De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
NeverLike is de stichting die sinds 2009 het werk van choreograaf Keren Levi uitbrengt. Het werk is interdisciplinair van aard, met dans, (live)muziek en video als basis. NeverLike creëert doorgaans kleinschalige interdisciplinaire dansvoorstellingen, die in hun verschijningsvorm variëren van hedendaags-moderne tot meer conceptuele dans. De voorstellingen zijn vooral te zien in de vlakkevloertheaters.
De commissie is kritisch over het vakmanschap van Keren Levi. Hoewel de choreograaf werkt met technisch begaafde dansers die het werk zeer precies uitvoeren, is de choreografische kwaliteit van het werk sterk wisselend, vooral door de beperkte dramaturgische structuur ervan. Ook voor de kunstenaars uit andere disciplines die aan de producties meewerken, zoals musici en componisten of videomakers, geldt dat deze in de uitvoering van hoog niveau zijn, maar dat hun bijdragen volgens de commissie vaak geen evenwichtige rol binnen de choreografische compositie toebedeeld krijgen.
De producties van NeverLike getuigen volgens de commissie van enige oorspronkelijkheid. Dit ziet zij vooral in de bijzondere thematische keuzes en filosofische fascinaties van waaruit deze vertrekken, zoals de betekenis van taal en technologie in relatie tot machtsstructuren en de emancipatie van de vrouw. Als voorbeeld noemt zij de remake van ‘The Dry Piece’, die in een ‘XL-editie’ in première ging in 2016 en in 2017 toerde in Nederland en in het buitenland. In die productie werd het artistieke concept op een visueel krachtige manier vertaald waarbij het lichtontwerp van Minna Tiikkainen en de videoprojecties van Assi Weitz tot de verbeelding spraken.
De commissie stelt vast dat Keren Levi’s nieuwere stukken een beperkte zeggingskracht hebben. Zij vindt dat de theatrale uitwerking van haar producties soms blijft steken in een te ver doorgevoerde conceptuele benadering, die de toeschouwer onvoldoende aanspreekt. Als voorbeeld noemt de commissie de productie ‘unmute’ (2019), een samenwerking met componist Yannis Kyriakides en Slagwerk Den Haag, waarin naar de mening van de commissie de inbreng van de verschillende disciplines onvoldoende samenhang kreeg. De trage spanningsopbouw zorgde er bovendien voor dat de aandacht van het publiek naar verloop van tijd verslapte, en de voorstelling als geheel niet kon beklijven.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De plannen voor de jaren 2021-2024 tonen een koerswijziging ten opzichte van het werk dat NeverLike de afgelopen periode heeft ontwikkeld. De commissie constateert dat NeverLike de aankomende periode niet meer in cocreatie met kunstenaars uit andere disciplines wil werken, maar in het nieuw te ontwikkelen werk terugkeert naar een basis van dans en beweging. De commissie heeft begrip voor deze artistieke koerswijziging, maar is kritisch over de voorgenomen activiteiten.
De commissie vindt de artistieke signatuur van het gezelschap NeverLike in de summiere uitwerking van de beoogde activiteiten niet overtuigend naar voren komen. Hoewel zij er begrip voor heeft dat NeverLike vanuit concepten werkt en veel onderdelen daardoor pas tijdens het repetitieproces vorm krijgen, vindt zij de toelichting per productie te beperkt om zich een duidelijk beeld te kunnen vormen van de oorspronkelijkheid van het nieuwe werk. Enkele voorbeelden van onderzoeksvragen hadden de commissie bijvoorbeeld inzicht kunnen bieden in de inhoudelijke kaders die de choreograaf gaat aanbrengen. Zoals in de bewerking van de productie ‘Ondersteboven’. Het plan geeft informatie over de publieksopstelling en het spel met verschillende kijkrichtingen, maar maakt niet duidelijk wat bedoeld wordt met een verhalende choreografie en welk inhoudelijk uitgangspunt gehanteerd wordt. Ook de bewegingstaal van Keren Levi komt niet duidelijk in de plannen naar voren. Zoals in de werken ‘KINETiX’ en ‘VORTEX’, waarbij niet wordt uitgewerkt hoe het bewegingsidioom van de nieuw-circusartiesten gecombineerd wordt met de bewegingstaal van Levi.
De commissie vindt de theatrale uitwerking van de voorgenomen activiteiten summier. Zij krijgt weinig zicht op de dramaturgie van de producties. Gelet op de eerdere kritiek van de commissie op het vakmanschap van de maker, biedt het plan haar te weinig aanknopingspunten om vertrouwen te hebben in de zeggingskracht van het werk.
De commissie noemt het interessant dat NeverLike samen met andere dansgezelschappen het Amsterdamse GREENHOUSE-netwerk vormt. Daarnaast waardeert zij het dat Keren Levi de aankomende jaren meer tijd vrij wil maken voor onderzoek en experiment. Ook bij deze activiteiten is de toelichting echter beperkt. Zo wordt het de commissie niet duidelijk welke rol NeverLike in het GREENHOUSE-netwerk inneemt en op welk vlak de choreograaf haar eigen kunstenaarschap wil aanscherpen. De commissie ziet ook daarom geen duidelijk perspectief op een positieve ontwikkeling in het werk van NeverLike.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als zwak.
De commissie constateert dat NeverLike in de komende periode hedendaagse dansvoorstellingen wil verzorgen. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod beperkt is, maar dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens beperkt is. Zij is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat NeverLike in standplaats Amsterdam een eigen plek heeft in het netwerk van hedendaagse dansmakers en een specifiek eigen publiek van danskenners bedient. Het werk van NeverLike is de afgelopen jaren weinig buiten de standplaats gepresenteerd. Hierdoor is het landelijke publieksbereik en de zichtbaarheid van NeverLike als dansgezelschap in de regio beperkt geweest.
De commissie leest in het plan dat NeverLike initiatieven wil ontplooien om actief naar buiten te treden en meer publiek op te zoeken. Hoewel zij hier in principe waardering voor heeft, geeft het plan de commissie niet het vertrouwen dat het gezelschap de juiste keuzes maakt om zijn publieksbereik te optimaliseren. Dit noemt de commissie zorgwekkend voor een gezelschap dat al enige tijd actief is en nog beperkt zichtbaar is geweest. Op basis van het plan verwacht de commissie niet dat NeverLike de komende jaren in staat zal zijn een groter en breder publiek te bereiken. Daarvoor vindt zij de benoemde strategie te generiek. Zo acht de commissie het niet waarschijnlijk dat toeschouwers die in de openbare ruimte in aanraking komen met het werk, ook de theatervoorstellingen zullen bezoeken. Ook mist zij een plan van aanpak om nieuwe publieksgroepen te bereiken en verwacht zij niet dat het werk mensen met een diverse achtergrond zal aanspreken. De commissie vindt het werk bijvoorbeeld niet laagdrempelig genoeg om een goede match te vormen met buurthuizen om daar activiteiten te ontplooien, zoals door NeverLike wordt beoogd.
De commissie mist dat NeverLike partnerschappen aangaat met sterke ondersteunende partners buiten Amsterdam, die kunnen helpen om de geambieerde verdubbeling in het publieksbereik te realiseren. Al met al verwacht de commissie niet dat de beoogde publieksgroei en -verbreding in de komende jaren gerealiseerd zal worden.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.