De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
ID Theatre Company (IDTC) is een multidisciplinair (dans, spel, mime en incidenteel video, muziek, poppenspel) en intercultureel theatergezelschap van professionals, voor een nieuw cultureel divers publiek vanaf 12 jaar. De voorstellingen gaan over de actualiteit en nemen identiteit en verbinding als uitgangspunt. De artistieke kern bestaat uit Marjan Barlage en Kaspar Scholten. Tot voor kort behoorde ook Sassan Saghar Yaghmai daartoe. De voorstellingen zijn vooral te zien in Overijssel, maar ook daarbuiten.
De commissie vindt het vakmanschap gedegen. IDTC wil voorstellingen maken met jongeren, waarin het publiek “medeplichtig” wordt gemaakt. De drie makers brengen elk een expertise (regie, choreografie, educatie) in waarmee zij jaren ervaring hebben, en zetten die in bij de projecten. De randprogramma’s, zoals nagesprekken en workshops, worden zorgvuldig samengesteld, en getuigen volgens de commissie van een sterke educatieve motivatie. De commissie plaatst een kanttekening bij de wijze waarop de verschillende ingrediënten, zoals dans en spel en muziek, gecombineerd worden. Zij ziet daarin weinig vernieuwing. Ook vindt ze dat de producties dezelfde blauwdruk lijken te hebben, waardoor spel en regie een invuloefening lijken.
De commissie is kritisch over de oorspronkelijkheid van de producties van IDTC. Het inclusieve element in de producties en de thematieken die aansluiten op de leefwereld van jongeren en jong volwassenen, vindt de commissie in beginsel oorspronkelijk. Ook vindt de commissie dat het gezelschap belangrijke thema’s als diversiteit en vooroordelen via hun voorstellingen met een jong publiek deelt. Zij constateert echter dat er in het veld vaker sprake is van het samenstellen van verschillende scènes in een bewegingsvoorstelling op basis van verschillende verhalen van de performers. Zij vindt dan ook dat de voorstellingen in vorm en opzet veel gelijkenis vertonen met voorstellingen van andere instellingen die jongerentheater maken. Dat doet afbreuk aan de oorspronkelijkheid van IDTC.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de producties. De spelers vertellen hun eigen verhalen en stellen zich daarin over het algemeen kwetsbaar op. Zowel door de thematieken maar ook door de spelwijze wordt het publiek uitgenodigd in de verhalen mee te gaan, zich ertoe te verhouden of zich ermee te identificeren, en zo een eigen mening te vormen. Dit vergroot volgens de commissie de zeggingskracht van de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als zwak.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie een voortzetting van het werk dat IDTC in de afgelopen jaren heeft laten zien. Het gezelschap weet in zijn plannen de maatschappelijke invalshoek duidelijk naar voren te brengen. De commissie is positief over de educatieve waarde van de activiteiten, maar vindt de plannen artistiek onder de maat.
De commissie constateert dat IDTC voor de beoogde producties onderwerpen kiest die aansluiten bij de belevingswereld van de doelgroep jongeren. Het gezelschap weet volgens de commissie echter geen oorspronkelijke draai aan de thematiek te geven. Een voorbeeld daarvan ziet zij in ‘Anxiety’, waarbij persoonlijke verhalen over angst gedeeld worden. De commissie verwacht dat het vooronderzoek met studenten en de interactie die wordt aangegaan, voor henzelf interessant kunnen zijn, maar is niet overtuigd van de artistiek-inhoudelijke waarde ervan. Uit de toelichting op de productie wordt bijvoorbeeld niet duidelijk hoe de makers een theatrale gelaagdheid aan het thema angst geven. Daarnaast mist de commissie een specifiek inhoudelijk kader, gezien de vele invalshoeken van waaruit het thema wordt onderzocht. Dit laatste is volgens de commissie ook het geval bij de productie ’Limited’. Volgens haar zijn een fysieke beperking en een culturele clash of taalbarrière sterk uiteenlopende vormen van anders-zijn. De commissie is ook kritisch over de ambitie om de betreffende voorstelling toegankelijk te maken voor een publiek met een auditieve of visuele beperking. Het plan biedt haar geen aanknopingspunten hoe de voorstelling voor deze doelgroepen interessant kan worden.
De commissie constateert dat IDTC in het plan ambities beschrijft op het gebied van artistieke ontwikkeling. Zij vindt het belangrijk dat IDTC hier stappen in wil zetten. De commissie is positief over de samenwerking met George Tobal en heeft vertrouwen in zijn vakmanschap. Tegelijkertijd constateert zij dat het gezelschap niet uitwerkt hoe de nieuwe werkmethode op het gebied van choreografie aangepakt gaat worden, en niet toelicht hoe livemuziek een prominentere plek in de producties krijgt. Ook de samenwerking met nieuwe makers wordt niet uitgewerkt, waardoor de commissie risico’s ziet voor de uitvoeringskwaliteit van het werk. Op grond hiervan heeft de commissie geen vertrouwen in de totstandkoming van voorstellingen met een hoge mate van zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie maakt uit de plannen op dat IDTC in de komende periode multidisciplinaire theatervoorstellingen voor jongeren wil verzorgen. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod groot is en dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod gemiddeld is. Zij is van mening dat daarom sprake is van een potentieel zeer interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat IDTC de afgelopen jaren vooral schoolvoorstellingen heeft gespeeld en nauwelijks in het reguliere theatercircuit te zien is geweest. Bovendien was het publieksbereik van IDTC in vergelijking met andere jongerentheaterproducenten relatief beperkt. Het gezelschap wil in de komende periode zijn speelpotentieel flink uitbreiden. Hoewel de commissie positief is over deze ambitie, vindt zij de verkoopstrategie niet overtuigend genoeg om erop te vertrouwen dat de beoogde publiekstoename gerealiseerd wordt. De voorgenomen marketinginspanningen noemt zij generiek, en het is haar niet duidelijk waarom een eerdere samenwerking met een impresariaat niet tot een groter publieksbereik en een groter aantal voorstellingen heeft geleid.
IDTC wil zich, net als de afgelopen jaren, in de komende periode richten op publieksgroepen in het vmbo-, mbo- en hbo-onderwijs. De commissie vindt dat het werk van IDTC passend is voor jongeren in het middelbaar onderwijs en het mbo-onderwijs, maar vindt het aanbod voor hbo-studenten minder geschikt omdat deze een andere belevingswereld hebben. Verder constateert de commissie dat IDTC gemotiveerd is om producties te maken die interessant zijn voor jongeren met een biculturele achtergrond. Zij ziet deze ambitie terug in de samenwerkingspartners en de samenstelling van de cast. Om die reden heeft de commissie er vertrouwen in dat IDTC in de komende periode een bijdrage levert aan de verbreding van het publiek.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.