De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Stichting Urwald is de organisatie waarbinnen Collectief Walden zijn activiteiten uitvoert. Collectief Walden bestaat uit denkers en kunstenaars René van Bakel, Jente Hoogeveen, Thomas Lamers en Thijs van Vuure. Het collectief maakt installaties, voorstellingen en ontmoetingsruimtes op het grensgebied van wetenschap, documentaire en beeldende kunst, waarin beelden, poëzie, “lecture performances” en muziek samenkomen. De projecten zijn voornamelijk te zien in landschappen of in de openbare ruimte.
De commissie is van mening dat de makers binnen het collectief een behoorlijke mate van vakmanschap inbrengen. Zij ziet het als een kracht van de organisatie dat de individuele leden vanuit verschillende achtergronden en disciplines werken op gelijkwaardige basis, waardoor in het maakproces een bundeling van expertise en competenties ontstaat. De commissie plaatst een kritische kanttekening bij de uitwerking van de dramaturgie en de vormgeving van de voorstellingen, die zij soms minder overtuigend vindt.
De commissie is positief over de artistieke signatuur van Collectief Walden, die volgens haar gekenmerkt wordt door de wijze waarop de makers op locatie, vaak letterlijk, de diepte ingaan en het landschap trachten te doorgronden. Daarbij wordt de geografische geschiedenis van de locatie onderdeel van de voorstelling. De onderzoekende blik is ook kenmerkend voor de eigen signatuur van Collectief Walden. Volgens de commissie bepaalt bij iedere afzonderlijke productie het onderzoek de vorm, zonder dat er sprake is van een vaste formule. Een geslaagd voorbeeld hiervan was volgens haar ‘WINDSTILLEVEN’, een voorstelling die niet alleen handelde over mens-zijn, maar waarin de makers ook transparant en zonder artistieke pretenties naar voren brachten wie zij zelf zijn.
De commissie vindt de zeggingskracht van de projecten van Collectief Walden wisselend. Zij spreekt haar waardering uit voor projecten waarin de vorm en inhoud interactie aangaan en zo betekenis genereren. Zij noemt als voorbeeld het gebruik van de camera obscura in ‘WINDSTILLEVEN’, wat zij een sterk idee vond, dat bovendien goed werd uitgevoerd en tot de verbeelding van het publiek wist te spreken. Andere projecten van Collectief Walden getuigen soms van een veelheid aan ideeën die op zichzelf blijven staan, en daarom hun uitwerking missen. In dat kader noemt zij ‘HET VERBAND VAN ALLES MET ALLES’, waarin volgens haar de samenhang tussen de vorm en de inhoud ontbrak.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
De commissie ziet in de plannen in grote lijnen een voortzetting van de werkwijze in de afgelopen jaren. Collectief Walden geeft een uitgebreide toelichting op wat de makers met hun kunst teweeg willen brengen bij het publiek en in de maatschappij in brede zin. De beschrijving van de visie op de toestand van de wereld en op wat de mensheid nodig heeft, vormt het vertrekpunt voor de projecten in de periode 2021-2024. Daarin stelt het collectief dat voor de mens gevoeligheid voor landschap, natuur en omgeving onontbeerlijk is om te komen tot ecologisch bewustzijn. De commissie ziet dat in de plannen helder tot uiting komt dat Collectief Walden met de voorstellingen wil inspelen op die specifieke gevoeligheid. Zij herkent hierin de eigen signatuur van de makers en is van mening dat het collectief er goed in is geslaagd zijn maatschappelijk engagement te vertalen naar een artistieke visie voor de komende periode.
De commissie vindt dat de thematiek is uitgewerkt in boeiende concepten. Een goed voorbeeld hiervan is het plan voor de voorstelling ‘VOORUIT’, waarin het publiek wordt meegenomen in een toekomstvisioen waarin ecomodernisten de macht hebben overgenomen. Deze productie zal onder meer worden uitgevoerd op het Engelse festival Inside Out Dorset, dat volgens de commissie een ideale context biedt.
Hoewel het duidelijk is waarom Collectief Walden haar producties ontwikkelt, zijn de plannen minder helder over het beoogde artistieke resultaat en hoe dit tot stand wordt gebracht. Dit biedt de commissie geen duidelijk perspectief dat het collectief een volgende stap zal zetten in de ontwikkeling van het vakmanschap, in het bijzonder waar het de integratie van vormgeving en dramaturgie in de voorstellingen betreft. Zo wordt in de beschrijving van de voorstelling ‘EIND’ uitsluitend ingegaan op de visuele weergave van het concept, waarbij performatieve aspecten buiten beschouwing blijven. Er is geen sprake van handelingen binnen een tijdsverloop, wat ten koste gaat van de dynamiek en de dramaturgie. Hierdoor is de commissie er niet van overtuigd dat van de voorstellingen in alle gevallen een sterke zeggingskracht zal uitgaan.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat Collectief Walden in de komende periode locatietheater wil maken in de vorm van “theatrale non-fictie” en op basis van een “site responsive” werkwijze. De commissie stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod klein is. Verder stelt de commissie vast dat het aantal aanbieders van dit type aanbod beperkt is. De commissie is van mening dat daarom sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
Collectief Walden is er volgens de commissie ondanks de onderscheidende positionering in de afgelopen jaren nog niet in geslaagd een substantieel deel van het potentiële publiek te bereiken. De commissie vindt het dan ook positief dat met de doelstelling voor de periode 2021-2024 ambitie wordt getoond. Het collectief verwacht het aantal bezoekers dat is bereikt in 2017, het meest succesvolle jaar tot dusver, in de periode 2021-2024 ruim te kunnen verdubbelen. Dat wil het collectief realiseren door een groot publiek van niet-betalende bezoekers te bereiken, waar er in het verleden vooral betalende bezoekers werden bereikt. De commissie mist een toelichting op wat er qua voorstellingen en speelplekken precies zal veranderen ten opzichte van het verleden, wat maakt dat het niet-betalende publiek nu een belangrijke factor is in de publieksvisie. Collectief Walden wil de komende jaren zowel de publiekswerving als de publiekswerking versterken. Daartoe wil het collectief community’s vormen en onderhouden en een “impact agent” aanstellen. De commissie is positief over deze stappen, vooral omdat in de uitvoering van de plannen gebruikgemaakt zal worden van de resultaten van een doorlopend publieksonderzoek. De ideeën met betrekking tot de community’s vindt zij echter nog matig uitgewerkt in het plan. Verder merkt de commissie op dat het collectief stelt dat het gebruik zal maken van de taal en vorm van religie in de wijze waarop het zich manifesteert. In het verlengde daarvan beschrijft Collectief Walden zijn publiek als volgelingen. De commissie vindt dit een intrigerend concept, maar wat dit concreet betekent voor de publieksbenadering, blijkt niet duidelijk uit het plan. Zij is dan ook niet bij voorbaat overtuigd van de meerwaarde van deze benadering.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.