De commissie beoordeelt de artistieke kwaliteit van het werk van de maker(s) als ruim voldoende.
Stichting Afslag Eindhoven, opgericht in 2007 en gevestigd in Eindhoven, maakt voorstellingen die een plek zijn van ontmoeting, mededogen en loutering. Afslag Eindhoven heeft twee artistiek leiders, Yvonne van Beukering en Gerrie Fiers, die artistiek-inhoudelijk, muzikaal en poëtisch locatietheater maken, gebaseerd op universele thema’s die hun oorsprong vinden in Noord-Brabant. De voorstellingen van Afslag Eindhoven zijn behalve op locaties in Noord-Brabant ook te zien op locatietheaterfestivals in het land.
De commissie vindt het vakmanschap van Afslag Eindhoven gedegen. Zij constateert dat het gezelschap met vaardige hand de thematieken en teksten van het werk weet te verbinden met de locaties waar de voorstellingen zich afspelen. De commissie ziet ook vakmanschap in de keuze voor de acteurs, die goed overweg kunnen met de rauw-realistische en soms beeldende speelstijl, die het werken op locatie vereist. In het boerendrama ‘Stallerhof’ leidt de combinatie van spel, inhoud en locatie tot een meerwaarde. De commissie vindt de jongerenvoorstellingen in vergelijking daarmee minder vakkundig gemaakt.
De commissie vindt dat de producties van Afslag Eindhoven enige mate van oorspronkelijkheid hebben. Zij constateert dat Afslag Eindhoven een traditionele manier van theatermaken heeft en voorstellingen maakt die goed passen bij de lokale Brabantse thematieken, zoals het boerenleven in ‘Stallerhof’. De commissie vindt de producties een vorm van volkstheater, waarin de mens met al zijn liefde, leed en gebreken de maat der dingen vormt. Zij vindt dat de signatuur van het gezelschap niet overeind blijft in samenwerkingsverbanden met andere gezelschappen. Zij noemt als voorbeeld ‘De eeuw van Ariane’, een coproductie met het Rotterdamse muziektheatergezelschap Ausdauer. Dit doet af aan de oorspronkelijkheid van het gezelschap.
De commissie is positief over de zeggingskracht van Afslag Eindhoven. Zij constateert dat de producties van het gezelschap voor een specifieke doelgroep zeer aansprekend zijn, omdat de thematieken, verhalen en locaties een grote mate van herkenning in zich dragen. De commissie spreekt ook haar waardering uit over de samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld het Over het IJ Festival. De daarbinnen gepresenteerde kleinere producties, gemaakt door jonge makers voor een jonge doelgroep, appelleren aan hun belevingswereld.
De commissie beoordeelt de kwaliteit van de activiteiten uit het plan als ruim voldoende.
De plannen voor 2021-2024 vormen volgens de commissie een continuering van het werk dat Afslag Eindhoven in de afgelopen jaren heeft laten zien. De commissie vindt het plan een doordachte indruk maken, waarbij zij haar waardering uitspreekt over de helder verwoorde missie, kernactiviteiten en onderscheidende elementen.
De commissie concludeert op grond van het plan dat Afslag Eindhoven langs twee programmalijnen opereert, die ieder verbonden zijn met een van de twee artistiek leiders. Yvonne van Beukering tekent voor de locatietheatervoorstellingen en Gerrie Fiers ontwikkelt theatrale installaties en happenings. Het in het plan beschreven artistieke credo van Yvonne van Beukering, vindt de commissie sterk geschreven, en zij vindt dat hieruit een oorspronkelijke artistieke visie naar voren komt, die doorklinkt in de voorstellingsconcepten ‘Alleen met de Goden’ en ‘Angst vreet de ziel op’. De plannen voor installaties en performances bevatten volgens de commissie eveneens prikkelende uitgangspunten, zoals de louterende werking van het als individu in de massa opgaan bij ‘Fanfare’. De samenwerking met stadschoreograaf Benjamin Vandewalle vindt zij hierin veelbelovend. De specifieke artistieke signatuur van het locatietheatergezelschap blijft ook in de komende jaren gewaarborgd, zo constateert de commissie.
Verder vindt de commissie het positief dat Afslag Eindhoven de samenwerking met Over het IJ Festival continueert en bijdraagt aan de keten van talentontwikkeling. Een kanttekening plaatst de commissie bij de ondersteuning van jonge makers in het project ‘Lystex Recycling’. Het plan maakt volgens haar weinig inzichtelijk op welke wijze Afslag Eindhoven de makers coacht en begeleidt.
Bij de uitwerking van de plannen plaatst de commissie enkele kanttekeningen. Niet alle concepten vindt zij even overtuigend uitgewerkt. Zo krijgt zij slechts een beperkt beeld van de wijze waarop in ‘Angst vreet de ziel op’ oriëntaalse dans wordt ingebed in de muziek-theatrale vertelling. Hierdoor is de meerwaarde van deze dans voor haar niet evident. Verder vindt zij het concept ‘Naar de overkant van de nacht’ weinig concreet. Hierdoor krijgt zij slechts beperkt zicht op de wijze waarop de elementen van tekst, soundscapes, livemuziek en locatiegebruik samenkomen tot een aansprekend geheel. Ondanks enkele kanttekeningen bij de uitwerking van het plan heeft de commissie op basis van het gedegen vakmanschap van Afslag Eindhoven vertrouwen in voorstellingen met enige mate van zeggingskracht.
De commissie beoordeelt de publieksfunctie als ruim voldoende.
De commissie constateert op basis van de plannen dat Afslag Eindhoven in de komende periode verder gaat met het maken van theatrale installaties en tekstvoorstellingen op locatie. Zij stelt vast dat het potentiële publiek voor dit soort aanbod van een gemiddelde omvang is. De commissie stelt verder vast dat het aantal aanbieders van soortgelijk aanbod eveneens gemiddeld is. De commissie is van mening dat daarmee sprake is van een potentieel interessante toevoeging aan het podiumkunstenaanbod.
De commissie is gematigd positief over de plannen. Zij stelt vast dat Afslag Eindhoven in de afgelopen jaren een publiek heeft weten te bereiken dat qua omvang past bij de aard van het werk. Bovendien heeft het gezelschap volgens de aanvraag een vaste achterban die groeit. De commissie plaatst hierbij de kanttekening dat de reikwijdte van Afslag Eindhoven beperkt is, doordat het gezelschap voornamelijk in de eigen regio speelt, en het publiek een weinig brede samenstelling kent.
In dat licht bezien vindt de commissie het positief dat Afslag Eindhoven een verbreding van het publiek nastreeft en de komende jaren naar eigen zeggen een “cultureel anker” wil vormen en een “divers publiek” wil bereiken. In het plan benoemt het gezelschap per productie passende doelgroepen, en overlegt het een concreet plan van aanpak om deze te bereiken. Daarbij toont het gezelschap kennis te hebben van mogelijk interessante samenwerkingspartners om de beoogde doelgroepen te bereiken.
De commissie plaatst ook een kanttekening bij de publieksbenadering. Hoewel zij het positief vindt dat het gezelschap nieuwe groepen, zoals praktisch opgeleiden en bicultureel publiek, aan zich wil binden, vindt zij de strategie hiervoor weinig overtuigend. Als Afslag Eindhoven werkelijk een verbinding aan wil gaan met de verschillende culturele doelgroepen die een stad als Eindhoven rijk is, vergt dit naar de mening van de commissie een stevige investering in duurzame samenwerkingsverbanden. Het voorliggende plan biedt hierop slechts beperkt perspectief. De commissie vertrouwt er wel op dat het gezelschap per productie de beoogde doelgroepen weet te bereiken, maar is er niet van overtuigd dat de verbreding van het publiek blijvend zal zijn.
Ondanks enkele kanttekeningen ziet de commissie in het plan genoeg aanknopingspunten om erop te vertrouwen dat Afslag Eindhoven zijn publiek bestendigt en een bescheiden verbreding van de doelgroepen weet te realiseren.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.
Deze aanvrager heeft een positief advies ontvangen voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. Daarom krijgt de aanvrager geen advies van het Fonds Podiumkunsten.