De commissie beoordeelt de kwaliteit van het werk van de maker(s) als voldoende.
Barokopera Amsterdam is een muziektheatergezelschap. De producties, vaak gebaseerd op minder bekend theatermuziekrepertoire uit de periode 1650-1850, zijn geïnspireerd door de uitvoeringspraktijk van de oude muziek. Artistiek en muzikaal leider is Frédérique Chauvet. De producties worden uitgebracht in het grotezaalcircuit in binnen- en buitenland.
Over het vakmanschap is de commissie positief. Zij is van mening dat de makers en de artistiek leider veel ervaring hebben met de uitvoeringspraktijk van de oude muziek. De commissie noemt de kwaliteit van de musici goed en de instrumentatie weloverwogen. Daarnaast vindt zij de gekozen solisten passend bij het repertoire en heeft zij waardering voor het feit dat zowel ervaren als talentvolle jonge zangers deel uitmaken van de cast.
De commissie is kritisch over de oorspronkelijkheid van het werk van Barokopera Amsterdam. De “politiek-historische revues” waarin repertoire uit verschillende opera’s wordt gecombineerd in een nieuwe muzikale dramaturgie of cultureel-historische context, getuigen volgens de commissie weliswaar van een gedegen aanpak, maar de artistieke invulling ervan vindt zij niet getuigen van een eigen signatuur. Dit heeft naar de mening van de commissie te maken met de weinig bijzondere en gekende vorm van montagetheater waarbinnen het gekozen operarepertoire wordt gepresenteerd. Daarnaast plaatst de commissie een kanttekening bij de gevoerde regieconcepten. Als voorbeeld noemt zij de voorstelling ‘Acis en Galatea’. Daarin was sprake van een nogal illustratieve en weinig verrassende regie, en van een statische speelstijl waardoor de commissie weinig eigenheid in de voorstelling zag.
De commissie plaatst kanttekeningen bij de zeggingskracht van het werk van Barokopera Amsterdam. De producties getuigen van een aansprekende repertoirekeuze en een hoge muzikale uitvoeringskwaliteit, maar kennen volgens de commissie door hun vlakke enscenering weinig diepgang. Zo was de vormgeving in het geval van de voorstelling ‘De ontmaskering van Peter de Grote’ niet in balans met de gekozen thematiek en leidde de inzet van het decor bovendien af van de handeling. Ondanks zijn muzikale aantrekkingskracht, is de mate waarin het werk het publiek in theatrale zin weet te verrassen volgens de commissie beperkt.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als voldoende.
De commissie constateert in de plannen 2021-2024 dat Barokopera Amsterdam de beproefde aanpak uit het recente verleden wil voortzetten en uitbouwen. Dat laatste betreft vooral de doorontwikkeling van scenische opera’s met sterke fysieke elementen.
De commissie is gematigd positief over de artistieke plannen van Barokopera Amsterdam. Positief vindt de commissie de grondige reflectie op alle voorstellingen en het beoogde onderzoek naar de plek van acrobatiek in de voorstellingen, wat past bij de geambieerde ontwikkeling van het gezelschap. Ook het voortzetten van het musicologisch onderzoek ziet de commissie als een positief punt, dat bijdraagt aan de oorspronkelijkheid van de plannen. Een uitkomst als ‘Code Noir’ is daar een illustratie van, vindt de commissie. De beschreven maatschappelijke thema’s waarmee het gezelschap zijn opera’s toegankelijk wil maken voor een hedendaags publiek vindt de commissie relevant, maar daarin herkent de commissie niet direct een heel eigen signatuur.
De commissie verwacht van de plannen een continuering van de zeggingskracht qua aansprekende repertoirekeuze en hoge muzikale uitvoeringskwaliteit, nu het muzikaal team gelijk blijft. De commissie vindt het aantrekken van de in het plan genoemde vaste regisseur een positief vertrekpunt. Daarmee versterkt het gezelschap het vakmanschap op theatraal gebied. Maar de commissie krijgt op basis van de beschrijving van de voorstellingen geen duidelijk en aansprekend beeld van de theatrale samenhang tussen de verschillende onderdelen. Zo mist zij in beschrijvingen een dramaturgische lijn. Het plan ontbeert volgens de commissie ook een betrokkenheid en invulling vanuit de samenwerkingspartners die de voorstellingen meer zeggingskracht moeten geven, zoals het Gentse hiphophuis TWS. Dit zou de beschreven artistieke aanpak meer diepgang hebben gegeven. Al met al plaatst de commissie een kanttekening bij de te verwachten zeggingskracht omdat zij te weinig informatie heeft om te vertrouwen op een aansprekende theatrale uitwerking in de voorstellingen.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat Amsterdam Barokopera in de komende periode politiek-historische revues maakt waarin repertoire uit verschillende opera’s wordt gecombineerd in een nieuwe muzikale dramaturgie of cultureel-historische context. De commissie stelt vast dat het aantal aanbieders van dit type aanbod gemiddeld is en dat het potentiële publiek hiervoor eveneens gemiddeld is. De commissie is van mening dat daarom sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie constateert dat Barokopera Amsterdam een helder en herkenbaar profiel van zijn publiek aanhoudt met als kern een hoogopgeleid publiek. De commissie is op basis van het plan redelijk positief over het publieksbereik dat Barokopera Amsterdam in de afgelopen jaren heeft gerealiseerd. De commissie constateert in de plannen een behoorlijke ambitie in publieksgroei, mede voortvloeiend uit een forse groei in het aantal voorstellingen. De nieuwe inzet van een ervaren impresariaat kan volgens de commissie helpen bij het ook daadwerkelijk realiseren van deze publieksgroei. De beschreven strategie in publieksbereik vindt de commissie echter summier en weinig systematisch toewerken naar een groei in publiek. Een analyse van het huidige publiek ontbreekt daarbij bovendien. De aangekondigde inschakeling van een specifiek productie- en pr-bureau, dat speciaal voor publieksbereik wordt ingeschakeld, compenseert het gebrek aan een uitgewerkte strategie enigszins. Origineel vindt de commissie de inschakeling van een reisbureau. De beoogde verjonging en verbreding van het publiek wordt duidelijk aan het productie- en pr-bureau overgelaten. In het plan leest de commissie hiervoor geen uitgewerkte strategie, waardoor zij hier beperkt vertrouwen in heeft.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.