De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Zij kent Doek als een collectief van musici uit de geïmproviseerde muziek. Het collectief bestaat momenteel uit de kernleden Eric Boeren, John Dikeman, Kaja Draksler, Oscar Jan Hoogland, Wilbert de Joode, Michael Moore, Ada Rave, Jasper Stadhouders, Marta Warelis en Wolter Wierbos. Binnen Doek worden verschillende formaties gemaakt waarmee de producties vormgegeven worden. Dit kunnen zowel solo-optredens zijn als concerten in grotere bezetting. De concerten spelen in het circuit van kleine en middelgrote concertzalen en festivals in Nederland. Een aantal kernleden en hun groepen hebben een levendige buitenlandse speelpraktijk.
De commissie vindt het vakmanschap van de musici binnen het Doek-collectief groot. Zij merkt hierbij op dat de musici zeer verschillend zijn qua ervaring en muzikale achtergrond. Dit maakt het voor de commissie niet eenvoudig om een algemeen oordeel te geven. Zij constateert dat in de afgelopen periode het verschil in muzikale achtergrond tussen de nieuwe kernleden en die van het eerste uur groter is geworden. Dit doet echter niets af aan het spelniveau. Alle kernleden van het collectief hebben volgens de commissie ruime ervaring met verschillende vormen van improvisatie. Zij vindt daarnaast dat een aantal van de kernleden tot de top van de Nederlandse jazzsector behoort.
De commissie constateert dat in alle concerten van Doek het improvisatievermogen van de musici een essentieel onderdeel is. Zij ziet ook een verschuiving, waarbij improvisatie minder gekoppeld wordt aan de jazztraditie. De commissie vindt dit in de huidige muzieksector een logische ontwikkeling. Zij vindt het positief dat ook hedendaags gecomponeerde muziek en indiepopmuziek een plek krijgen binnen Doek. Wel meent zij dat de eigen signatuur van Doek daardoor minder uitgesproken wordt. Een groep als ‘All Ellington’ vindt zij bijvoorbeeld minder oorspronkelijk dan het octet van Kaja Draksler. Al met al is de commissie gematigd positief over de oorspronkelijkheid van de activiteiten van Doek.
Zij is ook gematigd positief over de zeggingskracht van de concerten. De musici nemen door hun grote vakmanschap het publiek mee. Wel is de presentatie soms wat sober. De commissie vindt het daarom positief dat Doek de laatste jaren verschillende concepten uitprobeert waarbij de presentatie vernieuwend is. Een goed voorbeeld hiervan was volgens haar ‘The Market’ in 2019, waarbij het Doek Festival werd verdeeld in verschillende thema’s. De commissie vindt dit een interessante vorm waarbij de toeschouwer het gevoel kreeg van een goed georganiseerde chaos. Naast de kernmusici traden er gastsolisten, beeldend kunstenaars, performers en theatermakers op. De commissie vindt dat door dit soort cross-overinitiatieven de zeggingskracht van de concerten wordt versterkt.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De commissie ziet in de beschreven plannen vooral een continuering en soms verdere uitbouw van de aanpak van de afgelopen jaren. Daarbij zit de uitbouw vooral in het organiseren van een groter aantal concertseries voor de Doek-ensembles. De commissie heeft waardering voor de ambities in het plan om de improvisatiekunst te blijven onderzoeken en ontwikkelen. Niettemin mist de commissie in het plan prikkelende ideeën die bijdragen aan de oorspronkelijkheid van de komende activiteiten. Het plan biedt ook geen informatie die de eerder genoemde kritiek op de wat onduidelijke artistieke signatuur zou kunnen wegnemen. Daarbij vindt de commissie centrale begrippen in het plan, zoals diversiteit en componerend programmeren, te algemeen om een herkenbare artistieke signatuur aan te kunnen ontlenen. Positief vindt de commissie dat Doek werkt aan overdracht van de improvisatiemuziek aan nieuwe generaties, zoals tot uiting komt in de plannen voor workshops, het project ‘Improjam’ en de betrokkenheid bij het improvisatiecollectief van nieuwe makers BUI. De organisatie verwacht dat er na de voorgenomen verhuizing naar Amsterdam Zuidoost duurzame samenwerkingen worden aangegaan met musici uit dit stadsdeel. Aangezien er geen namen genoemd worden is de commissie er echter niet op voorhand van overtuigd dat de beoogde uitwisseling binnen de wijk wordt gerealiseerd op een wijze die bijdraagt aan de artistieke ontwikkeling van het collectief.
De zeggingskracht van de concerten in de komende periode zal, naar de commissie verwacht, vergelijkbaar zijn met wat zij in het recente verleden heeft geconstateerd. Het plan biedt geen nieuwe perspectieven op dit gebied. Zo worden er geen nieuwe presentatievormen, concepten of andere nieuwe ontwikkelingen genoemd. Het valt de commissie ook op dat er voor het Doek Festival geen nieuwe ideeën worden genoemd, waar dit festival in het verleden juist wel vernieuwing kende.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als zwak.
De commissie constateert op basis van de plannen dat Doek actief blijft in de jazz en geïmproviseerde muziek. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit aanbod klein is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod groot is. De commissie is van mening dat daarmee maar beperkt sprake is van een interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert in de aanvraag van Doek dat het collectief behoorlijk wil groeien, zowel in aantal concerten als in publieksbereik. Deze groei wil het vooral in het buitenland en Amsterdam realiseren, waarbij in Amsterdam vooral de concerten in eigen beheer voor de groei moeten zorgen. Op basis van de aanvraag is de commissie er niet van overtuigd dat Doek de ambities voor een groter publieksbereik zal waarmaken. Tegen de achtergrond van een relatief klein potentieel publiek en de nodige concurrentie in Nederland verwacht de commissie een stevig onderbouwde strategie om de geambieerde publieksgroei realistisch te maken. Die strategie mist de commissie. Zij treft vooral een analyse van de verschillende podia aan, al of niet met kansrijk publiek bij de betreffende podia. Juist omdat Doek meer concerten in eigen beheer wil organiseren, acht de commissie een publieksanalyse en een daaruit voortvloeiende koers in publieksbenadering essentieel. Er ontbreekt een aanpak die verdergaat dan de feitelijke optelsom van de publieksgroepen bij de respectievelijke podia, zoals in het plan staat. Wat Doek als profiel van het eigen publiek ziet, wordt niet beschreven, ook niet naar aanleiding van de veranderde artistieke aanpak die volgens het plan meer en ander publiek heeft opgeleverd. Het is de commissie opgevallen dat de nieuwe stappen in marketing nog in een onderzoeksfase verkeren en dat het nog niet duidelijk is hoe Doek de marketingfunctie zal invullen. De commissie constateert dat het plan geen informatie bevat over bereikte resultaten in het verleden of dat er al afspraken gemaakt zijn met samenwerkingspartners. Dat had de commissie meer vertrouwen kunnen geven in de groeistrategie.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.