De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als goed.
Zij kent Cappella Pratensis als een kamerkoor dat gespecialiseerd is in het uitvoeren van koormuziek uit de Renaissance. Het ensemble bestaat sinds 1987 en staat onder leiding van dirigent Stratton Bull. Er wordt in wisselende samenstelling opgetreden en er is een vaste kern van circa ’tien zangers. De concerten vinden plaats in het circuit van grote zalen en kerken in Nederland en Vlaanderen. Ook worden er concerten gegeven tijdens gespecialiseerde muziekseries en festivals over de hele wereld.
De commissie vindt het vakmanschap van Cappella Pratensis groot. Zij roemt daarbij met name de samenklank van de verschillende stemmen, de zuiverheid en het non-vibrato zingen. In de mis ‘Ave maris stella’ ontstaat er volgens haar een vlechtwerk van melodische lijnen die samenvloeien tot een weefsel van verschillende lagen. De commissie constateert dat dit uiterste concentratie vergt van de zangers. Zij vindt dat de uitvoeringen getuigen van grote kennis van het repertoire en dat de dirigent de zangers tot grote hoogte brengt.
Het religieuze karakter van de werken en het zoeken naar authenticiteit vormt volgens de commissie een belangrijk deel van de eigen signatuur van het koor. Hierbij is het gedegen onderzoek van de dirigent naar de historische uitvoeringspraktijk ook zeer waardevol. Het gezongen repertoire dat in veel gevallen meer dan zeshonderd jaar oud is, is volgens de commissie met zorg samengesteld. Zij vindt dan ook dat deze programma’s in hun eenvoud oorspronkelijk zijn.
De commissie vindt dat er uit het gezongen werk over het algemeen een sterke zeggingskracht naar voren komt. Door het spirituele karakter van de uitvoeringen wordt het publiek meegenomen in een bijzondere beleving. Zij plaatst hier echter ook een kritische kanttekening bij. De vorm van de concerten is namelijk behoorlijk statisch en daardoor enigszins afstandelijk. Het collectief zingen vanaf een centrale muziekstandaard waar de zangers omheen staan, draagt volgens haar niet bij aan de beleving. Ook is zij van mening dat de gesproken delen, bijvoorbeeld in ‘Het kerstvisioen van Suster Bertken’ plichtmatig overkomen. Dit doet volgens de commissie afbreuk aan de zeggingskracht van de muziek.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De plannen voor de periode 2021-2024 vormen volgens de commissie in grote lijnen een voortzetting van het soort producties dat het ensemble in de afgelopen jaren heeft uitgevoerd. Het ensemble wil zich daarbij niet alleen op de vaste kenmerken van zijn uitvoeringspraktijk focussen, maar op zoek gaan naar nieuwe wegen om de eigen signatuur meer publieksgericht in te zetten. Cappella Pratensis noemt enkele voorbeelden van middelen om een breder publiek aan te spreken, zoals de toevoeging van een hedendaagse visuele dimensie met video-art, modern vormgegeven theatrale kostuums en een strakke podiumregie. Deze theatrale elementen worden echter niet nader uitgewerkt, waardoor niet duidelijk wordt wat het beoogde resultaat is. Ook is onduidelijk met wie zal worden samengewerkt. Hoewel de commissie het positief vindt dat Cappella Pratensis nieuwe presentatievormen wil onderzoeken, blijkt uit het plan bovendien niet duidelijk of daarbij ook wordt gedacht aan het loslaten van het uitgangspunt van het zingen rond een centrale muziekstandaard. De commissie vindt dit een gemis, aangezien dit aspect zeer bepalend is voor de bewegingsvrijheid van het koor in dit proces.
Naast concertseries in het kader van het meerjarenproject ‘Bossche Koorboeken’ zal Cappella Pratensis ieder jaar een cross-overproductie maken met als beoogde samenwerkingspartners onder andere dansgezelschap De Stilte, jazzmusici Paul van Kemenade en Sanne Rambags, en Opera2Day. De commissie mist een motivering voor de keuze voor deze partners en een toelichting op de precieze aard van de samenwerking. Hierdoor wordt niet duidelijk op welke wijze er een interactie op het podium tot stand zal komen tussen de zangers in het ensemble en de andere uitvoerenden. Het plan biedt te weinig inzicht in het beoogde resultaat om te verwachten dat er een sterke zeggingskracht van deze cross-overs zal uitgaan.
De commissie merkt op dat de aanvraag helder is waar het de specialistische muziekhistorische visie en werkwijze van het ensemble betreft, maar in veel mindere mate inzicht geeft in de presentatievorm, theatrale elementen en samenwerking met partners in andere disciplines. Hoewel zij ervan uitgaat dat de hoge vocale uitvoeringskwaliteit ook voor de komende jaren gewaarborgd is, biedt het plan haar geen vertrouwen dat het ensemble er daadwerkelijk in zal slagen in zijn uitvoeringen een minder afstandelijke relatie met het publiek aan te gaan.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als voldoende.
De commissie constateert dat Cappella Pratensis zich richt op de uitvoering van koormuziek uit de periode van de Renaissance. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit type aanbod relatief klein van omvang is. De commissie merkt verder op dat er in Nederland een kleine groep aanbieders is van soortgelijk repertoire. Daarmee is er volgens de commissie sprake van een interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie stelt vast dat Cappella Pratensis met zijn programma’s tot nu toe vooral liefhebbers en kenners van oude muziek bereikt. Dat past bij het gespecialiseerde repertoire van het koor, maar brengt ook een beperking met zich mee. De commissie vindt het in dat verband positief dat er in het plan een aantal kansen wordt genoemd als het gaat om het bereiken van zowel het bestaande publiek als nieuwe publieksgroepen. Zo valt in 2021 de vijfhonderdste sterfdag van componist Josquin des Prez (ca. 1450-1521), aan wie Cappella Pratensis zijn naam ontleent en die vaak genoemd wordt als de belangrijkste componist van de Renaissance. Cappella Pratensis wil een belangrijke rol spelen in dit mondiale herdenkingsjaar. Daarnaast kan de samenwerking met partners in het kader van de cross-overprojecten bijdragen aan het bereiken van een groter en breder publiek.
Het ensemble toont zich zeer ambitieus in zijn doelstelling om de publieksaantallen meer dan te verdubbelen ten opzichte van de periode 2017-2020, maar deze stijging wordt niet onderbouwd op basis van een reflectie op de resultaten in het recente verleden. De commissie merkt verderop dat Cappella Pratensis in de afgelopen jaren meer in het buitenland heeft opgetreden dan in Nederland en in de komende periode het aantal concerten aanzienlijk wil vergroten, vooral in de regio Zuid en in het buitenland. In de aanvraag ontbreekt echter een toelichting op de verkoop van concerten. Ook blijft onduidelijk hoe zal worden samengewerkt met coproducenten op het gebied van acquisitie en marketing. De commissie is van mening dat er volop mogelijkheden liggen om het potentiële publiek in Nederland te bereiken en te binden aan het koor. In de matige onderbouwing van de verkoop en de publieksbenadering ziet de commissie echter weinig aanwijzingen dat deze kansen zullen worden benut.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.