De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
Firma MES maakt documentair theater over maatschappelijke onderwerpen en is het huisgezelschap van Theater aan het Spui in Den Haag. Het gezelschap bestaat sinds 2009 en wordt gevormd door regisseur Thomas Schoots en acteurs Roos Eijmers, Lindertje Mans en Daan van Dijsseldonk. De voorstellingen zijn vooral te zien in het vlakkevloercircuit en op locatie.
De commissie vindt het vakmanschap van Firma MES gedegen. Zij vindt het spel en de regie getuigen van kwaliteit, maar signaleert ook dat er weinig spannende keuzes worden gemaakt. De commissie constateert dat er wel sprake is van een artistieke ontwikkeling op het gebied van spel. De producties vindt de commissie eenvormig qua boodschap en beleving, maar daarbinnen wel effectief. Er is veel werk gestopt in de documentaire aanpak van de producties, maar volgens de commissie is de theatrale vertaling daarvan nog te weinig zichtbaar. Dat geldt volgens haar in mindere mate voor de solo’s. Zij ziet vakmanschap in de onderzoeksfase, maar bemerkt in de speelstijl, de regie en de afwisseling van scènes een terughoudendheid waardoor conflicten nauwelijks op scherp worden gezet. Een uitzondering daarop vindt zij ‘Rishi’, waarin het verhaal vanuit verschillende perspectieven wordt verteld. Daaruit spreekt vakmanschap. De commissie is positief over de samenwerkingsverbanden die Firma MES aangaat.
De commissie is kritisch over de oorspronkelijkheid van de producties. Zij vindt de signatuur van Firma MES niet erg uitgesproken. Het gezelschap gebruikt een vorm van vertellend theater die in het veld niet onderscheidend is, volgens de commissie. Firma MES wil verhalen op de planken brengen die nog niet verteld zijn en die zij van belang vindt. In de vertaling van deze documentaire aanpak van theater maken in de producties mist de commissie hoe de makers zich tot hun thematieken verhouden. Dit doet afbreuk aan de oorspronkelijkheid.
De commissie is positief over de zeggingskracht van de producties van Firma MES. Het lukt het gezelschap om met beperkte middelen een beleving te creëren bij het publiek. De commissie constateert echter dat het gezelschap de relevantie van de gekozen thematieken weinig verbindt met de actualiteit. Als voorbeeld noemt ze ‘Een Avondje Armoede’, waarin het gezelschap het thema van de relatie van mensen tot armoede niet volledig aangaat, maar blijft steken in ironie, wat ten koste gaat van de zeggingskracht van de productie.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit de plannen als ruim voldoende.
Zij constateert dat de plannen voor 2021-2024 logisch voortvloeien uit het eerdere werk van Firma MES. Het gezelschap vervolgt de ingezette koers van documentair theater waarmee het inspeelt op de actualiteit. Ten aanzien van de ontwikkeling van het vakmanschap plaatst de commissie een kanttekening: hoewel zij het positief vindt dat het gezelschap meer ruimte wil nemen voor ieders individuele artistieke ontplooiing, maakt het plan niet expliciet op welke wijze dit gebeurt, en welke uitwerking dit heeft op de artistieke groei van het collectief.
De commissie vindt het positief dat Firma MES snel wil schakelen en op de actualiteit wil reageren. Uit de plannen spreekt engagement. De commissie constateert dat het gezelschap zich in de komende periode wil positioneren als een open source verhalenplatform, geïnspireerd op het journalistieke netwerk Bellingcat. Dit is volgens de commissie een interessante stap die mogelijk de kiem vormt voor de ontwikkeling van een herkenbare eigen signatuur. Zij krijgt echter weinig inzicht in de uitwerking en implementatie van dit idee. Hierdoor blijkt niet duidelijk dat Firma MES een oorspronkelijke visie heeft op de wijze waarop zij gebruik wil maken van het materiaal dat wordt uitgewisseld.
De commissie vindt dat de voorstellingsplannen zijn gebaseerd op prikkelende uitgangspunten. Zo zijn ‘De Onaantastbaren’, ‘Wortels’, ‘Dierenpark Wassenaar’ en ‘Hell’s Kitchen’ gebaseerd op interessante verhalen. De commissie vindt het idee om verschillende perspectieven op een onderwerp te tonen aansprekend, maar zij mist in de plannen het eigen perspectief van de makers. Zo blijkt uit het plan voor ‘Hell’s Kitchen’ niet hoe de makers zelf zich verhouden tot “white privilege”. In het verlengde hiervan merkt de commissie op dat het voor het theater bewerken van waargebeurde verhalen artistieke keuzes vergt. Deze keuzes vindt zij niet helder naar voren komen in het plan.
Verder heeft de commissie een kritische kanttekening bij de concrete uitwerking van de producties. Hoewel het plan de thematieken helder over het voetlicht brengt, biedt het weinig zicht op de uiteindelijke voorstellingen. De verhaallijnen zijn nauwelijks uitgewerkt en de commissie krijgt weinig beeld bij het dramaturgisch verloop van de voorstellingen. Hierdoor is zij slechts beperkt overtuigd van de zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
Zij constateert dat Firma MES de komende periode documentair theater maakt. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod van gemiddelde omvang is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens gemiddeld is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
Firma MES reflecteert helder op de publieksopbouw in de afgelopen jaren, en de commissie constateert dat het gezelschap vooral in standplaats Den Haag een breed publiek heeft weten te bereiken. Ook is er volgens de commissie sprake van een behoorlijke eigen achterban, waarvan een aanzienlijk deel herhaaldelijk voorstellingen van Firma MES bezoekt.
Over het voornemen om het aantal jongere bezoekers te vergroten door middel van educatieve activiteiten, is de commissie positief. Ook ‘Het Platform’ vindt de commissie een in potentie kansrijk traject als het gaat om het betrekken van deze doelgroep. Zij mist echter een uitwerking van deze activiteiten of een plan van aanpak dat de verwachte toename van deze jonge bezoekers onderbouwt. Hierdoor is zij er niet op voorhand van overtuigd dat het gezelschap erin slaagt om de beoogde toename van het aantal jongere bezoekers te realiseren.
Verder vindt de commissie het positief dat Firma MES de komende jaren zijn landelijke bereik en zichtbaarheid wil vergroten, en meer speelbeurten buiten de standplaats Den Haag wil realiseren. Het plan biedt haar echter geen inzicht in hoe het gezelschap aan zijn bekendheid buiten de standplaats gaat werken. Zij merkt op dat langere speelreeksen geen garantie bieden op meer bezoekers. De commissie mist een strategie om voor deze langere speelreeksen meer publiek aan te trekken. Ook mist de commissie een toelichting op het benaderen van specifieke doelgroepen. Dat Firma MES in de komende jaren ook buiten Den Haag een breed publiek zal weten te bereiken, staat voor de commissie daarom niet zonder meer vast.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.