De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Zij kent Jazz in Motion als de organisatie waarin de activiteiten van saxofonist Yuri Honing en drummer Joost Lijbaart zijn verenigd. De groepen van beide musici hebben als vertrekpunt jazz- en geïmproviseerde muziek maar hierin worden combinaties gemaakt met hedendaags gecomponeerde muziek, ambient en pop. De groep van Joost Lijbaart heet Under the Surface en bestaat verder uit vocalist Sanne Rambags en gitarist Bram Stadhouders. De bezetting van het Yuri Honing Acoustic Quartet is sinds 2010 ongewijzigd. Deze bestaat uit saxofonist Yuri Honing, drummer Joost Lijbaart, bassist Gulli Gudmundsson en pianist Wolfert Brederode. De concerten worden gegeven in het circuit van middelgrote concert- en theaterzalen en op de grote (jazz)festivals in Nederland. De groepen hebben een aanzienlijke internationale speelpraktijk.
De commissie vindt dat de concerten van de initiatiefnemers getuigen van goed vakmanschap. Zij constateert dat er een duidelijk verschil is in de speelstijl van beide musici. Honing vindt zij meer ingetogen, terwijl Lijbaart meer expressiviteit in zijn spel legt. Zij vindt dat de musici elkaar hierin goed aanvullen. Het samenspel van de verschillende ensembles is hecht en alle musici zijn zeer goed op elkaar ingespeeld. Binnen het Yuri Honing Acoustic Quartet lijken de musici meer ruimte te nemen sinds de laatste twee releases. De commissie hoort dit terug op het nieuwe album, ‘Bluebeard’.
Zij is daarnaast positief over de oorspronkelijkheid van de producties van Jazz in Motion. Er lijkt de laatste jaren een sterke focus binnen de twee kerngroepen te zijn ingezet. Lijbaart richt zich als componist en improvisator steeds meer op het trio Under the Surface. Hiermee creëert hij een heel eigen sound. Honing gaat met zijn kwartet op zoek naar langere vormen waarbij virtuose speltechniek een minder grote rol speelt. De commissie hoort in de producties duidelijk de eigen signatuur van de twee bandleiders terug. Zij vindt dat de oorspronkelijkheid hierdoor wordt vergroot.
De commissie vindt dat de muziek een grote mate van zeggingskracht in zich heeft, maar dat deze niet altijd goed naar voren komt. De presentatie van de concerten vindt zij minder aansprekend. De commissie constateert dat er weinig contact gemaakt wordt met het publiek waardoor de concerten soms afstandelijk overkomen. Zij vond dat dit bijvoorbeeld het geval was bij het concert tijdens de ‘Goldbrun’-tournee. Dit doet volgens de commissie afbreuk aan de zeggingskracht van de muziek.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie op hoofdlijnen een voortzetting van het soort activiteiten dat door Jazz in Motion in de afgelopen jaren is uitgevoerd. Daarbij zijn de vaste groepen van de beide artistieke leiders, Under the Surface en Yuri Honing Acoustic Quartet, een constante factor. Daarnaast zijn er plannen voor de samenwerking van Under the Surface met diverse gastmusici, een nieuwe groep van Yuri Honing genaamd The Peace Orchestra, en een doorstart van de band Wired Paradise in een nieuwe bezetting.
De beschrijving van de voorgenomen activiteiten in de aanvraag beschouwt de commissie als fragmentarisch en globaal. De commissie mist een inhoudelijke motivering voor de artistieke keuzes die gemaakt worden. De projecten van Yuri Honings Acoustic Quartet zijn gebaseerd op epische verhalen en thema’s, zoals Miltons ‘Paradise Lost’ en ‘Goldbrun’. Wat de visie van de makers is op de thematiek en hoe deze tot uiting komt in de concerten, blijkt niet duidelijk uit de aanvraag. De muziek van ‘Paradise Lost’ wordt gekoppeld aan een tentoonstelling met sculpturen in Museum De Fundatie. Van een reflectie op het beoogde interdisciplinaire gesamtkunstwerk is echter geen sprake in de aanvraag, noch van een toelichting op de samenwerking met Museum De Fundatie. Afgezien van een toelichting op de verhouding tussen compositie en improvisatie bij Under the Surface biedt het plan weinig inzicht in de muzikale inhoud van de projecten. Zo wekt de specifieke bezetting van ‘The Peace Orchestra’ de belangstelling van de commissie, maar ontbreekt hier een inhoudelijke toelichting op onder meer de rol van de genoemde musici in de groep.
Op grond van het vakmanschap en samenspel in de afgelopen jaren heeft de commissie vertrouwen in het vakmanschap in de komende periode. Door het gebrek aan artistieke motivering en toelichting in de plannen blijft het voor haar echter onduidelijk in hoeverre de concerten zullen getuigen van een oorspronkelijke visie. Daarbij blijkt ook niet uit de aanvraag hoe thematische concepten en nieuwe samenwerkingen zullen bijdragen aan de zeggingskracht.
De commissie merkt verder op dat zij in de verschillende projecten nauwelijks nog een gemeenschappelijke artistieke signatuur herkent. Meer dan tot dusver het geval was, lijken in de plannen de werkpraktijken van Lijbaart en Honing los van elkaar te staan. Zij is er hierdoor niet van overtuigd dat de samenwerking binnen Jazz in Motion in de komende periode voor een synergie zorgt die bijdraagt aan de artistieke kwaliteit van de activiteiten.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat Jazz in Motion in de komende periode concerten en voorstellingen wil produceren op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek. Het potentiële publiek voor dit aanbod is volgens de commissie klein van omvang. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod groot is. Zij is van mening dat daarmee maar beperkt sprake is van een interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie mist in de aanvraag een reflectie op concrete resultaten in het recente verleden op het gebied van publieksbereik. De toelichting op de samenstelling van het publiek van Jazz in Motion vindt zij tamelijk algemeen en weinig helder. Zo stelt Jazz in Motion dat het publiek voorheen vooral bestond uit hoogopgeleide Nederlanders in de leeftijd van 25 tot 60 jaar, maar dat in de laatste jaren een groeiend deel van de bezoekers bestaat uit vrouwen en jongeren. Deze trend wordt echter niet concreet onderbouwd of geduid.
De commissie is positief over de wijze waarop Jazz in Motion gebruikmaakt van het medium Spotify als middel om een groot internationaal publiek te bereiken en inzicht te krijgen in het gerealiseerde publieksbereik. Het bereik van Honings uitvoering van Bowie’s ‘After All’ is in dit verband indrukwekkend te noemen. De summiere toelichting op de publieksbenadering voor de concerten in Nederland, zoals beschreven in de paragraaf ‘tent moet vol’, vindt de commissie daarentegen weinig vertrouwenwekkend. De commissie ziet dit als een gemiste kans om het publiekspotentieel ten volle te benutten. De aanvraag bevat volgens haar enkele aanknopingspunten voor het bereiken van een breder publiek in de komende periode, zoals het interpreteren van Mahler en het spelen op klassiekemuziekfestivals. Hoe Jazz in Motion zich wil verbinden met nieuwe doelgroepen, waaronder liefhebbers van klassieke kamermuziek, blijkt echter niet duidelijk uit de aanvraag.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.