De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als zeer goed.
IRcompany (IRC) is een urban dansgezelschap uit Utrecht dat het werk uitbrengt van choreograaf Shailesh Bahoran. In zijn werk combineert Shailesh Bahoran breakdance met elementen uit de Hindoestaanse cultuur, zoals de Indiase klassieke dans Bharatanatyam en muziek. Ook op thematisch niveau speelt de Hindoestaanse culturele achtergrond van Bahoran regelmatig een rol. De voorstellingen van het gezelschap zijn te zien op locaties en in theaters door heel Nederland.
De commissie is positief over het vakmanschap van Shailesh Bahoran, die zij kent als een danser met een perfecte technische beheersing en als een bevlogen dansmaker met een herkenbare eigen signatuur. De choreograaf Bahoran weet het bewegingsmateriaal dat uit verschillende bronnen afkomstig is vaardig naar zijn hand te zetten, en dit te vertalen in een energieke, virtuoze voorstellingscompositie. Shailesh Bahoran werkt volgens de commissie met dansers die zijn dynamische bewegingstaal, waarin explosiviteit wordt afgewisseld met sterk vertraagde bewegingen, uitstekend beheersen.
Volgens de commissie getuigt het werk van Shailesh Bahoran van veel oorspronkelijkheid. Door breakdance als uitgangspunt te nemen en daar elementen uit de Hindoestaanse cultuur aan toe te voegen, ontstaat er naar haar mening werk met een grote eigenheid. Hoewel de choreograaf in zijn producties vaak kiest voor een persoonlijk uitgangspunt, weet hij daarin volgens de commissie een bepaalde mate van abstractie en associatie aan te brengen, waardoor het werk de anekdote knap ontstijgt. Als voorbeeld noemt de commissie de bij ISH Dance Collective uitgebrachte choreografie ‘IGNITE’, waarin de choreograaf een eigen signatuur weet aan te brengen door de wijze waarop hij elementen ontleent aan zowel hiphop en breakdance als aan acrobatiek en vechtsport. Hij smeedt deze elementen vervolgens aaneen tot een zeer energieke voorstelling.
De voorstellingen van Shailesh Bahoran hebben volgens de commissie veel zeggingskracht. Als voorbeeld noemt zij de productie ‘REDO’, waarin het leven van danser Redouan Ait Chitt de basis vormt om thema’s als vitaliteit en het omgaan met tegenslagen aan te kaarten. Volgens de commissie weet Shailesh Bahoran door de combinatie van een hoge uitvoeringskwaliteit en een zekere ingetogenheid sferische beelden te creëren die een hoge mate van concentratie van de toeschouwer afdwingen. Dit was niet alleen het geval in de solo ‘REDO’, maar ook in de groepschoreografieën ‘IGNITE’ en ‘Aghori’, die bovendien kracht uitstraalden door hun goede spanningsopbouw en het publiek op lieten gaan in de choreografieën.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als goed.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een interessante verdieping van het werk dat Shailesh Bahoran in de afgelopen jaren heeft laten zien. De commissie is van mening dat uit de voorgelegde plannen een helder artistiek profiel naar voren komt. De uitgangspunten die de basis vormen voor de activiteiten van de komende periode, zijn helder verwoord.
De commissie is positief over de oorspronkelijkheid van de plannen. Hoewel Shailesh Bahoran niet op zijn eigen ontwikkeling als kunstenaar reflecteert, vindt de commissie dat bij elke van de voorgenomen producties de artistieke signatuur van de choreograaf sterk naar voren komt. De visie en werkwijze van de maker worden in het plan duidelijk over het voetlicht gebracht. De commissie heeft een helder beeld van de manier waarop Shailesh Bahoran zijn dansers bouwstenen aanreikt en hun ruimte biedt om deze om te zetten naar hun eigen manier van communiceren. In deze werkwijze herkent de commissie de hiphopachtergrond van de choreograaf.
De commissie vindt de voorstellingsplannen voor de aankomende periode prikkelend beschreven. Wat betreft werk dat volledig in eigen beheer wordt uitgebracht, valt het uitgangspunt van ‘CREOLE’ in positieve zin op. In deze productie wordt volgens de commissie een interessant verband gelegd tussen creolisatie en hiphopcultuur. IRC gaat daarnaast interessante samenwerkingen aan, bijvoorbeeld met Duda Paiva Company. Het plan geeft een heldere, inhoudelijke motivatie waarom het gezelschap met deze partner wil samenwerken voor de productie ‘AUTAR’. De commissie vindt dat IRC op een aansprekende manier beschrijft hoe poppen en dansers in ‘AUTAR’ een verhaal over de Hindoeïstische avatar Hanuman vertellen. De commissie constateert verder dat IRC in algemene zin uitwerkt hoe muziek en licht in het werk een rol spelen. Zij krijgt daardoor al een beeld van de uiteindelijke producties. Gelet op de bewezen hoge uitvoeringskwaliteit, verwacht de commissie dat de voorstellingen van IRC ook de aankomende jaren van een grote zeggingskracht zullen getuigen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als zeer goed.
De commissie constateert uit de plannen dat IRC in de komende periode dansvoorstellingen wil verzorgen waarbij westerse en niet-westerse dansstijlen bij elkaar worden gebracht. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod gemiddeld is en dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod beperkt is. Zij is van mening dat er sprake is van een potentieel zeer interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
Zij constateert dat het werk van Shailesh Bahoran de afgelopen jaren vooral via de netwerken van samenwerkingspartners als Korzo Producties en ISH Dance Collective gepresenteerd werd. Op die manier heeft de choreograaf met zijn specifieke aanbod al een goed publieksbereik gerealiseerd. IRC bevindt zich volgens de commissie in een opstartende fase voor wat betreft het zelfstandig vergroten van zijn publieksbereik. Desalniettemin is de commissie positief over het verwachte publieksbereik voor de aankomende periode en constateert zij op basis van het plan de potentie om brede publieksgroepen te bereiken. De commissie vindt het bijvoorbeeld positief dat het gezelschap een actieve strategie beschrijft hoe het de underground hiphopscene meer voor zijn werk kan interesseren en daarmee laat zien geen enkele doelgroep als vanzelfsprekend te beschouwen. Daarnaast verwacht de commissie dat een samenwerking met een impresariaat een positieve impuls kan geven aan het vergroten van het speelpotentieel buiten het eigen netwerk.
De commissie is er op basis van het plan van overtuigd dat IRC ook de komende jaren een bijzondere bijdrage levert aan publieksdiversificatie. Uit het plan blijkt dat het gezelschap zich in de komende periode blijft richten op het bereiken van andere doelgroepen, zoals mensen met een biculturele achtergrond. De commissie vindt dat het gezelschap daar een doordachte strategie voor heeft geformuleerd in het plan, en heeft het vertrouwen dat de ambities op dit vlak worden gerealiseerd.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.