd op het boek ‘P.S.’ van Jet Steinz. Door in dit soort samenwerkingen uitdagingen aan te gaan en grenzen te verleggen ontstaat er volgens de commissie ook ruimte voor een verdere ontwikkeling van het vakmanschap, zowel qua uitvoeringskwaliteit als qua makerschap in brede zin.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert dat Matangi Quartet in de komende periode overwegend producties zal ontwikkelen op het gebied van klassieke en hedendaagse kamermuziek, al dan niet binnen een interdisciplinaire contex. Het potentiële publiek voor dit soort aanbod is gemiddeld van omvang. De commissie stelt verder vast dat er een gemiddeld aantal aanbieders is van soortgelijk repertoire. Zij is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
Matangi Quartet kan bogen op een eigen publiek van vaste bezoekers, zo blijkt uit de aanvraag. De commissie merkt op dat in de beschrijving van de publieksvisie vooral wordt geredeneerd vanuit het kwartet zelf en de inhoud van de specifieke programma’s en voorstellingen, zonder dat concreet wordt beschreven hoe op basis van dit aanbod specifieke doelgroepen zullen worden benaderd. Daarbij constateert de commissie weinig onderscheid tussen de publieksbenadering in het verleden en de publieksvisie voor de komende periode. De commissie vindt de beschreven aanpak tamelijk algemeen en mist een reflectie op het opbouwen van een relatie met de nieuwe publieksgroepen die in beeld komen dankzij de samenwerkingen met bijvoorbeeld Kalpanarts en Carel Kraayenhof. Dit neemt niet weg dat de grote diversiteit aan partners volgens de commissie volop mogelijkheden biedt om nieuw publiek enthousiast te maken voor strijkkwartetrepertoire en voor Matangi Quartet in het bijzonder.
De commissie merkt verder op dat in de aanvraag sprake is van de doelgroep van kinderen van circa 7 tot en met 14 jaar, die het kwartet wil bereiken met workshops en projecten op basis- en middelbare scholen. In de aanvraag wordt echter niet inhoudelijk op deze activiteiten ingegaan, waardoor het voor de commissie onduidelijk blijft welke functie Matangi Quartet wil vervullen met dit jeugdaanbod.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.